Wat vooraf ging
Een nieuwe biografie van niemand minder dan Erasmus. Toen ik het bericht van publicatie las was mijn eerste gedachte niet bijster enthousiast, terwijl voor mij Erasmus vanaf mijn jonge jaren een zeer geliefde en vertrouwde Nederlander is, wat mij betreft de allergrootste. Mijn flauwe reactie had vast en zeker te maken met het feit dat er over hem al zoveel was geschreven – waarvan er een tiental werken in mijn boekenkast staan – en mijn spontane inval zei mij dat er vijf eeuwen na zijn leven, toch weinig of niets meer valt toe te voegen.
Natuurlijk werd mijn nieuwsgierigheid weer wakker, zeker als het deze grote humanist betreft. De recensies logen er niet om en schrijfster en geschiedkundige Sandra Langereis werd alom geprezen vanwege haar doorgewinterde en gedetailleerd onderzoek. In diverse besprekingen werd zelfs beweerd dat de tot nu toe meest voortreffelijke en in vele talen toegankelijke biografie Erasmus (uit 1924) van een onzer grootste historici Johan Huizinga werd overtroffen.
Toen het boek werd genomineerd voor de Libris Geschiedenisprijs 2021 hoopte ik op de bekroning – die er ook kwam – al was het alleen al om de persoon van Erasmus! Door de boekbesprekingen, maar vooral door het uitgebreide potcast-interview met schrijfster Langereis was ik enerzijds absoluut overtuigd dat deze biografie een geschenk was om nog dieper in het leven van mijn middeleeuwse ‘stadgenoot’ door te dringen, anderzijds zou het boek ook een confrontatie zijn om de vele verhalen en anekdotes over Erasmus, die mij van ouds zo vertrouwd waren, wellicht te moeten relativeren of zelfs los te laten. Het is wellicht niet bij iedereen bekend, maar als geboren en getogen Gouwenaar weet ik hoe al eeuwen lang de persoon van Erasmus min of meer aan Gouda ‘toebehoort’. Wellicht is hij er zelfs geboren, want zeker weet niemand dat omdat er noch in Rotterdam, noch in Gouda doopbewijzen zijn gevonden. Op een houten Medaillon uit rond , 1540 dat stamt uit het klooster van Steijn in de buurt van de kaasstad, waar hij op jeugdige leeftijd was ingetreden, staat dat hij in Gouda is verwekt en in Rotterdam op 28 oktober 1467 is geboren. Als jongeman nam ik begin jaren vijftig deel aan rondleidingen met bezoeken aan plekken waar Erasmus had vertoefd en vernam tevens allerlei wetenswaardigheden over zijn leven in die stad:
‘Hij was een bastaard kind van de pastoor van de Sint Janskerk en zijn huishoudster Margaretha. Om schande te voorkomen zouden zijn ouders voor de bevalling naar Rotterdam zijn uitgeweken. Als kleuter is hij echter weer teruggegaan naar Gouda waar hij op de parochieschool op de Markt zijn eerste onderwijs kreeg. Later, na een schoolperiode in Deventer, keert hij terug naar Gouda nadat daar zijn moeder aan de pest is gestorven. Kort daarop sterft ook zijn vader in het Goudse Sint Catharina Gasthuis aan de pest’.
Ook in onze jaren is de betrokkenheid met Erasmus in Gouda nog even groot, zo niet nog intensiever. In de eeuwen ervoor, in de loop van de zestiende eeuw, (Erasmus stierf in 1536 in Bazel) ontstond er een strijd tussen de steden Rotterdam en Gouda over welke plaats zich erop mag beroemen de geboorteplaats van de Prins der Humanisten te zijn geweest. Zelf noemde hij zich Erasmus van Rotterdam, diens correspondentievriend Snoy zou hebben gezegd dat het Gouda was. Zelf vond Erasmus dit soort kwesties absoluut onbelangrijk. In een van zijn brieven schrijft hij: “Het is ijdelheid van een stad of een streek zich erop te beroemen iemand te hebben voortgebracht die elders door zijn eigen inspanningen en niet door de steun van zijn vaderland beroemd is geworden.” Deze gedachte voorkwam echter niet dat de inwoners van Gouda Erasmus in 2004 verkozen tot de grootste Gouwenaar ooit. Een aantal mensen meende dat zo’n uitverkiezing verplichtingen met zich bracht. Zij richtten in 2005 het Erasmus Genootschap Gouda op. Doel was de band van Gouda met Erasmus te versterken door zowel aan zijn gedachtegoed als aan zijn relatie met Gouda aandacht te besteden.
