Grote groep reumapatiënten kan dure medicatie afbouwen

Een grote groep patiënten met reumatoïde artritis, bij wie de ziekte al langere tijd stabiel en rustig is, kan de behandeling met een relatief duur geneesmiddel afbouwen of er zelfs mee stoppen. Dat is één van de resultaten van het promotieonderzoek dat reumatoloog Aatke van der Maas heeft uitgevoerd binnen de Sint Maartenskliniek en het UMC St Radboud. Op 3 oktober verdedigt zij haar proefschrift en vindt er aansluitend een symposium plaats.

 

Reumatoïde Artritis (RA) is een chronische ziekte met ontstekingen in de gewrichten, die voorkomt bij ongeveer 1 procent van de Nederlandse bevolking. Bij patiënten, bij wie de ziekte in een stabiele en rustige fase was gekomen, onderzocht reumatoloog van der Maas de mogelijkheden om het gebruik van het medicijn infliximab af te bouwen. Dit geneesmiddel behoort tot de nieuwste generatie van zeer effectieve maar ook dure geneesmiddelen, ook wel biologicals genoemd. In het onderzoek bleek dat veel patiënten konden afbouwen (45 procent) of zelfs konden stoppen (16 procent) met infliximab, zonder achteruitgang van de kwaliteit van leven of een verhoogde ziekteactiviteit.

Deze resultaten geven aan dat bij deze specifieke groep RA-patiënten mogelijk wordt overbehandeld. In de regel geeft overbehandeling met een geneesmiddel meer kans op bijwerkingen voor de patiënt. Bovendien brengt overbehandeling meer kosten met zich mee dan nodig zou zijn. Tijdens de studieperiode namen de behandelkosten per patiënt af met ongeveer 3500 euro. Vermoedelijk nemen deze kosten daarna nog verder af, omdat de patiënten in verband met het onderzoek relatief vaak op de reumapoli werden gezien. Het bleek echter nog niet mogelijk om precies te voorspellen welke RA-patiënten hun medicatie kunnen afbouwen. Daarvoor is verder onderzoek nodig.

 

 

Bron: UMC-Nijmegen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*