De Amerikaanse schrijver en journalist John Farrell heeft in zijn biografisch onderzoek naar het leven en werk van Ted Kennedy nieuwe bewijzen aan het licht gebracht, waaruit blijkt dat de Amerikaanse politicus zijn betrokkenheid bij het door hem veroorzaakte dodelijke auto-ongeluk in 1969 aanvankelijk probeerde te verdoezelen. Farrell kon putten uit de dagboeken van Kennedy, zijn adviseur Arthur Schlesinger Jr. en andere niet eerder gepubliceerde bronnen.
Ted Kennedy (1932-2009) was de broer van voormalig president John F. Kennedy en voormalig senator Robert Kennedy. Net als zijn broers, die beiden in de jaren zestig werden vermoord, speelde hij een belangrijke rol in de Amerikaanse politiek en in de strijd voor sociale rechtvaardigheid. Kennedy was meer dan vier decennia lang Democratisch senator voor de staat Massachusetts en was bij zijn overlijden de op twee na langst zittende senator in de Amerikaanse geschiedenis. Hij heeft bijgedragen aan de twee grote overwinningen voor zwarte Amerikanen: de Civil Rights Act van 1964 en de Voting Rights Act van 1965. Ook streed hij decennialang voor wetgeving die betaalbare gezondheidszorg voor alle Amerikanen mogelijk moest maken, wat uiteindelijk leidde tot de Affordable Care Act, die in 2010 werd aangenomen en vooral bekend is als Obamacare.
Dodelijk ongeluk
De biografie van Farrell geeft, naast een gedegen uiteenzetting van de politieke carrière van Kennedy, ook nieuwe inzichten over een opmerkelijke gebeurtenis uit zijn privéleven: het ongeluk dat hij in 1969 veroorzaakte op het eiland Chappaquiddick, dat het leven kostte aan de jonge campagnemedewerker Mary Jo Kopechne. Kennedy verliet de plaats van het ongeval en waarschuwde de autoriteiten pas tien uur later. Het ongeluk heeft Kennedy zijn hele leven achtervolgd, deels omdat hij nooit duidelijk was wat er die nacht precies is gebeurd.
Alibi fabriceren
Voor zijn onderzoek bestudeerde Farrell het dagboek van Arthur Schlesingers Jr., een goede vriend van Ted Kennedy en voormalig adviseur van zowel president John F. Kennedy als Robert Kennedy. Uit zijn dagboek blijkt dat Kennedy, in de uren na het fatale ongeluk, aan zijn zus Jean bekende dat hij zijn betrokkenheid bij de dood van Kopechne had willen verbergen door stiekem naar zijn hotel terug te keren en voor een hotelmedewerker te verschijnen in de hoop een alibi te kunnen fabriceren. Kennedy werd veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf voor het verlaten van de plaats van het ongeval. In overeenstemming met de wet van die tijd werd zijn straf opgeschort.
Politiek kwetsbaar
Ondanks het ongeluk en de veroordeling werd hij tussen 1970 en 2006 zeven keer op rij gekozen tot senator. Toch heeft het ongeluk en de nasleep ervan de politieke carrière van Kennedy geschaad, zo blijkt uit het onderzoek van Farrell. De politieke kwetsbaarheid die het ongeluk tot gevolg had, leidde ertoe dat Kennedy afzag van de kans om in het najaar van 1972 de kroongetuigen in het Watergate-schandaal te verhoren tijdens de openbare hoorzittingen, en het weerhield hem er ook van zich aan te sluiten bij de pogingen om conservatieve kandidaten voor het Hooggerechtshof, met name Clarence Thomas, uit de bank te houden.
Belang biografisch onderzoek
Farrell concludeert dat Kennedy, ondanks zijn persoonlijke tekortkomingen, een belangrijke politieke figuur was. Hij pleit voor het belang van grondig biografisch onderzoek om het karakter en de bijdragen van politici te beoordelen. In zijn portrettering van Kennedy verdedigt Farrell de stelling dat biografisch onderzoek – het onderzoeken van alle kanten en aspecten van het leven van een leider – een curatief middel kan zijn in een tijdperk van hyperpolarisatie, waarin journalistiek, geschiedenis en waarheid onder vuur liggen.
—————————-
Farrell promoveert 15 september aan de Rijksuniversiteit Groningen.