In het voorbijgaan

Voorbijgaan is een vreemde gewaarwording. De tijd verstrijkt, gaat voorbij, maar is het wel de tijd die verstrijkt of ben ik het zelf die ouder wordt en voorbij gaat? Tijd is een mysterieus verschijnsel dat we soms buiten ons plaatsen, waarop we foeteren omdat de tijd te snel gaat, maar tegelijk zijn we het zelf. We bestaan uit tijd, we zijn een tijdverschijnsel. We zwemmen in tijd, maar we weten niet precies wat het is, precies zoals voor vissen het water vanzelfsprekend is, maar ze niet weten wat het is. Pas als het water verdwijnt en ze op het droge liggen, ontdekken ze hoe belangrijk het is en hoe onlosmakelijk dat water verbonden is met hun bestaan. Wij kunnen niet zonder tijd. Misschien beseffen we dat pas als onze tijd in stukken breekt en de toekomst of het verleden wegvalt.
Hoewel we niet weten wat het is, verdelen we de tijd in een heden, een verleden en een toekomst. Vaak denken we dat alleen het heden echt bestaat, dat het verleden voorbij is en de toekomst nog komen moet. Maar dat kan niet waar zijn. Toch houden de meeste mensen zich met verleden en toekomst bezig. Jongeren vooral met de toekomst, met het leven dat voor hen ligt; ouderen met het verleden, terugkijkend op wat ze hebben meegemaakt. Het heden krijgt de minste aandacht. En is dit dan het enige dat bestaat? Wat is eigenlijk dat heden? Soms lijkt het een voorbijvliegende seconde, een flits die niet te vatten en te beleven valt. Bestaat dat heden wel? Door onze horloges verdelen het heden in uren, minuten en seconden. Een seconde valt amper te beleven. In de hedendaagse technologie spreken we zelfs over een nanoseconde, een miljardste seconde. Bovendien gebruiken we ook femtoseconden. Een femto is een biljardste deel van een seconde. Nano- en femtoseconden zijn laserflitsen die onooglijke momenten van tijd betreffen. Het heden kan worden teruggebracht tot een miljardste van een miljardste seconde, een attoseconde, uitgedrukt als 0,000000000000000001. Om een idee te krijgen hoe kort dat duurt maakt Stefan Klein een vergelijking met de duur van het heelal. Hij schrijft dat een attoseconde zich verhoudt tot de duur van een seconde als een seconde zich verhoudt tot de leeftijd van het heelal en dat omvat zo’n 12 miljard jaar. Wat is tijd? Wanneer we eraan beginnen tijd op te delen, zijn we al gauw nergens meer.
Aan het begin van de twintigste eeuw zei een ongeschoolde man van een van de Zuidzee-eilanden (die door een Duitse antropoloog in Europa werd rondgeleid) dat Europeanen zich vreemd gedragen door de tijd in mootjes te hakken. ‘Ze doen daar zeer gewichtig over. Ze doorsnijden de tijd zoals men kruisgewijs een kapmes door een zachte kokosnoot trekt en praten over uren, minuten en seconden. Dat vind ik een verwarrende bezigheid’, zei de primitieve eilandbewoner, ‘en het lijkt me niet juist langer dan nodig is na te denken over zulke kinderachtige dingen. Maar Europeanen doen daar zeer gewichtig over. Overal zie je grote ronde machines die de tijd aangeven in uren en minuten. Mannen en vrouwen en zelfs kinderen dragen om de pols gesnoerd een kleine platte machine waarop ze de tijd kunnen aflezen. Er zijn mensen die beweren nooit tijd te hebben. Ze lopen verdwaasd en gehaast rond en waar ze komen stichten ze onheil en verwarring omdat ze hun tijd verloren hebben. Die bezetenheid is een vreselijke toestand, een ziekte waarvan geen medicijnman hen genezen kan, die veel mensen aansteekt en diep ongelukkig maakt.’
Die primitieve eilandbewoner begreep dat je de tijd niet moet opdelen. Als je het heden opdeelt houd je niets meer over. Sommige levende wezens bestaan maar een enkele seconde. Een mug kan in een seconde zijn vleugels bijna duizend keer op en neer bewegen, maar dat gaat onze waarneming en ons bewustzijn te boven. Er zijn levende micro-organismen die maar zeven femtoseconden leven. We weten wat een seconde en een femtoseconde is, maar het gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Wat is tijd?

Max Planck, een Duitse natuurkundige en een pionier van de kwantummechanica beweerde dat er een grens van tijd bestaat waarachter de tijd zijn geldigheid verliest. Men noemt dat de zogenaamd Plancktijd. Deze ligt in de orde van grootte van tien tot de min drieenveertigste, dat zijn drie en veertig nullen achter de komma voordat de 1 verschijnt. Kortere tijd zou niet bestaan. Daar vallen nano- en femtoseconden bij in het niet. De kortste tijd die we in het heden zoeken is een mysterie, maar dat is de langste tijd ook als we die in het verleden of de toekomst zoeken. Wat is tijd?
Het in mootjes hakken van de tijd vraagt een hoge prijs. De drie dimensies van tijd hangen nauw met elkaar samen. Als je er een van weghaalt, dondert de tijd feitelijk in elkaar. Zonder heden is er geen verleden en geen toekomst. Maar zonder verleden en toekomst kan er geen heden bestaan. Een kind in de wieg heeft geen besef van tijd want het heeft amper een verleden en kan niet aan vroeger denken. Naarmate het meer verleden krijgt ontstaat er een heden en wordt het zich van de toekomst bewust. ´Leven is breien met een dubbele draad, die van het heden en die van het verleden, nooit is iets voorbij´, schrijft Nelleke Noordervliet. Zo breien we aan de toekomst.
Het voorbijgaan lijkt een onontwarbare kluwen van drie dimensies die toch één enkele dimensie vormen, waar het verleden in het heden tot leven komt en waaraan tegelijk een toekomst wordt verbonden die het heden betekenis geeft. Heden, verleden en toekomst bestaan tegelijkertijd, in het voorbijgaan.

Piet Winkelaar
november 2013

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*