Boek door Ilja Leonard Pfeiffer
Recensie van: Liebje Hoekendijk
Recensies
Elke krant heeft wel een recensie geschreven, want de verkoopcijfers slaan alles. De meeste zijn juichend en herhalen de thema’s, voor ons niet zo interessant. Rob Schouten in Trouw noemt het ‘een echt meesterwerk’. In de Volkskrant (24-8) wordt doorgemijmerd over het ‘Europa gevoel’, dat is zoiets als de nostalgie van een oude dame. Mooi, Sehnsucht. Gevaarlijk dicht in de buurt van rechtse populisten en Brexetiers. De hang naar een verleden dat misschien nooit zo heeft bestaan. (Arie Elshout).
Kritiek klinkt in de Groene Amsterdammer, daar is het tenslotte een kritisch blad voor.
Joost de Vries schrijft (16-1-2019) dat hij zelf, samen met Joke van Leeuwen en Pfeiffer (voor La Superba) opgeroepen was om te horen wie van hen de Inktaap (een scholierenprijs) had gekregen. ‘We stonden gedrieën achter de coulissen, te wachten op de oproep om te verschijnen. We werden aangekondigd en liepen het podium op onder luid gejoel. Toen kwamen we er achter dat we Ilja kwijt waren. ‘Waar is Ilja?’ riepen de presentator en het publiek…Hij stond nog gewoon achter, in de coulissen. Te wachten tot het applaus was weggestorven en liep toen pas het podium op. Hij wilde zijn eigen applaus’.
In zijn zelfvergroting en zelfmystificatie…zette hij zichzelf al eens op de achterflap van een bundel als ‘liggend-naakt-met-schemerlamp’.
De kritiek van de Vries gaat door. ‘Zijn thema ‘toerisme’ kun je nauwelijks origineel noemen, en zijn ontelbare stukken over Grand Hotel Europa sjokt achter de opiniebladen aan’.
‘Je kunt je zelfs afvragen of de schrijver de ambitie heeft met originele ideeën te komen…hij zegt zelf dat zijn ideeën platgetreden en cliché zijn: zijn Ilja wordt zo een van Europa’s ‘Chattering Classes’, die eindeloos misstanden analyseert, vrijblijvend, sippend aan zijn witte wijn’.
Ilja is een personage ‘you love to hate’ zegt hij.
Bespreking
Grand Hotel Europa is een merkwaardige roman. Eigenlijk is het een dik essay, gelardeerd met een liefdesgeschiedenis. Dat essay gaat over:
– Toerisme en diens corrumperende effecten
– De cultuurgeschiedenis van Europa, de positie, toekomst en verval van dat werelddeel.
– Zijdelings wordt ook over migratie gesproken (Abdul), kunst (Caravaggio, 1571-1610 en de Biënnale 2017, en Damien Hirst).
– Daarbij filosofeert hij over de vraag wat authenticiteit is.
Deze onderwerpen worden gelardeerd met een warmbloedige liefdesgeschiedenis, waarbij de vrouw van het stel een kunsthistorica is, Daardoor kan via haar het onderwerp schilderkunst in de 16de/17de eeuw worden behandeld. Dat onderwerp wordt nog eens spannend gemaakt door een zoektocht naar een bepaald verdwenen schilderij.
Het knappe is, dat deze filosofische kwesties uitvoerig worden behandeld terwijl het toch een spannend leesboek blijft.
Ruwweg speelt het verhaal zich af, om en om, op twee locaties:
Grand Hotel Europa, locatie onbekend, waar behalve de ik-persoon, die stationair is, de gasten en het personeel langs komen, en de diverse plekken waar het liefdespaar heengaat of waar Ilja heengaat voor zijn werk: begonnen in Genua, dan Venetië, Malta, Skopje, Amsterdam, Portovenere en Abu Dhabi.
Verder is er een maf en inefficiënt team van documentaire-makers die een docu over toerisme zullen maken en die ons door de hele wereld willen brengen, maar beginnen in…Giethoorn, met de Chinezen aldaar.
