Feuilleton – 62 – Du vin, du pain, du pindakaas : Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

A chaque oiseau son nid semble beau

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

Dan is het bijna tweeduizendentwee en tijd om onze belofte om met de familie in Nederland de jaarwisseling te vieren, na te komen. De meesten hebben we in de zomer nog gezien, maar het lijkt wel eeuwen geleden. Er is al zo veel gebeurd in dit halfjaar dat we in Charmes wonen. Op de laatste vrijdag van het jaar rijden we voor een week, vanuit besneeuwd Frankrijk naar een traditiegetrouw regenachtig Nederland. Raar gevoel om de overigens nauwelijks zichtbare grens over te rijden.

Vergeleken met Frankrijk is er zo veel meer asfalt, je zou zeggen dat al die auto’s plek genoeg hebben, maar Nederland is zo druk en klein dat we snel in de file staan. Ik schrik me wezenloos van een bus die op de vluchtstrook langsrijdt en verbaas me over toeritdoseerlichten. Ik was die dingen allang weer vergeten. En wat is Nederland rijk in vergelijking met het Franse platteland! Ik zie praktisch alleen maar nieuwe glimmende auto’s rijden. Onze gebutste Land Rover valt duidelijk uit de toon. De huizen zijn bijna allemaal keurig onderhouden. Tuinen lijken zo uit trendy bladen te komen.

En nergens is er nog ongerepte natuur. Overal is beschaving. Nou ja, beschaving… Ooit vonden we Frankrijk vies met altijd rommel langs de snelwegen en in de bermen. Nu is het andersom! De snelwegen in Frankrijk zijn keurig onderhouden en we verbazen ons over het zwerfvuil in Nederland. Is dit het mooie schone Nederland dat bekend staat om zijn helder- en frisheid? Was dit een halfjaar geleden ook al zo, of viel het ons toen niet meer op?

Einde van de middag komen we op plaats van bestemming aan. Raar dat het hier al donker is. Omdat we in Charmes een stuk meer naar het westen wonen, begint het daar rond deze tijd pas te schemeren.

Het weerzien met de familie is uiteraard hartelijk. De wijnen en kazen die we meebrengen worden hooglijk gewaardeerd. Wij worden ook overladen met cadeaus, stapels oude tijdschriften (we hebben heel wat ‘nieuws’ in te halen) en in no-time zit de Land Rover vol met spullen die in Frankrijk een tweede leven zullen krijgen.

Op zaterdag gaan we boodschappen doen. Bevriende Nederlanders uit Bagneux hebben ons gevraagd bij de Gamma gekochte waterleidingspullen terug te brengen, omdat ze niet pasten op het Franse systeem. Bij de Blokker en de Hema koop ik voor hen eierdopjes, een eierscheider en een pannenlikker. De eerste hebben ze ook wel in Frankrijk maar de keuze is beperkt. Het laatste is typisch Nederlands. Ook hebben we van hen een boodschappenlijst meegekregen voor de ‘Appie Heijn’. Wijzelf willen in Frankrijk roeien met de riemen die we hebben, maar als we toch in Nederland zijn, maken ook wij graag van de gelegenheid gebruik om pindakaas, hagelslag, drop, stroopwafels, ketjap, kapucijners en meer van die dingen in te slaan. De prijzen zijn in Nederland heerlijk laag ten opzichte van Frankrijk, daarin blijf ik een zuinige Hollander. De Fransman koopt wat hij wil eten en let daarbij veel minder op de prijs.

Maar wat is boodschappen doen een ellende. Ik voel me erg ongemakkelijk in de overvolle supermarkt. Zelfs op de drukste dagen van het jaar zijn de Franse supermarkten compleet leeg vergeleken bij deze mensenmassa. Men gedraagt zich totaal anders dan in Frankrijk. Kinderen schreeuwen en rennen zigzaggend tussen de mensen door. Volwassenen duwen en stoten tegen je aan zonder zich te verontschuldigen, men scheldt me zelfs uit! Ik ben de botheid van de Nederlander helemaal ontwend. Er lijkt nauwelijks sprake te zijn van respect voor ouderen, laat staan voor elkaar. De caissières jijen en jouen gelijk. Dat is in Frankrijk ondenkbaar. Wat ben ik die beleefdheid gaan waarderen in het afgelopen halfjaar!

Bij de kassa’s blijkt de techniek snel voortgeschreden. We zien een experimentele kassa waar je zelf je boodschappen mag scannen en afrekenen. Opgelucht dat we de volle winkel achter ons kunnen laten, rekenen we bij de parkeerautomaat af. Voor dat geld kunnen we in hartje Villeneuve dágen achtereen parkeren.

