Woningnood: herinrichting bestaande woonomgeving: de positie van senioren

Woningnood

De woningnood is hoog. Er ligt een enorme opgave; vaak wordt 1 miljoen extra wooneenheden in tien jaar genoemd. Opmerkelijk is dat verreweg de meeste aandacht gaat naar nieuwbouw: kan nieuwbouw méér, sneller, beter, efficiënter, enzovoort. Echter, ook het intensiever gebruiken van de bestaande woningbouw kan een bijdrage leveren aan het lenigen van de woningnood, zowel op korte als langere termijn.

Jaarlijks wordt 1% nieuw bijgebouwd, terwijl 99% van de woningvoorraad er al staat. Voor iedere woningzoekende die binnen de huidige woningvoorraad een plek vindt, hoeft immers geen nieuwe woning te worden gebouwd. Dat vereist een veel grotere aandacht voor de mogelijkheden die de bestaande woningvoorraad kent; mogelijkheden die momenteel niet worden benut.

Meer halen uit de bestaande woningvoorraad

Eén mogelijke oplossing voor het woningtekort die tot voor kort echter weinig aandacht krijgt, is het intensiever benutten van de bestaande woningvoorraad. Anders dan in veel andere landen is het aantal claims op de ruimte in Nederland veel groter dan de beschikbare ruimte. Het alsmaar zoeken in uitbreiding (méér woningen) kent zijn grenzen. Zeker als we bedenken dat de bestaande woningen steeds extensiever worden bewoond.

Interessante statistiek

In Nederland verwonen we met zijn allen rond de laatste eeuwwisseling 24 keer zo veel ruimte als een eeuw geleden: er zijn sinds 1900 drie keer zoveel Nederlanders, die wonen in twee keer zo grote huizen op twee keer zo grote kavels en met half zoveel mensen per huis. Dat maakt 3 x 2 x 2 x 2 = 24 keer zoveel ruimtebeslag als een eeuw eerder.

De Nederlander bewoont volgens het CBS momenteel 65m2. Dat is ruimer dan ooit en uiteraard een gemiddelde. Er leven gezinnen op 50m2 , en alleenstaanden in een ruime villa. In de grote steden is het krapper wonen dan op het platteland. In 1900 woonden gemiddeld vijf personen in een woning van nog geen 50 m2, 10 m2 per persoon.

Die huidige 65m2 is veel ruimer dan in onze buurlanden. In Duitsland hebben mensen gemiddeld 47m2 ter beschikking. In Vlaanderen hebben bewoners van een eengezinswoning gemiddeld 47m2 per persoon; in appartementen is dat 43m.

In 1950 woonden in Nederland 10 miljoen inwoners in ruim 2 miljoen huizen. Dat waren toen ruim 4,5 mensen per woning; inmiddels is de gemiddelde woningbezetting gedaald naar 2,14. Sinds 1960 is het aantal inwoners in Nederland toegenomen van 11,4 toen naar 17,4 miljoen nu, een stijging met 52%. In diezelfde periode is het aantal woningen toegenomen met 280%. Dat ging samen met de genoemde huishoudensverdunning; in elke huis woont nog maar 60% van het aantal mensen in vergelijking met 1960. Het aantal mensen en het aantal huizen loopt steeds verder uiteen.

Niet alleen de gemiddelde woningbezetting is gedaald, ook het aantal alleenwonenden is enorm gestegen. Tussen 1947 en 2017 is het aandeel alleenwonenden toegenomen van 5 naar 22%. En die trend zet zich voort: de bevolkingsprognose van het CBS voorziet dat in 2047 bijna 1 op de 4 volwassen inwoners dan alleenstaand zijn. Daarnaast is ruim 4% een alleenstaande ouder. In 40% van alle huizen (groot en klein) woont momenteel slechts één persoon.

De positie van senioren

Een aanzienlijk, en toenemend, aandeel van de alleenwonenden is bejaard. De vergrijzing maakt dat deze vorm van extensieve bewoning alleen maar toeneemt. Het aandeel 65-plussers in de bevolking stijgt van 19% eind 2019 naar 23% rond 2030. Het aantal 80-plussers zal verdubbeld zijn van ruim 0,8 miljoen nu naar 1,2 miljoen in 2030 en 1,6 miljoen in 2040.

De woonsituatie van oudere huishoudens is aan het veranderen. Van alle 55-plussers woont in 2018 65% in een koopwoning. Dit percentage eigen woningbezit daalt echter met de leeftijd: van de 55- tot 65-jarigen zegt 71% in een koopwoning te wonen, van de 75-plussers zegt 50% dit. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft elke nieuwe generatie een hoger percentage eigenwoningbezit weten te bereiken dan de voorgaande.

En slechts een beperkte groep oudere huishoudens gaat kleiner wonen. In 2018 had 60% van alle ouderenhuishoudens met een verhuiswens belangstelling voor een voor ouderen bestemde (en dus geschikte) woning. De belangstelling lijkt toe te nemen. Mogelijk worden woningen met een ‘ouderenetiket’ steeds minder geassocieerd met traditionele woonconcepten, zoals aanleunwoningen.

Nieuwe woonvormen

De afgelopen jaren is er niet alleen steeds meer media- en beleidsaandacht voor vernieuwende woonconcepten, maar is er ook een grotere diversiteit ontstaan aan nieuwe woonvormen.
Wij leveren vanuit InfraVitaal zelf een bijdrage door de combinatie van toekomstgerichtheid en toekomstbestendigheid. Ook de bestaande woonvoorraad kan geoptimaliseerd worden door onze ontwerpstrategie, gefundeerd op nieuwe platformarchitectuur en de mogelijkheden van interactieve automatisering.

Harry Woldendorp, april 2024.

Literatuur bij dit artikel over woningnood

Platform 31. (2021). Beter benutten bestaande woningbouw. Onderzoek naar belemmeringen en kansen.
Woldendorp, H. (2021). Technologische en sociale innovatie in de ouderenzorg. De impact van COVID-19. Amsterdam: Uitgeverij SWP

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*