De stijl
Pfeijffer is een goede schrijver. Hij maakt prachtige zinnen en heeft vaak intrigerende aforismen. Hij is overdadig eloquent.
Hij beschrijft uitvoerig zelf hoe hij wil schrijven na een bezoek aan de tentoonstelling van Damien Hirst Treasures from the Wreck of the Unbelievable. (pp 488). Daar komen we op terug.
Ilja schrijft daar over zichzelf: (p 493): ‘Zo moet ik schrijven, dacht ik, in de geest van dit machtsvertoon, deze gulheid en dit plezier in het avontuur. Ik moet de klassieke vormen niet mijden uit angst om niet modern te lijken, ik moet de moed hebben om de tijd waarin ik leef te vatten in marmeren zinnen, bronzen woorden en beelden van goud, zilver en jade. Met de beste middelen en materialen uit het verleden een gedenkteken oprichten voor nu. Groots moet het zijn, overdadig, een overweldigende orgie van fantasie, met de technische perfectie van de commerciële kitsch. Ik moet verbluffen, dat is mijn taak…..Ik moet de moed hebben om te schrijven over grote onderwerpen, zoals als de wereld en het verglijden der eeuwen….Ik moet het duister niet zoeken uit angst dat het licht ouderwets en achterhaald zou zijn…..Zij zullen het kitsch noemen, omdat ze het eigen onvermogen legitimeren door te heulen met een kunstopvatting die het onvolkomene, het voorlopige huldigt, maar ze zullen worden uitgewist door de eeuwen, zoals de afdrukken van hondepootjes op het strand door de zee’.
In dit boek voert hij zichzelf op als de ik-persoon, zelfs met dezelfde naam, wat de illusie moet scheppen dat het niet zozeer gaat om een verzonnen verhaal, maar om een verslag van werkelijke gebeurtenissen, zoals hij zelf zegt: ik moet mijn ervaringen met mijn verloren liefde opschrijven (in hotel Europa) om het verlies te kunnen verwerken.
Dat is verzonnen, want in een interview vertelt hij dat hij al jaren een vriendin heeft, Stella, die hem bijvoorbeeld heeft geholpen om van roken en drinken af te komen.
De locatie is om en om per hoofdstuk, in Grand Hotel Europa, locatie onbekend en elders met Clio.
Hij past zijn stijl aan, aan de locatie. In de stukken over het hotel is die stijl plechtig, ingewikkeld, hoofs, zo zelfs dat die bij een geil Amerikaans tienertje tot misverstanden leidt. Dat is een heel andere stijl dan wanneer hij over zijn verhouding met zijn geliefde Clio schrijft.
Hij spreekt bars, efficiënt en zonder flauwekul met het docu-team – zodat de tegenstelling met de wollige ideeën van dat team heel duidelijk wordt. Die discussies zijn vaak hilarisch.
Sommige gedeelten druipen van de ironie.
De seksscènes zijn zeer expliciet, gedetailleerd en ‘stomend’ zoals hij zelf zegt, maar ook fantasierijk beschreven. Ook als hij een imaginaire seksscene beschrijft met een Slavische in Skopje, of zijn eigen verkrachting-met-schriftelijke-toestemming door een Amerikaans tienermeisje.
De schrijver (1968)
De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer heeft een groot aantal publicaties op zijn naam staan, ze worden achterin het boek vermeld. La Superba, over Genua, is het bekendst, en in vele talen vertaald. Hij won diverse prijzen, maar dat hij de Librisprijs 2018 niet won, vond hij zelf zeer onterecht, zoals hij in het AD laat weten. Hij is dus ijdel zat. Dat opvallende lange haar werkt er ook aan mee dat hij vooral niet met iemand anders zal worden verward.
Hij woont en werkt in Genua, Italië, waarover hij ook een tv documentaireserie maakte. De verkoopcijfers van GHE breken alle records.
