Naar mijn mening is de krampachtige angst van de meeste academici voor een globale aanpak, een brede visie en het daarbij toenemend risico van fouten en vergissingen, op zichzelf symptomatisch voor een mentaliteit in de huidige wetenschapsbeoefening die ik afwijs. Gedetailleerd, analytisch, superspecialistisch onderzoek is nodig. De opeenhoping van gedetailleerde kennis heeft echter geen enkele zin als er niet ook ruimte is voor mensen met integratieve visies en aspiraties om al die detailkennis ergens toe te leiden wat als een volgend platform voor detaillisten kan dienen. De eenzijdige appreciatie van de wetenschappelijke houding van -in jungiaanse termen- het liefst extraverte intuïtieve denktype ten koste van die van bijvoorbeeld het introverte Intuïtieve type is een trieste zaak. Voor volwaardige wetenschapsbeoefening zijn complementaire benaderingswijzen nodig. Het stilzwijgend canoniseren van één attitude en één soort kennis aspiraties gaat ten koste van de diepte, de reikwijdte en zelfs de praktische relevantie van de (mens)wetenschappen. Niet alleen het mensbeeld is in de loop der jaren verschraald ook onze (dominante) opvatting van wat toelaatbare wetenschapsbeoefening mag heten is meer en meer ingeperkt.
[bron]C.I. Dessauer, in: Droom der Rede