In 2016 was het een half millennium geleden dat Erasmus van Rotterdam zijn Novum, Instrumentum liet publiceren. Dit werk vormt een van de wortels van de moderne Bijbelwetenschap. Erasmus vond dat er in de loop van de eeuwen zoveel fouten in de vertalingen van de Bijbel vanuit het Grieks naar het Latijn waren gemaakt dat hij zich geroepen voelde deze klus zelf te klaren. Het werd een uitgave van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament, voorzien van een nieuwe Latijnse vertaling. Deze verschijning was er een van grote historische betekenis, want voor het eerst in de geschiedenis was nu de tekst van het Griekse Nieuwe Testament in gedrukte vorm volledig beschikbaar. Deze editie is er zeker debet aan dat er daarna vertalingen in de volkstaal zijn verschenen. Het was, zeker in die tijd, heel moedig van hem om een Latijnse vertaling te presenteren die als een verbetering ten opzichte van de kerkelijk goedgekeurde Vulgaatvertaling werd gepresenteerd.
Ter gelegenheid van die 500ste verjaardag organiseerde ‘De Katholieke Vereniging voor Oecumene’ in dat jaar het symposium Erasmus Oecumenicus, dat plaats vond in Museum Gouda, het vroegere Sint Catharina Gasthuis in Gouda, ‘de stad waar Desiderius Erasmus (1466-1536) werd verwekt en opgroeide’ aldus de tekst van het programma. Natuurlijk was ik van de partij!
Opmerkelijk was het dat de Nuntius ( ambassadeur) van het Vaticaan daar ook aanwezig was en een brief voorlas van Paus Franciscus, die Erasmus alle lof toezwaaide om zijn bijzondere persoonlijkheid, terwijl menige kerkelijk leider in Erasmus’ tijd zijn bloed wel kon drinken, onder meer vanwege zijn kritiek op de levenswijze van de clerus. In datzelfde Erasmusjaar 2016 was er ook een tentoonstelling aan hem gewijd in Museum Gouda. De presentatie van een nieuw glas van beeldend kunstenaar Marc Mulder, voor de kerk met zijn wereldberoemde glazen van de
Sint Janskerk, was een bijzonder object in deze expositie. Later in het jaar zou het glas in de kerk geplaatst worden. Erasmus zelf is er niet in afgebeeld, maar wel zijn gedachtegoed, vertaald in kleurige cirkels die de kosmos uitbeelden en symbool staan voor hoop, vrijheid van overtuiging en verdraagzaamheid.
Degelijk, breed en diepgaand
Kort na bovenstaande mijmeringen en een groeiend verlangen om deze nieuwe biografie te kunnen lezen had ik het vuistdikke boek in handen. Wat het eerst opvalt is de omslag van het boek. Je zou verwachten dat een van Erasmus’ bekende portretten van Holbein, Dürer of Massijs de cover zou sieren, maar auteur en uitgever kozen voor een eigentijds portret: Erasmus in klaprozen hemd van beeldend kunstenaar Neel Korteweg. Een tweede aspect dat direct opvalt is, dat het boek niet alleen een serieuze biografie is, een levensbeschrijving van een mens met de voor hem of haar relevante gebeurtenissen, Sandra Langereis, die niet alleen als schrijfster een meeslepend verteller is, maar ook – wat een geluk – historica, die de levensstijl, de wederwaardigheden met al zijn spanningen en controversen van die tijd heeft beschreven. Zelf klaagt Erasmus als jonge monnik in Steijn in een brief (1489) dat deze tijd de slechtste aller tijden is: oorlog, exorbitante prijzen, partijenstrijd, voedselschaarste, mislukte oogsten en de pest. Nog nooit heeft een auteur (biograaf) zo breed de historische achtergrond, maar vooral de menselijke kant, de activiteiten en publicaties, waaronder de enorme briefwisseling van Erasmus beschreven als Langereis. Het boek is ingedeeld in drie kloeke delen, waarin Erasmus’ afkomst, zijn opkomst als geleerde en verdere verloop van zijn actieve leven en tot slot zijn laatste periode waarin hij in de herfst van zijn leven bijna onafgebroken aan zijn stoel gebonden als schrijver functioneert. In de uitgebreide Proloog vooraf, vertelt de schrijfster enkele gebeurtenissen ná zijn leven, waarbij Erasmus de hoofdrol speelt.
