In de de laatste jaren van de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig zinderde het in Nederland ( en daarbuiten) van radicale democratisering: discussies, demonstraties, omverwerpen van bestaande instituties en een krachtige hang naar socialisme en communisme. Een revival van de denkbeelden van Marx, Engels, Lenin en de omarming van het gedachtegoed van de Chinese leider Mao Tse Toeng. Vooraanstaande intellectuelen sprongen op de bres voor een nieuwe socialistische heilstaat. In Nederland floreerde de Communistische Partij Nederland CPN en kende daarnaast vele splintergroeperingen met veel radicalere ideeën, zoals de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland KEN en anarchistische en trotskistische groeperingen. En zoals het hoort: al die partijen en partijtjes hadden niet alleen de waarheid in pacht, maar bestreden voornamelijk elkaar. De KEN floreerde mede op de afstand die men creëerde van de CPN en eventueel de PvdA. Zo was er ‘de volksvijandige regering Den Uyl’ en werd werk gemaakt op hogescholen en universiteiten om studenten te mobiliseren voor de arbeidersstrijd die ieder moment kon losbarsten. De huidige SP is overigens een erfgenaam van een toenmalige afsplitsing van de KEN omdat men het in de KEN niet eens kon worden over de te voeren strategie in de strijd. De CPN voerde haar politiek op basis van ‘Moskou’ en de KEN deed datzelfde op basis van Mao. Dat gaf ook de context voor de eigen normatieve waarheid. Wat goed was en wat slecht, werd voor je bepaald. De geschriften van Marx, Friedrich Engels, Rosa Luxemburg (min of meer) en Mao (bij de KEN) waren goed en alle andere figuren in historisch perspectief per definitie slecht. Je nam dat gewoon aan en nam kennis van die (vaak onleesbare) boeken.
Daar moest ik aan terugdenken toen ik eind december bij een Londense boekhandel een biografie kocht over Leon Trotsky. Die was dus ‘slecht’ want.. tja waarom eigenlijk? De biografie, geschreven door Joshua Rubenstein, leest als een avonturenroman en geeft een waanzinnig goed beeld van het leven van Trotsky; of eigenlijk Bronstein. Trotsky was een naam die hij aannam bij een vlucht uit een Russische gevangenis en was eigenlijk de naam van een cipier. De bio bevat onvoorstelbaar veel informatie en geeft een gedetailleerd inzicht in zijn leven. Trotsky was een intellectueel met een enorme productie aan pamfletten, brieven, boeken en kranten die hij het licht liet zien. Een onvermoeibaar en scherp debater, een politiek dier, een analyticus met grote voorspellende inzichten. Maar ook een tragische held, zeker in het laatste decennium van zijn leven.
Het boek bevat voor mij ook heel veel nieuwe inzichten, bijvoorbeeld dat de aanloop tot de Russische revolutie(s) door veel joodse inwoners werd gevoed. Het had te maken met de sterk anti-semitische houding van de machthebbers in die tijd. In het overzicht van de revolutionairen kom je dan ook verrassend veel joodse namen tegen, Trotsky niet uitgezonderd. En zoveel details over de ontwikkeling naar de revolutie, de soms moeizame verhouding tot Lenin, zijn krachtig optreden in 1917 en zijn (verloren) strijd tegen Stalin. Trotsky wordt realistisch geportretteerd: het is niet allemaal koek-en-ei, want ook Trotsky ontpopt zich tot een keiharde en meedogenloze partijman, die er niet voor schroomt veel mensen te laten executeren om de communistische heilstaat te realiseren. Maar daarnaast blijft het beeld van een visionair met grote ambities volledig overeind.
Trotsky wordt uiteindelijk in 1940 in Mexico vermoord op instigatie van Moskou. De dader zit een gevangenisstraf uit van twintig jaar en wordt daarna als een held onthaald in Moskou. Hij overlijdt pas in 1978.
Leon Trotsky – a revolutionary’s life is wat mij betreft een echte aanrader, maar ja, dat zal ongetwijfeld ook te maken hebben met het nostalgische.
Meer informatie over Trotsky’s werken op deze pagina.