Het liefdesverhaal
In Genua ontmoet Ilja de kunsthistorica Clio. (blz. 41) Zij is zo mooi, dat het lijkt of ze voor hem onbereikbaar is, maar als ze blijkbaar toch voor hem valt en bijna onmiddellijk seks wil is hij verder haar slaaf. Hij koopt een hele nieuwe garderobe om haar waardig te zijn.
Clio foetert over haar werk – ze foetert trouwens wat af – ‘In Italië telt het alleen of je connecties hebt. Of je wat kunt of goed opgeleid bent, is van geen waarde’ Als ze toch een goede baan bij een Academia annex museum in Venetië kan krijgen, neemt ze die aan en Ilja gaat mee.
In Venetië ontmoeten ze een vaag gezelschap dat een documentaire wil maken over toerisme, zonder plan of geld, maar Ilja ziet kansen om ze te gebruiken. Als ze subsidie kunnen krijgen kan hij met ze mee wereldreizen maken om overal ter plaatse te kunnen filmen, en dat zal hem helpen omdat hij een boek over toerisme wil schrijven. De eerste locatie is echter thuis in Giethoorn, wat de schrijver de kans geeft over de invasie van Chinese toeristen te kunnen schrijven. (‘Weet u wanneer het hier sluit?’). Er wordt nog niet gefilmd want er moet nog langer creatief gebrainstormd worden.
In augustus moeten Italianen naar het strand. Dat is een ijzeren wet. Ilja ziet daar tegenop. Waar laat ik mijn jasje waar al mijn papieren inzitten? Hoe kan ik schrijven als ik op de keitjes lig? In de hitte? Maar Clio vindt een fijn hotel, op een eilandje tegenover het kuststadje Portovenere. Daar zijn ze bij het diner een glamour-koppel in hun merkkleding. Ze worden er zelf ook romantisch van en praten over hun liefde.
Na een tijdje gaan ze zich vervelen, en om de tijd te doden wordt de speurtocht naar het verdwenen schilderij van Caravaggio weer opgepakt, waarvoor ze al eerder zonder succes in Malta waren geweest.
Het gaat om een deel van een drieluik met afbeelding van Maria Magdalena. Eerst had Clio een ingewikkelde historie verzonnen, rijk gedocumenteerd, waarom het op Malta zou moeten zijn, bij de Maltezer ridders. Die zouden Caravaggio na ontvangst van het schilderij (dat moest dienen als afkoop), alsnog hebben vermoord – want hij was toch al veroordeeld. Maar daar werd het niet gevonden.
Nu verzinnen ze een historische grond om te denken dat het in het vervallen kasteel Castella Doria zou moeten zijn, dat torent op een berg boven Portovenere. Als we een duistere kamer, een geheime code, een diepe kelderput en een putto met een wijzende vinger verder zijn, wordt alleen een kapot Barbiepopje gevonden.
Terug in Genua ontmoeten ze een vroegere (rondborstige) vlam van Ilja die hij hartelijk begroet. Clio ontsteekt in heftige jaloezie. Zwijgend gaan ze op weg naar Venetië. Daar volgt alsnog een dagenlang durende verwijtpartij, zo eloquent en gevarieerd dat het een applausje ontlokt aan de omstanders. Eindelijk komt ze aan een concreet verwijt dat uitkomst kan bieden: ‘een echte man zou me bloemen geven’. Volgt een ijzige beschrijving van de tocht door de mensenmassa in Venetië om die bloemen te kopen, waarbij hij uit frustratie een Duitser met zijn fototoestel en al in de Canal Grande mept, wat dreigt juridische gevolgen te hebben. Maar, Clio is geapaiseerd, en zij gebruikt haar relaties om straf te voorkomen. Clio is er nu overheen. Maar bij Ilja blijft het wel haken. Er is iets gaan knagen aan de liefde, is er tussen hen wel vertrouwen?
