Tante Juliasyndroom

Nest

 

Ze staat midden in de woonkamer in afwachting van ons oordeel. Even later klapt ze in haar handen zoals alleen meisjes van zestien dat kunnen. Aanleiding voor de jubel is de maximale tevredenheid over de verse trofeeën aan haar voeten. Modieuze oranje schoenen met sleehakken. En nu ook nog goedgekeurd door de thuisfrontjury op de driezitsbank.

Ik sta op. We gaan met de ruggen tegen elkaar aan staan. Okay, verzachtende omstandigheid is dat de hakken het beeld vertekenen. Hoe dan ook is het een kwestie van een paar maanden dat zij net als haar broer onomkeerbaar op haar vader neer zal kijken.

In figuurlijke zin is dat trouwens al behoorlijk aan de gang. En hoe snel zich dat allemaal heeft voltrokken: opkomst en ondergang van de voorbeeldfiguur. De eeuwige held die ik mij waande gedurende de periode dat ik rondfietste met het nakroost voorop in het kinderzitje. De neergang zette zich natuurlijk al een beetje in toen ze naar achterop verhuisden. Keken ze in elk geval nog wel tegen hun vaders rug aan en dus tegen hem op. Maar vanaf het moment dat het zitje achterop plaatsmaakte voor die suffe fietstassen en zij zich op hun eigen vervoermiddel wisten voort te bewegen, was de toon voor de latere jaren eigenlijk al gezet.

Dat ik smak met mijn eten. Dat de muziekkeuze niet deugt en mijn grappen niet. Dat de film stom is. Dat ik ouderwetse woorden gebruik. ‘Pak ‘m beet. Wat is dat, pak ‘m beet? Praat effe normaal.’

En dat je ze niet mag aanraken op de momenten dat je een onweerstaanbare drang voelt om even te knuffelen. Je ziet het al aan hun gezicht. Dat staat op blijf van-mijn-lijf.

Ik kijk nog een keer opzij, dat wil zeggen naar een heel klein beetje omhoog, om dochters blik te vangen. Ik moet op mijn tong bijten om het niet te zeggen.

Op zoek naar iets dat me op andere gedachten brengt. Het refrein van Tante Julia van Boudewijn de Groot. Dat helpt. Want verdomd, die jongen van ons speelt ook piano. En ik heb dan wel geen borsten, maar zo voelt dat dus voor hem. En natuurlijk weet ik dat van toen ik zelf hun leeftijd had. Die grote mensen met hun valse sentiment. Teiltje graag.

Bek houden dus en onderga je verbazing in stilte. En vooral niet vertellen dat het leek alsof het gisteren was dat je met dit meisje op je nek door het hoge gras banjerde, die ene mooie zomer. En dat je haar beentjes stevig omklemde omdat ze anders naar beneden zou kukelen.

Proef ik bloed in mijn mond?

 

 

 

Bijdrage ontleend aan

Nest
Anekdotes uit het kleine leven
Olaf Stomp

In Nest staan meer dan veertig columns met anekdotes uit ‘het kleine leven’. Melancholische verhalen met een lichtvoetige ondertoon; Nest is een feest van herkenning voor ouders met opgroeiende kinderen.

Te verkrijgen in iedere boekhandel of kijk op de site van de uitgever

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*