Het leven op het platteland verschilt duidelijk van een bestaan in de stad. Dat geldt voor Nederland maar ook voor Frankrijk. Zeker voor ouderen die, omdat de afstanden zoveel groter zijn in Frankrijk, erg afhankelijk zijn van hulp en voorzieningen aan huis. Thuiszorg bij ouderen is dan ook bijna een feestje; de mensen zijn ongelooflijk dankbaar met elke hand die hen wordt toegestoken omdat het hun dagelijkse ‘stilte’ doorbreekt en hen even in contact brengt met de rest van de wereld.
Thuiszorg in Frankrijk
Thuiszorg is in Frankrijk voor oudere mensen goed georganiseerd. Ze betalen dit zelf of maken gebruik van een financiële ondersteuning. Veel mensen doen een beroep op deze subsidie omdat ze geen middelen hebben voor een bejaarden- of verzorgingshuis maar óók niet voor hulp aan huis. Thuiszorg, met een medische indicatie, is dus vaak de enige manier om enigszins verzorgd oud te worden. Er moeten heel veel papieren ingevuld worden, het inkomen wordt getoetst en wanneer het pensioen van overheidswege niet toereikend is, komt een oudere in aanmerking voor een tegemoetkoming, afgekort APA (Allocation Personnalisée d’Autonomie). Dit komt uit het potje van de Conseil général, onderdeel van het departementale (provinciale) bestuur. Is het pensioen, vergelijkbaar met de AOW, in het geheel niet toereikend, dan worden alle kosten voor thuishulp vergoed.
Zijn er grote verschillen tussen thuiszorg in Nederland en Frankrijk? In de basis niet, maar tradities en gebruiken en de eenvoud van het plattelandsbestaan bepalen wel voor een groot deel het werk voor de alfahulp. Speciaal wanneer je een blozende Hollandse bent die helemaal niets weet van al die gebruiken en van deze andere manier van leven. Gelukkig passen Nederlanders zich snel aan…
De woonomstandigheden
Zo kom ik bij vier ouderen: drie vrouwen en één man. Allemaal gewend aan het harde boerenbestaan en, voor Nederlandse begrippen, omringd door weinig luxe en comfort in huis. De keuken is de enige plek in huis die verwarmd is. Ze noemen het een keuken, maar het is vaak alleen een aanrecht met wat oude, door de tijd geteisterde kastjes en planken. De vloeren zijn soms gemaakt van gladgestreken beton of generaties oud parket en ja, die moet je boenen! Het houten plafond is zwart geblakerd door het op hout gestookte fornuis dat zeker tien generaties terug al stond te walmen in dezelfde keuken. Alles is zó oud en versleten dat het haast onmogelijk is om het met schoonmaken alléén nog iets te doen lijken. En de mensen zijn zo zuinig dat alles tot op de draad toe wordt versleten en gebruikt. Consuminderen met een hoofdletter: daar zou zelfs Dagobert Duck nog iets van kunnen leren!
Het inkomen
Het pensioen (tussen 600-700 euro per maand) is voor veel van deze mensen maar net toereikend; het huis of het boerenbedrijf is vaak al bij leven aan de kinderen geschonken. Om de andere kinderen te compenseren is al het overige kapitaal ook al weggegeven. Als de kinderen hebben geërfd, bijt moeder op een houtje. Ze hebben weliswaar het vruchtgebruik van de eigen woning, maar armoedig is het wel. En soms eenzaam. Vandaar dat ik meestal met open armen wordt ontvangen: hoera! Daar is het welkome gezelschap, het luisterende oor, het laatste nieuws (of roddels) uit ons dorp Barcus en een paar uur van verstrooiing. Je wordt er bijna verlegen van, want ze steken niet onder stoelen of banken hoe blij ze met je zijn. Steevast volgt de eerste vraag: “Il y a des nouvelles a Barcus?” Of: “Il y a des malades ou des décès?” Nieuws uit het dorp of over zieken en overledenen, dit is het nieuws waar ze naar uitkijken, want ze kennen ongeveer iedereen in ons dorp waar niet meer dan 800 mensen wonen.
