Vriendje kwijt

 

Wie niet van katten houdt, moet het volgende maar niet lezen.
In mijn huis staan alle deuren altijd op een kier, want Petertje moet overal binnen kunnen komen, liefst waar wij zijn natuurlijk.
Negen maanden geleden kreeg ik een 2 maanden oud katertje, rood met witte neus en buik. Hij bleek buitengewoon slim, grappig en lief. Toen hij nog heel klein was maakte hij buiten, als hij je zag, sprongetjes met alle vier poten tegelijk in de lucht, soms maakte zijn lijfje zelfs nog een draai in de lucht. Met drie maanden ving hij al een muis. Hij was dol op de tuin, dat was zijn oerwoud.

Soms dacht ik aan hem, en dan kwam hij een moment later de kamer in, alsof we een beetje telepatisch waren. Dat voelde ik helemaal toen ik met vakantie ging omdat mijn huis op z’n kop stond wegens een nieuw parket. Petertje ging naar een dierenhotel, hij is tenslotte een stoer katje. Maar hij vond die gevangenis vreselijk. Op reis kwam hij maar steeds in mijn gedachten: ‘kom me nou ophalen!’
Donderdag 14 maart had ik hem op schoot en zei tegen hem: ‘als je zoveel van elkaar houdt, ben je wel kwetsbaar’. Na het avondeten ging hij nog even naar buiten, en ik heb hem niet weergezien. Posters, advertenties, zoekacties: niets hielp. Ik miste hem vreselijk en was bezorgd voor hem.

Vrijdag 22-3 ben ik in gedachten contact met hem gaan zoeken. Dat deed ik al eerder, maar nu had ik het gevoel dat het lukte, Het was curieus, Ik was zelfs blij, en dacht dat ik hem zo de weg naar huis kon gidsen. Ik praatte met hem zoals toen hij hier was. ‘Dag mijn lieve katje’ enz. Het was heel leuk eigenlijk, mijn hevige verdriet was weg, want we praatten met elkaar. Het werd alleen gestoord als ik dacht aan de kou, de onoverkomelijke verkeerspleinen enz, en dan moest ik dat eerst met geweld wegduwen, voor ik weer fijn met hem kon samenzijn. Dat ging alsmaar door. Tijdens de tv: telkens even groeten. Ik ging naar bed om half 12, daarna heb ik heerlijk geslapen. Vanmorgen vroeg weer meteen contact maken: ‘dag mijn kleintje’. Ik vond het eigenlijk gek dat ik zo intensief geestelijk contact had met een afwezige, dat heb ik met een mens nooit gehad, dat wil ik trouwens ook niet. Vanmorgen om ongeveer 6 uur wou hij dat we samen het aaiprogramma zouden doornemen. Stevig aaien langs beide zijden van zijn lijfje, aan twee kanten van zijn kopje, hij achterover liggen en dan wrijven op zijn buik, even langs aaien als hij op de stoel lag. En op schoot voor de computer, en met me spelen door de spijltjes van de trap, enz. Ik mocht ook niet ophouden, zoals hij soms dwong dat ik doorging met aaien. En zijn neusje in mijn hand drukte. Even kwam de angst weer boven: hij krijgt zweetpootjes als hij bang is, dat bleek bij de dierenarts. Zweetpootjes in deze vrieskou, met deze ijzige oostenwind? Maar toen ik die gedachte met geweld had weggedrukt, gingen we weer door met het aaiprogramma. Tot 5 voor 7 uur. Toen werd het ineens stil. Hij is op dat tijdstip overleden. Als ik hem nu zoek, voel ik alleen mijn liefde voor hem, niet die van hem. Het is nu leeg.

Een mevrouw-kattefluisteraar zei dat Petertje aan zijn linker voorpoot gewond was en daarom niet naar huis had kunnen komen. Dat had ik liever niet geweten.

Hij heeft me een feestje gegeven van negen maanden. Maar ik mis hem nu zo.

Liebje Hoekendijk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*