Na een andere dag met een ononderbroken stroom van verwijten stelt Clio hem voor het blok: ‘wat vind je eigenlijk van ons?’. Ilja beseft dat hierop geen goed antwoord mogelijk is, op alles kan hij worden aangevallen. Hij zegt: ‘ik moet nog zoveel leren’. Dat apaiseert Clio: ‘ik ook’ zegt ze. Ilja was dankbaar dat de kalmte was weergekeerd.
Clio werkt aan een congres voor Museumdirecteuren, een idee van Ilja, maar dat mag je niet zeggen. Dat is een ingewikkelde en belastende klus, waarom Ilja na een tijdje bedenkt dat Clio afleiding nodig heeft. Misschien weer samen gaan zoeken naar het verdwenen schilderij? Nu doet Ilja de research, en vindt sporen die zouden kunnen leiden naar Venetië. Maar dat spoor loopt dood.
Clio krijgt een aanbod om te komen werken aan een nieuw museum, een Louvre-annexe, in Abu Dhabi. Ze gaan er samen heen, en ze krijgt de baan. Ilja ziet er niks in: Europese top-kunst hierheen halen, die je niet eens kunt beschermen tegen hitte, zand en vocht? Alleen omdat de rijke sjeiks iets willen hebben om mee te pronken?
Clio ontkent het niet, maar haar carrière heeft geen toekomst in Europa, dit is haar kans. Ze noemt Ilja een egoïst. Dat zegt ze dan echt een keer te veel. Alle eerdere keren waren het treffers, maar deze keer is het een voltreffer. Dit voelt als het einde. ‘Ik kan niet met je mee hier naar toegaan, ik kan alleen werken in Europa’’. ‘’Dat begrijp ik,’’ zegt Clio.
Hij vertrekt. Dat ze daar alleen zal zijn, zonder zijn troost, terwijl hij die de enige is die haar begrijpt, in die vreselijke, totaal kunstmatige, hete leefomgeving, dat vindt hij nog het ergste.
Hij haalt zijn spullen op uit hun huis in Venetië en gaat naar Grand Hotel Europa, dat hij op internet gevonden heeft. Daar kan hij zijn ervaringen met Clio overdenken en opschrijven.
Als zijn verblijf in Grand Hotel Europa ten einde loopt, mag hij nog de kamers zien van de hoogbejaarde eigenaresse, die overleden is. En….daar hangt de verdwenen Caravaggio! Nee, niet meteen mailen naar Clio. Want als het schilderij gevonden is, is het spel van de zoektocht definitief voorbij.
Waar gaat u heen? vraagt picolo Abdul als hij met zijn koffers een taxi bestelt. ‘’Naar Abu Dhabi’’, zegt Ilja. ‘’Wat is daar dan?’’ ‘’Daar is alleen woestijn’’, zand en sterren, maar ook Clio…
Grand Hotel Europa
De naam van het hotel is niet de naam van het werelddeel, maar van de eigenaresse, die is vernoemd naar de vrouw die door Zeus, in de gedaante van een stier werd ontvoerd. 541. Maar dat komen we pas op het eind te weten.
Het hotel is geheel klassiek gemaakt, met Korinthische zuilen, kristallen kroonluchters, marmeren trappen en een piccolo met een nostalgisch rood kostuum.
Het lijdt een slapend bestaan. Er worden enkele stamgasten beschreven waarmee Ilja intellectuele gesprekken voert (Patelski) of vijandige gesprekken met een dichteres (Albane). Nieuwe gasten illustreren de cultuurverschillen: Amerikanen en Chinezen.
Eigenlijk is het al duidelijk wat de toekomst van het hotel is, als de nieuwe Chinese eigenaar van Grand Hotel Europa, de heer Wang, het bloemenboeket bij de trap vervangt door kunstbloemen.
Dat dan ook de antieke kristallen kroonluchter wordt vervangen door een constructie met Swarovski kristal en gekleurde led-lichtjes, het portret van Paganini wordt vervangen door een foto van de Eiffeltoren en de (authentieke) Chinese kamer wordt leeggehaald en ingericht als een Engelse pub, dan verbaast ons dat niet meer.
