Tijdens een rondleiding in de Stevenskerk van Nijmegen sprak de gids vol afschuw over de beeldenstormers die in de zestiende eeuw alle beelden en schilderingen vernielden en daarmee alle kunstschatten vernietigden. Er is niets meer van over, alles is weg. Afschuwelijk, mompelden de twee mensen die naast me stonden. Op weg naar huis probeerde ik me die beelden bestormers voor de geest te halen, hoe fanatiek ze waren om alles kort en klein te slaan en al die misdaden uit het verleden uit te wissen. Daar wilden ze niets meer mee te maken hebben. Dat is toch een menselijke trek, dacht ik, beelden uit het verleden vernietigen die ons zelfbeeld kunnen aantasten. Nu gebeurt dat niet meer zo massaal als in de zestiende eeuw, althans niet in onze contreien, maar toch roept menigeen nog: weg met die koloniale beelden. Ik herinner me mensen die de afbeeldingen op de gouden koets wilden wegpoetsen omdat ze de slavernij in herinnering brachten. En ik hoor mensen schreeuwen dat ze alle plaatjes van Zwarte Piet uit de sinterklaasboekjes willen scheuren. In de regel worden beelden en afbeeldingen niet vernietigd maar komen er andere voor in de plaats.
Toen ver voor het begin van onze jaartelling Kelten en Germanen de sjamanistische cultuur verdrongen, werd het beeld van de Sjamaan vervangen door de beschilderde Herne die als een overwonnen dienaar van Odin deze terzijde stond. Zwarte Piet is in die zin een overblijfsel van de oude Sjamaan. In prehistorische tijden was deze Herne, ook Eckhart of Pan genoemd, de beheerser van de duistere machten en krachten in de natuur. Op oude rotstekeningen staat hij afgebeeld met de roe, de roedebundel, het oeroude vruchtbaarheidssymbool waarmee macht werd uitgeoefend. Maar bij de Germanen waren er de goden Odin en Wodan waarbij Herne een ondergeschikte slaaf werd. In de winter trok de Germaanse God Odin op zijn witte paard Sleipir door de bossen en bracht geschenken zodat men daarmee de winter kon door komen. De beschilderde Herne hielp daarbij. Het Odinfeest is een geschenkenfeest dat aanvankelijk samenviel met de zonnewende, ook het geboortefeest van de God Freir. In onze streken is het Odinfeest naar voren geschoven, maar in andere streken zoals in Duitsland is dat niet gebeurd en valt het samen met het zonnewendefeest van 25 december.
Bij de kerstening van Europa werd de heidense godenbeelden verwijderd en het beeld van Odin vervangen door dat van Sint Nicolaas een beroemde heilige, patroon van de zeevarenden en daardoor bekend geworden in heel Europa. Hij droeg dezelfde lange baard en de brede mantel als Odin. In de achtste en negende eeuw stak hij zelfs Jezus Christus naar de kroon. Nicolaas, oorspronkelijk bisschop van Mira, wordt afgebeeld met zijn schimmel die gelijkenis vertoont met Sleipir en met de staf en mijter van een bisschop. Het geschenkenfeest is het feest van de heilige Nicolaas geworden.
Tijdens de beeldenstorm in de zestiende eeuw worden ook de beelden van Sint Nicolaas vernietigd en wordt zijn feest verboden. De Nicolaas-markten in Amsterdam sluiten. Maar in 1663 komt er de opstand der kinderen, gesteund door de middenstand. De Nicolaas-markten met veel lekkers uit Spanje keren dan weer terug. Het feest van Sint Nicolaas mag echter niet in het openbaar worden gevierd. De katholieken doen dat binnenshuis. Beelden van Sint Nicolaas zijn publiekelijk verboden.
In 1851 verschijnt een boekje over Sint Nicolaas en zijn knecht van de Amsterdamse onderwijzer J. Schenkman. Daarin staan de bekende plaatjes en afbeeldingen van Sint Nicolaas en Zwarte Piet waar stoute kinderen in de zak worden gestopt, vermoedelijk om in Spanje tot pepernoten te worden vermalen. In het katholieke Venray organiseert men in 1888 de intocht van de goethylikman en rond 1920 wordt Nicolaas in Venlo, Deventer en Leeuwarden met een rijtuig binnengehaald. Sommige ongelovigen spreken schande over deze heiligenverering en herinneren aan de tijd van de beeldenstorm die daar korte metten mee maakte. Maar het getij keert. In 1934 vindt bij de opening van de Nicolaas-markten de eerste officiƫle intocht plaats in Amsterdam. Gestimuleerd door de middenstand groeit na de tweedewereldoorlog het Nicolaasfeest uit tot een van de belangrijkste feesten van het jaar in lijn van de traditie van het oude geschenkenfeest van de Germanen.
In de jaren tachtig komt er kritiek op het beeld van Sinterklaas zoals hij genoemd wordt en tracht men zijn bisschoppelijke kleding ongedaan te maken omdat het teveel verwijst naar de R.K.Kerk. En nu is het beeld van Zwarte Piet aan de beurt omdat dit bijvoorbeeld kan betekenen dat een zwarte man als slaaf van een witte bisschop wordt gezien. In de jaren zestig speelde ik een keer als witte Piet naast een zwarte Sint Nicolaas die volgens onze oude geschriften uit Afrika afkomstig was. Mij werd toen gezegd dat ik mijn gezicht had moeten beschilderen omdat ik eigenlijk een Sjamaan voorstelde. Nee, een zwarte Moor zei een ander. Een witte Piet kon niet. Beelden zijn tijdgebonden.
De tijden veranderen en weinig blijft hetzelfde, maar het oude winterse geschenkenfeest ligt diep in onze genen verankerd en heeft al menige beeldenstorm overleefd.
Piet Winkelaar
herfst 2014