Over zijn afkomst is, vergeleken met zijn bekende tijdgenoten, behoorlijk wat bekend. ‘Bij de schat van wederwaardigheden moet echter onmiddellijk een kanttekening worden geplaatst’ aldus Langereis. Vrijwel alle informatie die wij van hem hebben heeft hij zelf in de loop van zijn leven opgetekend en aan enkele dierbare vrienden toegezonden, maar dat gebeurde echter in afwijkende versies zodat we het nakijken hebben wat er werkelijk waar is in zijn autobiografie.
Biograaf Langereis heeft ervoor gekozen om zoveel mogelijk te profiteren van de geschriften van Erasmus afkomst, die later bekend werden onder de naam Compendium, en door menig vroegere biograaf als onbetrouwbaar terzijde zijn geschoven. ’De vruchtbaarste manier om dat te doen is Erasmus’ autobiografieën waar het maar kan te confronteren met extern bewijsmateriaal’ zo motiveerde zij haar keuze, hetgeen haar op een bewonderenswaardige manier is gelukt. Een belangrijk en ondersteunend gegeven hierbij is dat heden ten dage door nieuwe onderzoeken tot nu toe onbekende feiten aan het daglicht kwamen.
Mijn eerste gedachte, die hierbij naar voren kwam was natuurlijk de vraag wat er werkelijk waar is van de Goudse verhalen over Erasmus, waarmee ik ben opgegroeid of meer van recente datum: wat is het waarheidsgehalte van wat er te lezen staat bij zijn levensverhaal bijvoorbeeld bij Wikipedia. Uit zeer recentelijk onderzoek van historicus Koen Goudriaan blijkt dat Gerard, zijn vader, van 1471 tot 1476 als vice – pastoor werkte in Woerden en daarna dezelfde functie ging vervullen in de imposante Goudse Sint Janskerk, toen Erasmus al bijna een tiener was. Omdat zijn vader hem toen hij negen was naar de grote stadsschool in Deventer stuurde voor vervolg onderwijs, is het niet waarschijnlijk dat hij daarvoor een periode in Gouda heeft doorgebracht.
Erasmus bekende quote Heel de wereld is mijn vaderland is vast en zeker een hart onder de riem de ‘chauvinistische verhalen’ maar terzijde te schuiven. Veel belangrijker dan zijn afkomst is uiteraard de grote betekenis die hij had, niet alleen voor zijn tijd, maar ook als denker voor de wereld van nu.
Hoe hij dat leven als wereldburger heeft doorstaan, waar hij verbleef door zijn vele reizen en welke bijzondere mensen hij heeft ontmoet of geschreven door zijn ontelbare brieven aan vrienden en bijzondere tijdgenoten, het komt allemaal langs in deze verrukkelijke biografie die leest als een meeslepende roman. Langereis ontwijkt ook geen heikele kwesties, want ook Erasmus was geen
heilige, maar een mens van vlees en bloed. Dat is dan ook een van de verdiensten die zij in dit boek tentoonspreidde: de mens laten zien achter deze uitzonderlijke geleerde in velerlei facetten zoals tijdens zijn intensieve inzet voor de corrigerende vertaling van het Nieuwe Testament vanuit het Grieks, in de ontmoetingen met Thomas More, de pittige briefwisselingen met Martin Luther, die zijn opponent meermalen het hellevuur toewenste, terwijl Erasmus als een gentleman overeind bleef en nog zo veel meer. ‘Hij was in feite van alle westerse schrijvers en auteurs, de eerste bewuste Europeaan, de eerste pacifistische strijder, de meest elite verdediger van een ideale sociale en spirituele menselijkheid’.
Deze lovende woorden uit het prachtige boek van Stefan Zweig over Erasmus worden manifest, ja, ontegenzeglijk zichtbaar in het opus magnum Erasmus. Dwarsdenker.
Gabriël Prinsenberg
_________________________________________________________________________________
Sandra Langereis : Erasmus dwarsdenker, een biografie. Uitgeverij De Bezige Bij. 2021. 784 blz. 39.99 Euro.
Mijn meest dierbare portret van Erasmus door Hans Holbein, dat ik ooit zag in het Kunstmuseum in Basel