Maar: de fontein sproeit weer. Dat is wat kapitaal kan doen!
Op een nevelige dag wil Ilja eigenlijk maar het liefst dat het hotel de mist oplost.
Maar de verdere sloop van het eigen karakter van het hotel gaat door als de majordomo Montebello, de ziel van het hotel, wordt ontslagen. Hij is niet goed met de computer en spreekt geen Chinees. Ilja wil actie voeren om dit onvoorstelbare besluit terug te draaien. Maar met de vaste bewoners lukt het niet om tot een gemeenschappelijke tekst te komen voor een protestbrief. Dan maar anders, en hij vertelt de eigenaar dat hij met deze majordomo iets in handen heeft wat elke toerist prachtig zal vinden: Zo typisch Europees! Als hij hem nou gewoon de taken zou laten doen die hij altijd deed. Die computer kan ook iemand anders bedienen. Mijnheer Wang is overtuigd. Hij mag blijven.
Dat moet worden gevierd. Een echt gala wordt georganiseerd in de grote hal.
Een gast, een klein Chinees violistje van 12 jaar zal gevraagd worden te spelen, en zij speelt Paganini op meesterlijke wijze. En dan klinkt geruis van echte zijde, en het rinkelen echte juwelen. De hoogbejaarde eigenaresse komt de trap af. Zij was al die tijd onbenaderbaar gebleven maar nu komt ze naar beneden, gelokt door de klanken van de viool van haar geliefde muziek. Ze is in het wit, en ze is zelf ook wit.
Met tranen gaat ze weer terug. Die nacht sterft ze…Een grootse begrafenis volgt, waarin alle vergane glorie van oude vorstenhuizen vertegenwoordigd is.
De thema’s.
Thema I: toerisme.
Het zou werkelijk moeilijk zijn om nog een aspect van het toerisme te vinden dat hij niet uitputtend heeft behandeld.
Het onverdraaglijke dieptepunt is het verhaal waar een jong meisje publiekelijk verkracht wordt om de eer van de familie te redden, terwijl er gesuggereerd wordt dat het een achterhaald gebruik is, alleen soms herhaald voor toeristen.
Letterlijke top van voedsel-wansmaak is de Pizza Cone, te koop in Amsterdam: dat is een puntzak gemaakt van pizzadeeg, gevuld met patat, overgoten met Nutella en M&Mjes, daarover suikerglazuur, slagroom en chocoladesaus. (Het lijkt een grapje, maar ze bestaan echt). ’Een monstrum van verboden kindervoer’ 304
Er bestaat een reisbureau in Almere, Xtreme Xperiences, dat zover gaat dat ze reizen aanbiedt waar de gasten een reëel gevaar voor eigen leven meemaken: verhongeren, verlies van een hand of ander lichaamsdeel. ‘’Zonder risico geen authentieke ervaring’’ 463. (Vraag: fictie of feit?)
Hilarisch is het gesprek met de Amsterdamse ambtenaar van Tiggelen, die Amsterdam moet promoten (hij doet citymarketing) en nu alleen probeert om zoveel mogelijk toeristen uit Amsterdam weg te krijgen, o.a. door andere plekken ‘Amsterdams’ te noemen: Katwijk wordt ‘Amsterdam beach’, de Hunebedden in Drenthe worden ‘Amsterdam stones’ enz. Het effect is echter klein terwijl Katwijk bijv. er wel problemen bij krijgt. Zijn conclusie is, en die is ook gebaseerd op ervaringen van andere toeristensteden: het enige dat echt helpt is een terroristische aanval, maar het organiseren daarvan is nog wat problematisch.
