Enige tijd geleden hoorde ik Eurocommissaris Timmermans zeggen dat we ons moeten hoeden voor nationalisme dat de EU ondermijnt. Ook ministers uit onze regering uiten voortdurend hun bezorgdheid voor dat overal opkomende nationalisme dat de eenheid in Europa bedreigt. Maar ze subsidiëren wel ijverig de sport en hopen dat Nederland in Rio tot een van de tien beste sportlanden ter wereld uitgroeit. De prestaties van Dafne Schippers rekent menige Nederlander zich toe en talloze Nederlanders identificeren zich met Max Verstappen ook al hebben ze nooit iets met autoraces gehad. Sport is populistisch. Als er iets het nationalisme aanmoedigt en versterkt is dat wel de sport. Die wordt door bijna iedereen omarmd en gepromoot, niet in het minst door onze volksvertegenwoordigers. Als Mollema bijna de Tour de France wint, staat half Nederland op z’n kop. De media staan er vol van. Nederland telt weer mee, kopt de sportpagina van een grote krant. Maar tegelijk houden velen van hen ons voor dat we meer Europees moeten gaan denken, niet chauvinistisch moeten zijn en ons niet moeten verlagen tot dat platvloerse populisme. Soms zijn dat dezelfde mensen die zich erop beroepen dat we het sterkste hockeyland ter wereld zijn.
Is hier niet sprake van een tegenstrijdigheid? Hoe kun je nu voortdurend betogen dat we Europees en minder nationalistisch moeten denken en handelen en tegelijkertijd Nederlandse sporters overal aanmoedigen – en vooral natuurlijk op de Olympische spelen – om de eer van het vaderland hoog te houden en daarmee die van andere landen de baas te blijven. Natuurlijk is dat niet tegenstrijdig zullen politici zeggen. En ze gaan haarfijn uitleggen dat het domme volk allerlei zaken door elkaar gooit. Sport en politiek hebben niets met elkaar te maken, zeggen sommigen. Als Nederland in een belangrijke sport wereldkampioen of Europees kampioen wordt, heeft dat niets met politiek te maken ook al worden de sporters eervol door koning en regering onthaald en hangen overal in het land de vlaggen uit. Het is natuurlijk jammer dat sommige mensen dat niet begrijpen, maar daar zijn dan juist politici en ontwikkelde mensen voor om dat uit te leggen.
Anderen beweren dat nationalisme een groot goed is dat niet genoeg kan worden gestimuleerd. Het maakt ons één en kan onderlinge tegenstellingen ongedaan maken. Dat we meedoen met Europa en een groot voorstander zijn van de EU is alleen maar omdat we daar zelf beter van worden, dat we als land ons sterker en rijker weten dan andere. Sportprestaties maken dat op de beste manier duidelijk. Daarom moeten landen ook flink investeren in sport, vooral topsport want daarin blinken we dan als land uit. Het Olympisch comité wil dat Nederland bij de Olympische spelen in Brazilië tot de tien beste sportlanden van de wereld behoort. Dat zou geweldig zijn, hoor ik een minister zeggen. Dan zijn we waar we moeten zijn. We hebben ook een koning die goed is in sport. Hij doet mee ons land op de wereldkaart te zetten.
Er zijn natuurlijk ook mensen die tegen sport zijn zoals bijvoorbeeld een Maarten van Rossum. Vooral tegen topsport, dat is ongezond. Daarmee doe je een aanslag op je lichaam. Bovendien voer je strijd, een oorlog tegen anderen. Ook dat is verwerpelijk. Sport lijkt een verkapte manier van oorlog voeren. Pacifisten zijn in de regel ook tegen sport. Ze doen wel mee met spelletjes maar niet om te winnen. Ook zijn er de antinationalisten. Ze zijn veelal ook tegen een koningshuis want dat stimuleert teveel het gevoel van een nationaliteit en de opvatting van een eigen land, terwijl we feitelijk een provincie van Duitsland zijn of een Europese regio. Het nationalisme is een erfenis van de achttiende en negentiende eeuw en dient zo snel mogelijk ongedaan gemaakt te worden want het vormt een basis voor oorlog, aldus de felle bestrijders van nationalisme.
Een echte politicus maakt een onderscheid tussen gezond en ongezond nationalisme en bepaalt daarbij zelf wat als gezond en als ongezond moet worden beschouwd. En iedereen is natuurlijk tegen een ongezond nationalisme. Dan blijkt hoe eensgezind we met z’n allen zijn.
Aan iedereen een mooie en gezonde sportzomer gewenst.
P.W.