Ce sont ses oignons
Dat zijn zijn zaken
We doen onze boodschappen en vergeten natuurlijk niet de alcohol en de wijn. Wel valt op dat ondanks het eco, Frankrijk behoorlijk duurder is dan Nederland. Op de wijn, de kaas en het vlees na dan. Vlees hebben wij zelf niet veel aan, maar wijn kunnen we al vanaf zeventig cent de hele liter kopen! De zachte Franse kazen zijn beduidend goedkoper dan in Nederland. Zelfs de uit ons land geïmporteerde jonge Gouda is hier goedkoper! Bij de kaasafdeling staat op de rand van de kaasvitrine een schaaltje kaasblokjes met een bordje ‘Edam/Les Pays Bas’ erbij.
‘Wilt u proeven?’ vraagt de kaasmevrouw.
Ik lach vriendelijk: ‘Ik ken die kaas al, ik kom uit Nederland. Hij is lekker. Maar ik wil wel graag een stukje van die kaas van u.’ Ik wijs un Cantal aan.
Mijn Frans is niet zo goed als ik denk, want ze begrijpt me niet helemaal. Luid sprekend alsof ze het tegen een demente dove bejaarde heeft, vraagt ze: ‘Hoeveel wilt u?’
‘Tweehonderd gram.’
Weer herhaalt ze hard mijn woorden.
Net als ik nijdig wil worden, realiseer ik me dat ik zelf ook zo tegen de Marokkaanse cliënten op mijn werk praat. Kennelijk doe je dat. Je gaat harder praten als je denkt dat de mensen je niet begrijpen. Ik neem me voor dat niet meer te doen.
Een moeder met een peuter in de kar en een kleuter aan de hand staat bij de toetjes. Ineens realiseer ik me dat de kinderen netjes zacht praten. Wat een verademing! In Nederlandse supermarkten zie je maar al te vaak dat de jeugd schreeuwend aandacht eist voor hetgeen zij willen dat moeders koopt. Franse kinderen lijken mij beleefder. Ze worden behalve door de ouders, op school streng opgevoed. Op school wordt er warm gegeten, op woensdag is er geen school en op zaterdag is er een halve dag les. Kinderen op het platteland gaan op hun elfde voor het middelbaar onderwijs meestal naar internaten in de grotere steden. Deze kindjes hier in de supermarkt zijn daar nog ver van weg.
Als we naar de kassa’s willen gaan, valt mijn blik op een oude mevrouw. Heel anders dan bij ons, is naar de supermarkt gaan een uitje. Daarvoor kleed je je op zijn netst. Dit keurige dametje met een tas aan haar arm vormt daarop geen uitzondering. Haar karretje staat zeker een gangpad verder. Wat doet ze daar? Oh, een pak koffie glijdt haar tas in! Ik stoot Erik aan. Een dievegge! Netjes verpakt, maar rot van binnen. Wat nu? Maar wie zijn wij om daar iets mee te doen. Misschien is ze wel heel arm. Maar toch, onopvallend winkelen we met haar mee. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, verdwijnen er achter elkaar dingen in haar tas. Heeft niemand dat nou door? Een zak uien steekt zelfs een beetje uit! Om toch haar aanwezigheid in de winkel te verklaren, houdt ze een fles schoonmaakmiddel in haar hand. Die past zonder op te vallen trouwens toch niet meer in haar tas, maar goed. Ze loopt naar de kassa’s. Op enige afstand volgen we haar. De meneer met het hondje in zijn karretje, piept ons gauw voor en sluit achter de dame aan. We sluiten de rij. De caissière begroet de oude vrouw enthousiast. Je moest eens weten denk ik. De dievegge zet haar fles sop op de band. Ik sta op punt om wat te gaan zeggen, als ze haar tas gaat uitladen. Geen van de nabije mensen geeft blijk dat het raar of vreemd is. Het is dus normaal om geen karretje te nemen, maar zo je boodschappen te doen. Bizar. Wat een blamage was het geweest om er een opmerking over te maken.