De abjecte dictator van de Filippijnen, Duerte heeft het paradijselijke eiland Boracay voorlopig gesloten voor toeristen, 2 miljoen per jaar. Het was(384) totaal verloederd en vervuild nadat het tot mooiste eiland was uitgeroepen. In een democratie zou een dergelijk besluit heel moeilijk te nemen zijn, ook al is duidelijk dat toerisme datgene vernietigt waardoor het aantrekkelijk was.
Het voornaamste leerpunt is, dat toerisme weliswaar een bron van inkomsten kan zijn van de lokale bevolking, maar dat het leeuwendeel van die inkomsten niet naar die bevolking gaat maar vloeit naar grote buitenlandse investeerders zoals bijv. hotelketens, terwijl er wel op de lokale schatten van natuur en cultuur wordt geparasiteerd.
De grote cruiseschepen die Venetië aandoen leveren nauwelijks winst op voor de bevolking terwijl de kades er langzaam aan kapotgaan: de winst is voor de grote rederijen.
Airbnb Amsterdam spekt de kas van de eigenaar in Amerika; de eigenaar van het Amstelhotel zit in Quatar, de kanaalboten zijn van een bedrijf in Zweden.
En dat, terwijl de kosten voor de stad hoger zijn dan de inkomsten. De lasten zijn ook groot voor de bewoners die door stijgende woonkosten uit hun stad worden weggejaagd.
In een talkshow vertelt Pfeiffer dat hij heeft onderzocht of er nog een terugweg mogelijk is voor Europese steden. Hij zegt: ‘alleen voor Berlijn en een gedeelte van Amsterdam. Voor de rest is het te laat’.
De problemen zullen dus alleen maar toenemen want het toerisme neemt toe. De welvaart groeit wereldwijd. Iedereen ‘wil ook’. Daarbij is er soms geen alternatief voor de lokale bevolking: landbouw en visserij zitten in het slop.
Verder geeft Pfeiffer opmerkelijke observaties, zoals deze: omdat hij goed gekleed is wordt hij door een toerist in Malta, die zelf een horroroutfit heeft met blote kuiten en een bloemenbermuda, aangezien voor een hotelmedewerker. De goedgeklede mensen zijn dienaars, de toerist thuis dus ook. Het hawaïhemd toont de ware baas.[1]
Thema II: De cultuurgeschiedenis van Europa
Tussendoor, enkele pagina’s (v.a.126), is er een discussie tussen hotelgast van het Grand Hotel Europa Patelski en Ilja over ‘De (?) Idee Europa’. Geciteerd wordt uit een lezing van George Steiner. (GS schreef in 1966 een boek over dat onderwerp en heeft in nov. 2003 op verzoek van het Nexus Instituut daarover een lezing gehouden, als voorbereiding van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in 2004. GS was ook een van de deelnemers aan de VPRO-programmaserie: ‘Van de schoonheid en de troost’).
Hij geeft 5 punten:
- De alomtegenwoordigheid van Cafés (als ontmoetingsplaatsen)
- Gedomesticeerde natuur
- Europa is doordrenkt van eigen geschiedenis
- De beschaving is geboren in Athene en Jeruzalem; vrucht van rede en openbaring. ratio en geloof, maar beide wel vastgelegd in geschriften.
- Europa is zich bewust van zijn eigen verval. De basis van de culturele rijkdom was de economische en militaire superioriteit, en die is definitief verleden tijd. Europa is irrelevant geworden. Het is een park.
Het gesprek is een intellectueel hoogstandje.
Pfeiffer geeft terloops veel voorbeelden van oude Europese cultuur. Hij neemt de gelegenheid te baat om ons ook een scala van middeleeuwse martelwerktuigen voor te schotelen (407).
Enkele observaties over Europa, door het boek heen:
- Het productieve deel van de mensheid woont in Azië. Als beeldschone, gemarginaliseerde regio Europa kunnen we de tuin van de wereld zijn, en misschien is dat nog niet zo slecht 455.
- Wat wij zien als patina, ziet de Chinese heer Wang als roes
- In Europa is het enige dat men zeker weet, dat men moet geloven in het denken 536
- en ik geeft Europa gelijk dat het wortels belangrijker vindt dan bestemmingen. 536
- We hebben een diepgeworteld idee dat onze beschaving ten onder gaat.
