Sommige mensen vertonen de neiging om van alle dingen een probleem te maken, terwijl anderen die juist wegwuiven en daardoor heel onbezorgd in het leven staan. De eerste groep stelt vragen, kijkt naar verschijnselen en vraagt zich wat die betekenen voor nu en voor de toekomst. De andere groep plukt de dag en probeert te genieten van wat zich aandient. Voor beide standpunten is iets te zeggen, want ze hebben beide te maken met verbazing en verwondering. Maar ze zijn beide wat extreem. Meestal liggen deze twee benaderingen in elkaar verstrengeld en is het goed oog te hebben zowel voor het onderzoekende als het genietende element. Voor beide moet je enige bagage in huis hebben, ontwikkeling, kennis, verschillende soorten kennis.
Verwondering is de moeder van alle kennis. Er bestaan vele vormen van verwondering. Je kunt verrast zijn, verbaasd, verwonderd, maar ook ontsteld, geschokt, verbijsterd of geheel van de kaart. Vormen van verwondering kunnen verschillend uitpakken. Bij het een wordt meer het verstandelijke, bij het ander meer het emotionele aspect aangeraakt en dat in wisselende gradaties. Zo kan verwondering leiden tot nieuwsgierigheid, tot meer willen weten, maar ook tot verbijstering, tot opgaan in het gebeuren, tot radeloosheid of verrukking.
Rationaliteit en afstandelijkheid gaan hand in hand, terwijl emotionaliteit identificatie teweeg brengt. De verwondering van het hoofd kan leiden tot het stellen van vragen, het signaleren van een probleem en daarvoor dan een oplossing zoeken. De verwondering van het hart kan empathie teweegbrengen, verliefdheid, een liefdevolle verbintenis waarbij men een mysterie gewaarwordt waar men onderdeel van uitmaakt. Een mysterie is iets anders dan een probleem, maar beide verwijzen naar de verwondering.
Wanneer verwondering tot een vraag of een probleem leidt, ga je meestal op onderzoek uit om die vraag te beantwoorden c.q. dat probleem op te lossen. Dit betreft de verwondering waar de wetenschap in excelleert. Het leidt tot kennis en waarheid, waar alles in je hoofd mee bezig is.
Wanneer verwondering je helemaal in vuur en vlam zet, van hoofd tot hart en tenen, dan levert dat een ander soort kennis op. De oude Aristoteles noemde het geheime kennis. Ik zou het wijsheid willen noemen.
Aristroteles stelde niet-weten als begin van verwondering en onderkende dit als een uitdaging tot weten. Een paar honderd jaar voor het begin van onze jaartelling schreef hij:
‘Doordat mensen zich verwonderen, beginnen ze te filosoferen; zij doen dat nu en zij deden dat al toen het hun voor het eerst overkwam. In het begin verwonderden zij zich over dingen die nogal voor de hand liggen, maar die zij niet konden plaatsen; en later, voetje voor voetje, een beetje verder gaande op die weg, bogen zij zich ook over vraagstukken van grotere omvang, bijvoorbeeld inzake de schijngestalten van de maan, vraagstukken in verband met de zon en de sterren, en omtrent het ontstaan van het heelal. En degene die een probleem stelt en zich verwondert, is zich ervan bewust niet te weten.’
Verwondering om het niet-weten geldt als begin van kennis. Daarvoor is nodig dat je open staat en uit je cocon van vastigheid en vanzelfsprekendheid stapt. Dit geldt bij Aristoteles vooral de verstandelijke kennis die je van buitenaf en uit de natuur verwerft, maar ook wel voor de ervaringskennis. Soms raken mensen in extase waarbij ze uit hun bol gaan en bijna uit zichzelf treden. Een extreme vorm van verwondering die met verbijstering of ontzetting wordt aangeduid.
Aristoteles spreekt over geheime kennis die ingewijden verwerven in de mysteriën. Deze kennis heeft niets te maken met het kennis nemen van feiten, maar met het ondergaan van ervaringen. Het blijkt dus om twee verschillende soorten van kennis te gaan.
Je kunt dus op twee manieren met verwondering omgaan. De ene manier zit vooral in je hoofd en leidt tot nieuwsgierigheid, het stellen van vragen, het formuleren van een probleem die je uiteindelijk waarheid kan opleveren. De tweede manier zit meer in het hart. Je wordt overweldigd en gaat op in wat je beleeft. Een dergelijke belevenis kan wijsheid opleveren. Waarheid en wijsheid als twee producten van verwondering, maar kunnen niet zonder elkaar. Een waarheid zonder wijsheid doet afbreuk aan de zin van het bestaan. Een wijsheid zonder waarheid stelt feitelijk niet veel voor. Beide zijn relevant, maar waarheid is vaak zo dominant dat het moeite kost om open te staan voor die verwonderende wijsheid. Dat is jammer, want dan stellen we alleen maar vragen, zien we overal problemen. In verschillende omstandigheden is ons leven niet een probleem dat moet worden opgelost maar een leven dat geleefd moet worden. ‘Life is a mystery to be lived, not a problem to be solved.’
Het zin geven aan het bestaan lukt niet alleen met het verwerven van waarheid. Daarvoor is ook wijsheid nodig. Het zoeken naar zin is tot mislukken gedoemd omdat je er dan een probleem van maakt. De zin van wat we doen is meer dan een doel waar we naar op zoek zijn. Misschien is het zelfs zo dat als de zin van alles duidelijk en helder is, het leven zijn zin verliest. ‘Als de mensen te weten kwamen waar mijn koninklijk paleis is, zou het pardoes oplossen in de lucht’, schreef de Indische dichter Rabindranath Tagore. Zin is vergelijkbaar met geluk, dat even moeilijk te bevragen valt. Vandaar dat mensen het een geschenk noemen. Geluk is een vreemd bezit. Wie het zoekt, die vindt het niet, maar wie het niet zoekt, die heeft het. Je zou er dus niet te vaak een probleem van moeten maken, maar af en toe openstaan voor een mysterie dat je verwonderd en versteld doet staan. Dan zijn waarheid en wijsheid er beide.
Piet Winkelaar
27 maart 2012