Nog steeds kletsend, op haar dooie gemak haalt de caissière de boodschappen over de scanner en legt zorgvuldig de koekjes opzij zodat ze niet geplet worden. Ze noemt het bedrag en de mevrouw pakt een boekje om… een cheque uit te schrijven nota bene! Cheques, in Nederland zijn ze al een eeuwigheid afgeschaft. Nog steeds kletsend, trekt de oude dame een plastic zak van een bundel zakken en begint op haar gemak de spullen in te laden. Gratis plastic zakken? Tja, dat ouderwetse heeft toch ook wel weer zijn voordelen. De caissière helpt en doet boodschappen in de tas van madame. De lege loopband wenkt ons uitnodigend om vast onze spullen erop te zetten, maar de meneer blokkeert met zijn karretje de ruimte. Waarom laadt hij zijn wagentje niet vast uit? De caissière en de oude dame zijn klaar. Uitgebreid zeggen ze gedag.
Minzaam wendt de kassajuffrouw zich tot haar volgende klant. ‘Coucou Fifi’, zegt ze tegen het hondje. Fifi, ingeklemd tussen de prei en de flessen wijn, geeft geen kik en wacht al even geduldig als haar baasje. ‘Bonsoir monsieur Lafond.’
Bonsoir? Goedenavond? Het is net na drieën!
De man geeft de prei aan de juffrouw, die het op een elektronische weegschaal afweegt. Als bij een gewone groenteboer geeft meneer aan het te duur en dus te veel te vinden. Het meisje haalt er een prei af. ‘C’est mieux comme ça?’ De man knikt. Aha, zo werkt dat hier dus in Frankrijk.
Het heeft ons inmiddels allemaal wel lang genoeg geduurd en we laden ons karretje uit, achter meneer Lafonds boodschapjes. Fifi’s baasje neemt het ons niet in dank af en zendt een boze blik. Ineens roept de caissière: ‘Touchez les bouteilles!’
We kijken rond, tegen wie ze het heeft.
‘Touchez les bouteilles’, roept ze weer.
Het is nu wel duidelijk dat ze het tegen ons heeft. Wat bedoelt ze nou toch? Ik kijk vragend naar Erik. Die haalt zijn schouders op. Ik voel me behoorlijk stompzinnig als ik voorzichtig, zoals zij opdraagt, de flessen aanraak.
‘Non, non, non’, roept de winkelmedewerkster geïrriteerd, terwijl ze achter haar kassa vandaan stormt, om het kauwgomrek en ons heen loopt, de flessen nijdig beetpakt en neerlegt. Zonder iets te zeggen loopt ze weer terug. Ah, tegen het omvallen de flessen neerleggen, couchez les bouteilles.
Ze gaat verder met de zaken van de oude man. Ook bij hem gaat alles even langzaam. Er moet nog een puntenpas door de pinmachine. En gelukkig gaat meneer Lafond pinnen. Dat gaat sneller dan een cheque uitschrijven. De caissière pakt zijn pas aan, en trekt ook deze door de gleuf. Dan draait ze het apparaatje naar zich toe en tikt zijn code in! Hij moet wel even zelf op het groene knopje drukken zegt ze.
De financiële handelingen zijn klaar, boodschapjes ingepakt en meneer, met Fifi nu tussen de plastic zakken, verlaat de winkel. We wachten tot ze aan onze lading gaat beginnen. Toch weer vriendelijk, na het flesincident, groet ze ons, maar begint niet met het scannen. De band is bijna vol, ons karretje nog niet leeg, mevrouw gaat niet beginnen. Alle boodschappen moeten op de loopband, dan pas begint ze zonder haast de artikelen over de scanner te halen. De tijd moet in dit land uitgevonden zijn.
_____________________________
Kijk hier voor alle afleveringen