In het ziekenhuis ontmoette ik iemand die jarenlang in Afrika had gewoond. Hij hoorde van artsen dat hij ongeneeslijk ziek was. Hij zei: ‘Als je weet dat je leeft binnen de smalle bedding van de rivier, dan mag je hopen dat je eenmaal in de grote zee mag opgaan. Je moet mee op de stroom en je vecht om je hoofd boven water te houden en tegelijk laat je je door de stroom dragen. Het leven is een stroom’, zei hij, ‘een stroom die alle meevoert en waarin alles aanwezig is. Jullie delen hier alles in, verbrokkelen het leven zodat je geen oog en hart meer hebt om te verstaan dat alles één stroom is. Als je in je leven ervoor vecht om in die stroom het hoofd boven water te houden, dan zul je ondervinden dat je door het water wordt gedragen. En als je de kunst verstaat je door het water te laten dragen, zul je ook in staat zijn je hoofd boven water te houden.’
[bron]Paul Bruggeman, in: Gebroken verhaal