Na de boodschappen, ‘scoren’ we in een van de vele snackbars een echt patatje oorlog. Daarna op weg naar vrienden rijden we langs de vele winkels die met overdadige reclames vuurwerk aanprijzen. Het oudjaarsvuurwerk, iets wat we alweer vergeten zijn. In Frankrijk kun je overal het hele jaar door, zelfs zwaar vuurwerk kopen. In de zomermaanden is er iedere zaterdag ergens vuurwerk. De mooiste muziekshows zijn op dertien juli de avond voor quatorze juillet, Frankrijks nationale feestdag. Iedere gemeente heeft zijn eigen vuurwerk en bij ons houdt men het op het meertje, waarbij de reflecties in het water altijd schitterend zijn.

De bezoekjes aan vrienden hebben we lang van tevoren moeten inplannen, iedereen heeft een volle agenda. ’s Avonds is er ter ere van ons een feest georganiseerd zodat velen ons weer eens in levenden lijve kunnen zien, en vooral ons even kunnen aanraken. Dat is het enige wat de moderne communicatiemiddelen niet kunnen vervangen. En wat voor communicatiemiddelen! Het lijkt wel of er in dat halfjaar een eeuw aan vooruitgang is gepasseerd. De mobiele telefoons worden steeds kleiner en zijn voorzien van de waanzinnigste snufjes. Nog meer moderniteiten worden ons getoond en ik voel me toch enigszins dom als ik niet weet wat een ‘palmtop’ is. Verder hoor je er niet meer bij als je nog een gewone pc hebt in plaats van een laptop. Deze ratrace gaat op het Franse platteland totaal aan ons voorbij.

We staan uiteraard in het middelpunt van de belangstelling en iedereen wil weten hoe het is om back to basics te gaan. Het is bizar om te ervaren hoe, laten we zeggen, ‘onbevangen’ iedereen zijn mening en commentaar daarop geeft. Voor velen is het moeilijk te begrijpen dat wij net als zij gewoon achter onze pc zitten om te mailen of om ’s avonds een film te kijken. Dat kán niet. Je moet in Frankrijk de hele dag tot laat in de avond buiten zijn. Desnoods eet je met een jas aan buiten, want daarvoor ben je toch naar Frankrijk gegaan! Bij ons op het platteland begrijpen de mensen ook veel van onze keuzes niet, maar men laat elkaar in de waarde. Maar de droge cynische Nederlandse humor is een verademing!

Dan is het maandag en oudjaar met tv-shows, spelletjes, oliebollen, champagne en vuurwerk. Behalve Sinterklaas en Koninginnedag met vrijmarkt, zo’n beetje de enige traditie die zich in Nederland nog in stand kan houden. In Frankrijk hebben we voor de Nederlandse gastheer une galette des roi gekocht. Een eeuwenoude Franse traditie rond Driekoningen. In een met spijs gevulde koek zit une fève, verstopt. Degene die het boontje, tegenwoordig keramische poppetjes en zeer gewilde verzamelobjecten, vindt mag een dag lang koning zijn. Ik vind hem zelf door er bijna een kies op te breken. Dan tikken de laatste seconden van tweeduizendeneen weg. Het is een heel bijzonder jaar voor ons geweest en we toosten op nog vele jaren Frankrijk.

De bedoeling was om na de jaarwisseling nog een paar dagen te blijven, maar ik heb serieus last van heimwee. De Nederlandse drukte vliegt me aan en oudje Gino is zo gewend alleen nog maar los te lopen, dat hij aan de lijn zijn behoefte niet meer wil doen. Om hem los te kunnen laten, moeten we telkens een heel eind wandelen en dit kan hij niet meer op zijn ouwe dag.

Op weg naar Frankrijk rijden we nog even door onze oude straat. Ik weet niet of we er goed aan doen. Stel dat ik ineens spijt heb! Maar als we stilstaan voor ons vroegere huis, valt alle twijfel weg. Het blijft een schattig boerderijtje, maar wat we in Charmes hebben is zo veel meer. De buren zijn er niet, anders hadden we die nog even kunnen verrassen. Snel terug naar huis, weg uit het overvolle Nederland.