Thema III: Kunst
De kunstschilder Caravaggio is al genoemd en beschreven.
De Musea moeten de kunst bewaren en beschermen, maar hun voornaamste probleem is het management van de wachtrijen voor de kassa.
Moderne kunst zien we in de Biënnale van Venetië, in 2018, die bezocht wordt door Clio en Ilja. Zij lopen langs de paviljoens van de diverse landen, uitgestald in het oude Arsenaal in Venetië.
Met grote spot beschrijft Ilja de diverse inzendingen. ‘In deze hallen, waar ooit de beste zeewaardige schepen werden gebouwd, is een plek geboden aan fragiel knutselwerk van de Avant Garde….Afgezien van een gebrek aan ambachtelijkheid is er een grote ideeënarmoede. Er waren truitjes die met punaises waren geprikt op een kaart van arme landen, om ons bewustzijn af te dwingen voor arbeidsomstandigheden daar; er was een groot werk dat bleek te bestaan uit honderden cassettebandjes die op karton waren gelijmd; er waren schoenen aan touwtjes met plantjes er in; er was een sculptuur van aan elkaar gelijmde stukken Chinese vazen die in elkaar zou donderen bij een niesbui…. het was vooral slecht gemaakte fantasieloze troep.’
Clio ergert zich vooral aan de slechte kwaliteit van de verf die is gebruikt, zo’n kunstwerk is na 10 jaar al weggevaagd.
Ilja vermoedt dat het een gebrek aan zelfvertrouwen is. Alles is al eerder en beter gedaan. De Europese kunst heeft misschien te lang geduurd.
Daarna de tentoonstelling van Damien Hirst 487 (de man van de met diamanten bezette schedel): Treasures from the Wreck of the Unbelieveble. Het beslaat twee museumruimtes. De schrijver neemt ons stuk voor stuk mee langs alle werken, zo’n honderdtal. Alles vervaardigd uit de duurste materialen. De grote investering spreekt uit alles, het heeft 100 miljoen dollar gekost en is gemaakt door 100 vakmensen. Er is tien jaar aan gewerkt. 488
De illusie moet zijn dat het oude, teruggevonden en beschadigde kunst is uit de antieke tijd, opgedolven uit de zee. De werkzaamheden van de z.g. duikers zijn gefilmd en worden bijgeleverd.
De heftigste taferelen uit de mythologie zijn heel realistisch uitgebeeld. ‘Het is mythologische porno’ zegt Ilja. De marmeren en bronzen beelden zijn perfect gemaakt, maar kapot en begroeid met sponzen en koralen. Een Chinese toerist begrijpt er niks van en vraagt een suppost waar de originelen zijn, in het Louvre soms?
Maar Ilja vindt dit geweldig, het inspireert hem, want de tekenen van verval maken een onvervreembaar deel uit van het kunstwerk. Het is kunst en kitsch tegelijk. Het is een kolossale opgestoken middelvinger naar die dilettanten met hun ideetjes en hun knutselwerkjes.
En tevens stelt het de vergankelijkheid van onze beschaving ter discussie. Wat hebben wij in onze tijd dan wel? Ja, het World Wide Web, met al zijn vluchtigheid en kwetsbaarheid? Maar we leven zelf in een museum en produceren niets wat zal glimmen in de pronkzalen van de musea van de toekomst 497
Hirst heeft ook Mickey Mouse en Pluto laten opdelven uit het antieke schip, ze zitten ook vol koralen en sponzen. Maar dat is eigenlijk niet grappig, het contrast met die goden en helden uit de glorieuze oude epochen wordt dan wel erg groot.
Marco, van het documentaire team heeft zijn conclusie getrokken. Hij houdt er mee op omdat er al zoveel goede kunst is. Wat kun je nog toevoegen? Hij gaat iets anders doen.
