We komen het dichtst bij een denken over God als we God voorstellen als een proces in plaats van een wezen. We kunnen eraan denken als ‘wezend’, als een werkwoord in plaats van een zelfstandig naamwoord. Misschien begrijpen we dit concept beter als we God een andere naam geven, bijvoorbeeld ‘goddend’, een proces in plaats van God wat een zelfstandig naamwoord suggereert.
Vanuit dit standpunt bezien moeten we de schepping ook niet meer als een zelfstandig naamwoord behandelen. Ook dat wordt een interactief werkwoord: het is voortdurend schepping-end. En u, beste lezer, ook u moet uzelf niet als een zelfstandig naamwoord beschouwen, als Anna, Jan, Henk of Barbara. Met betrekking tot God als interactief werkwoord bent u ook een werkwoord: u bent Anna-end, Jan-nend, Henk-end en Barbara-end.
[bron]Rabbi David A. Cooper, in: God is een werkwoord