En dan komen we, omdat we door de hevige sneeuwval een hotel onderweg hebben moeten nemen, ’s morgens thuis bij onze Ferme Blanche. Niet alleen de boerderij is wit, alles is wit. Er ligt zeker vijftien centimeter sneeuw en het is meer dan prachtig. De sneeuw verpest wel het grapje dat we tegen Mimi hadden willen maken. Namelijk heel af en toe gaat hij met de trein naar familie in Parijs. Als hij dan terugkomt, heeft hij in die twee dagen zo veel meegemaakt, en daardoor het gevoel dat hij zo lang is weggeweest, dat hij telkens weer tegen ons zegt: ‘Wat staat het onkruid hoog hè?’ Wij hadden dezelfde opmerking willen maken, maar dat gaat nu niet op. Wel hebben ook wij het gevoel maanden te zijn weggeweest.

En dan verkennen we allebei weer terrein. Wat is het heerlijk hier weer rond te lopen, die stilte, die vrijheid! Het voelt vakantie. Ik moet telkens tegen mezelf zeggen dat we thuis zijn. Thuis. Wij wonen hier. Voor altijd. We hoeven straks niet weer weg. De honden zijn uitzinnig en rollen en happen in de sneeuw naar door ons gegooide sneeuwballen die voor hen miraculeus verdwijnen. De paarden hinniken vanuit de stal. Ze staan dik in het stro. Mimi heeft goed voor ze gezorgd. Ik zoek de rest van de dieren op. De sneeuw leest als een boek. Daar een spoor kleine vogelvoetjes. En bij de kippen heeft een muisje een tunneltje door de sneeuwlaag naar de graantjes gegraven. Dan wacht me een onplezierige verrassing. Waar zijn de eenden? We zoeken overal maar ze zijn nergens te bekennen.

Binnen in huis is het koud. De elektrische radiatoren die we voor onze afwezigheid hebben neergezet tegen bevriezing van de leidingen, hebben het huis slechts net op tien graden kunnen houden. Eerst onze oude kleren aan, wat fijn om niet meer netjes te hoeven zijn. Vervolgens de houtkachel aanmaken. Al snel brandt er een knapperend vuurtje. Gezellig deze warmte, vergeleken bij centrale verwarming. Nu gelijk Mimi bellen, ja ook bonne année et bonne santé en het spijt hem verschrikkelijk maar het blijkt dat de eenden vermoedelijk door een vos zijn ‘opgehaald’ zoals hij het noemt. Het begon bij Jean-Claude, daar was ineens om de dag een eend weg. Er bleek een gat in de heining te zitten. Toen het gat gerepareerd was, is de vos kennelijk uitgeweken naar ons. Onze dieren lopen gewoon los. We hebben geen kippenren, dus dat is een makkie voor Reintje. Het is een domper op de thuiskomst, maar toch zijn we ontzettend blij weer hier te zijn.

Het vakantiegevoel wil niet wijken, we besluiten er dan maar aan toe te geven en waarom niet eens gek doen? Zouden we kunnen skiën op onze eigen heuvel? Tussen de nog steeds vele onuitgepakte verhuisdozen, we hebben veel minder nodig om van te leven dan we dachten, vinden we de skispullen. Lang geleden dat we op de latten hebben gestaan. Door de diepe sneeuw is het met de zware ski’s nog een flinke sjouw naar boven, maar eenmaal boven is het uitzicht over de besneeuwde wereld fenomenaal! We klikken de ski’s aan en skiën over onze eigen piste naar beneden. Het is net als fietsen, je verleert het nooit. Weer aanvaarden we de zware tocht naar boven, het wordt al iets minder grappig. De afdaling rek ik zo lang mogelijk door veel bochten te draaien, toch sta ik met vijf minuten weer beneden. Erik bedenkt een plan om van de lier van de Land Rover een soort sleeplift te maken. Het plan en de Land Rover stranden in de sneeuw. Nog een paar keer hebben we lol van het naar beneden skiën, maar dan is het toch echt tijd voor glühwein.

De warme alcohol doet ons vreemde plannen bedenken en een halfuurtje later hebben we een kinderslee achter de shetlandpony ‘geknoopt’. Op het platte stuk land grenzend aan het erf van Jean-Claude en Marie, sjezen we met Shetty door het land. Rocky en Gino rennen blaffend met ons mee. Buurvrouw komt eens kijken wat er aan de hand is en met een smoes van: ‘Ik zal eens naar mijn kippen gaan kijken’, staart ze vanuit de verte naar het gekke schouwspel. Twee volwassenen spelend met een sleetje en een pony. Als we al niet die rare Hollanders waren, dan zijn we dat nu wel.

_____________________________

Kijk hier voor alle afleveringen 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*