Tafeltje dekje
Net als in Nederland kunnen zij gebruikmaken van een thuisbezorgde warme maaltijd. Verschillende instanties verzorgen dit, maar het principe is overal hetzelfde: een doos met allerlei kleine plastic bakjes eten die zó in de magnetron gezet kunnen worden. Dus rijden er ook in onze regio speciaal daarvoor ingerichte bestelwagens die de warme maaltijd aan huis bezorgen.
Er wordt verschillend gereageerd op het menu. Aangezien ik bij oudere mensen op het platteland werk, veel boerenmensen dus, is fait a la maison van het grootste belang. Iedereen op het platteland heeft een enorme groentetuin en heeft de beschikking over verse groente. Er wordt gedurende het seizoen heel wat afgeweckt, ingemaakt en ingeblikt. Alles om de speciale ‘van het huis’-smaak te garanderen. En ‘wat de boer niet kent’ geldt zeker in Frankrijk. Dus zijn veel van mijn cliënten kritisch over de maaltijd. De kwaliteit haalt het niet bij dat wat ze gewend zijn en het liefst zouden ze willen dat iemand elke dag hun potje zou koken. Bovendien kennen ze veel gerechten niet: pizza? Een quiche? Dat is voor deze generatie geen dagelijkse kost. Zelf heb ik ook af en toe bedenkingen bij de keuze van het menu. Zo is het vlees vaak erg dik gesneden, lastig met een kunstgebit. En het zout is bepaald niet op de bon terwijl veel van ‘mijn oudjes’ hart- en vaatziekten hebben. Maar voor acht euro per maaltijd, thuisbezorgd bij een soms erg afgelegen huis op het platteland, of ergens in de bergen, is de prijs niet eens zo hoog.
Twee hele dikke poezen.
Het thema eten en drinken is in Frankrijk heel belangrijk. Een groot deel van het sociale leven draait om eten en de bereiding ervan. Alleen je warme maaltijd nuttigen is dan ook niet ideaal. Soms voel ik mij als alfahulp een soort van reddingsboei; eentje waar mensen zich graag even aan vastklampen om dat eenzame gevoel voor een paar uurtjes te verdrijven. Om uitgebreid het menu van die dag door te nemen en te laten weten wat ik ga eten en wat we allemaal lekker vinden. En we praten over hoe je het beste jam kunt maken, de lekkerste soep maakt en of er al paddenstoelen te vinden zijn in het bos. Uiteraard onder het genot van een kopje koffie of een klein aperitiefje. Met dat aperitiefje wordt soms royaal omgesprongen; voor je het weet zit je met een limonadeglas port voor je neus. En daarna moet je nog naar huis rijden! In het begin durfde ik daar niets van te zeggen. Dus in één teug het hele glas legen en snel naar huis rijden voordat de alcohol zijn werk doet. Nu giet ik het grootste deel van het glas terug in de fles als mijn gastheer of gastvrouw even niet kijkt. Wel zo gezond voor mijn lever en medeweggebruikers.
Fransen eten tussen de middag warm. Bij voorkeur precies om twaalf uur. Dus op dat tijdstip schuiven de meeste oudere mensen hun warme maaltijd in de magnetron. Altijd voorafgaand met een goed gevulde soep. Gelukkig kun je daar als Tafeltje dek je niet veel fout mee doen. De rest van de maaltijd blijft meestal onaangeroerd of er wordt hooguit van geproefd. Mijn oudste cliënte is 93 en heeft twee hele dikke poezen. Eén keer raden wat die elke dag te eten krijgen.
Over de auteur
Alinda van Dijk verhuisde in oktober 2007 naar het Frans-Baskische platteland om daar, samen met haar gezin, een bijzondere uitdaging aan te gaan. Op zoek naar een andere manier van leven waarin meer tijd is voor rust, kwaliteit en elkaar. Zij en haar man hebben in Barcus een gite en een camping a la ferme. Daarnaast werkt Alinda als tekstschrijver en thuishulp bij ouderen. Het gezin is volledig geïntegreerd in de lokale omgeving en geniet er van de ruimte, de vrijheid en het uitzicht op de Pyreneeën.
Eerder gepubliceerd in het tijdschrift Geron