Maakt Hirst kunst? Daarover verschillen de meningen. Hij lijkt te passen bij die anderen zoals Jeff Koons met zijn hond van opgeblazen ballonnen (balloon dog) en Andy Warhol met zijn schilderij van een blik Campbell soep, en nu Joanna Vasconcela met haar gigantische zilveren avondschoen van roestvrij stalen pannen.
En dan is er ook nog kunst die eigenlijk alleen het bezit van geld symboliseert, en uitsluitend dienst als statussymbool. Die wordt beschreven als de woestijnsjeiks in Abu Dhabi kunst gaan opkopen om mee te pronken in een eigen museum, money no object.
Thema IV:Authenticiteit
Het verschijnsel toerisme is de ultieme problematisering van het op zichzelf al steeds problematischer wordende concept van authenticiteit. 115 ‘…de vrije markt maakt dat zoveel mogelijk aan de slechte smaak wordt toegegeven’. 449 het bevestiging van vooroordelen levert geld op.
Vraag: is een kopie dan niet even goed als het origineel? Wat zijn we dan in Europa, als we alleen maar de behoeders zijn van origineel cultureel erfgoed? Damien Hirst geeft een nieuwe twist aan het onderwerp, want hij gebruikt echt marmer, echt goud, kortom perfect materiaal, zijn beelden zijn anatomisch helemaal goed en knap, maar hij maakt daarmee alleen kapotte antieke kunst die dus nooit echt als zodanig heeft bestaan.
Wat te denken van Venetië, dat op de achtste verdieping in een hotel in Las Vegas werd nagemaakt? – met water en gondels en al, maar wel handiger: de Rialtobrug heeft roltrappen. En van Amsterdam dat wordt nagemaakt in Japan? 116 Parijs in een Chinees dorp? Er zijn zelfs z.g. weeshuizen in Afrika waar ze kinderen lenen van hun ouders om een plek te kunnen bieden aan goedbedoelende jongeren die zo graag willen komen helpen in een derde wereldland, en daar flink voor betalen.
Om enkele voorbeelden te noemen.
Wat is waarheid? Abdul, de piccolo van GHE heeft zijn vluchtverhaal aan de immigratieambtenaar verteld met gebruikmaking van een antiek verhaal van Aeneis van Vergilius, dat hij had gelezen. Het gaf precies zijn ervaringen en gevoelens weer, waardoor dat voor hem het echte verhaal was. ‘Intertextueel’ zegt Pfeiffer, hij vertelde zijn verhaal met gebruikmaking van een verhaal dat eigenlijk van alle tijden is. Het wordt geaccepteerd.
Authenticiteit…misschien is het idee een constructie.
Enkele opmerkelijke uitspraken
- Wanneer de herinnering aan het verleden de droom is van het heden,is de toekomst niets anders dan iets wat ten overvloede nog wordt toegevoegd aan van al geweest is. Dan verwatert de tijd tot hij zo zeer is verdund dat niemand er nog iets mee kan. blz.75
- De Amerikaanse droom identificeert zich met winnaars. Als de officiële filosofie is dat iedereen die zijn best doet zich naar de top kan knokken, dan betekent het dat degene die de top niet bereikt, niet zijn best heeft gedaan. Blz.281
- Alles wat we maken is gemaakt om kapot te gaan zodat we blijven consumeren
- Een stad die zich uitlevert aan het toerisme verkoopt haar ziel blz. 113
- Categorische afwijzing van de traditie is een crisisverschijnsel 480
Liebje Hoekendijk
(boekbespreking voor de leeskring van de VVAO-Gooi en Eemland)
[1] Een recente bevestiging van deze observatie: de adviseur van Boris Johnson in Engeland, Dominic Cummings, heeft bedongen dat zijn adviezen absoluut opgevolgd dienen te worden. Hij is dus feitelijk de baas (zoals eerder in de film over de Brexit). En hij is de enige die in augustus, tussen alle pakken, in een t-shirt loopt.