Wat is tijd?

Iedereen weet wat tijd is, maar niemand kan zeggen wat het is. Als je het wil uitleggen, kun je op een klok of een horloge wijzen, misschien op de wijzers die langzaam voortbewegen en dan zeggen, kijk dit is de tijd, de wijzers bewegen, ze gaan vooruit, dat is tijd. Maar zo is het natuurlijk niet. De klok is de tijd niet. Dan zou je kunnen zeggen: het bewegende, dat alles zich voortbeweegt, dat is tijd. Maar ook dat klopt ook niet, want veel dingen staan stil. Een steen beweegt niet. Wat beweegt noemen we leven. We leven in de tijd, maar wat is dan tijd?  Is dat wat voorbijgaat? Maar niet alles gaat meteen voorbij. De aarde bestaat al miljarden jaren. Wanneer en hoe moet het voorbijgaan om het tijd te noemen? Wat is de snelheid van tijd? Wij leven gemiddeld zo’n kleine honderd jaar. Wij leven in de tijd en we denken dat de tijd overal even snel gaat. Natuurkundigen betwijfelen dat. Op een verre ster of in een ander sterrenstelsel geldt een andere tijd dan hier. Misschien gaat de tijd op Mars langzamer of sneller dan op aarde, weet ik niet. Ik denk wel, psychologisch bezien, dat als je jong bent de tijd langzamer gaat dan wanneer je oud bent. Misschien heeft de tijd voor iedereen een eigen tempo. Een natuurkundige met een klok zal dit onzin vinden.

Als de tijd voorbijgegaan is, hebben we het nog steeds over tijd, terwijl die er niet meer is. Dat is dode tijd, verleden tijd. De voorbije tijd noemen we ook tijd en die benoemen we met jaren en eeuwen. Onze wereldbol bestaat al miljarden jaren, dat is een onvoorstelbare hoeveelheid tijd die voorbij gegaan is. Tijd is iets dat voorbijgaat, maar ook ìs voorbijgegaan. We hebben het over verleden tijd en tegenwoordige tijd. En dan ook over toekomstige tijd. Onze voorouders hebben de tijd opgedeeld in drie stukken, in verleden, heden en toekomst. Die behoren alle drie tot de tijd. We spreken over drie vormen of drie dimensies van tijd. Het verleden is voorbij en de toekomst is er nog niet. Het enige dat bestaat is het heden, maar dat flitst voorbij. Het tempo van de tijd lijkt ongelooflijk hoog te liggen want als je ‘Nu’ zegt, is het bij de ‘-u‘ al weer voorbij. Onze technologie heeft het over een duizendste of een miljoenste seconde. Men praat over nano- en femtoseconden, duizendste van miljoenste seconden, zelfs van miljardste seconden.

Dat flitsende heden gaat zo snel, een miljoenste, een miljardste seconde, dat je het niet kunt beleven, er niet in kunt leven. We maken dat heden kunstmatig groter tot ‘vandaag’  en rekenen daar de uren bij die voorbij zijn en de uren die nog komen. Dat doen we omdat er anders niets meer over blijft. Het verleden is er niet meer, de toekomst is er nog niet en het heden eigenlijk ook niet, want het valt niet te beleven, het flitst met een ongelooflijke snelheid voorbij. Bestaat er dan nog tijd? Leven we nog wel in de tijd? Wat is tijd?

We delen -met de klok voor ogen- de tijd op in heden, verleden en toekomst, maar daarmee hakken we de tijd in mootjes. Dat zouden we niet moeten doen. We kunnen wel de drie dimensies van tijd onderscheiden, maar niet van elkaar losknippen. De drie blijven met elkaar verbonden. Er bestaat geen verleden zonder een heden, zoals je ook niet over een toekomst kunt praten als er geen heden is. Je kunt ook amper een heden beleven als er geen verleden is zoals we dat zien bij een pasgeborene die nog geen besef heeft van het nu omdat het geen verleden heeft.

 

Tijd is een wonderlijk fenomeen. Aan de ene kant kunnen we allerlei verdelingen maken, kunnen we tijd verdelen in heden, verleden en toekomst en kunnen we doorgaan met verdelen in eeuwen, jaren, maanden, dagen, uren en seconden, zelfs in femto-seconden waarbij er niets meer van tijd overblijft. Aan de andere kant ervaren we eenheid en verbondenheid van tijd, een doorlopende tijd, niet om er brokstukken van te maken. In wat we dagelijks meemaken en beleven zijn gisteren, vandaag en morgen met elkaar verbonden. We zetten er geen muren tussen, ze lopen in elkaar over. De techniek, klokken en computers kunnen dat wel, die kunnen de tijd in mootjes hakken. Daar zouden we ons niet teveel aan uit moeten leveren.

De Franse filosoof Bergson vergeleek de tijd met muziek waarbij je noten en wendingen kunt onderscheiden, kunt tellen en benoemen. Maar alleen het geheel maakt de muziek. Soms horen we de muziek niet omdat we alleen maar op de noten letten. Als we alleen maar de tijd opdelen en de minuten en uren blijven tellen, dan beleven we de tijd niet. Het is een kunst om soms op te houden met klokkijken en dan proberen de tijd te beleven. Dan is het zelfs mogelijk dat in onze beleving de tijd even stilstaat. Dat kan gebeuren op die momenten in het leven dat alles is wat het moet zijn.

In die zin zijn er twee soorten tijd, de kloktijd oftewel de delende en tellende tijd naast de beleefbare of geleefde tijd. De filosoof Heidegger noemt de eerste kwantitatieve en de tweede kwalitatieve tijd. Soms wordt er ook gesproken over een natuurkundige en een filosofische tijd. In 1921 was er de beroemde discussie tussen de Henri Bergson en Albert Einstein, waar Bergson verdedigde dat er twee soorten tijd bestaan, namelijk de tellende en natuurkundige tijd naast de leefbare en filosofische tijd. Einstein was het daar niet mee eens, Volgens hem bestond er alleen maar natuurkundige tijd. Hij ontkende het bestaan van de filosofische tijd en kreeg daarmee het applaus. In 1955 schreef hij echter in een brief dat hij de scheiding van tijd in heden, verleden en toekomst een hardnekkige illusie vond. Misschien zag hij toen toch in dat er filosofische tijd bestaat.

In de Griekse mythologie is opa Chronos de schepper van voortbewegende  en kwantitatieve momenten van de tijd, terwijl zijn rebelse kleinzoon Kairos de beleefbare, unieke en meer kwalitatieve tijd naar voren brengt. Kairos staat sindsdien voor de tijd die er toe doet, die tijd die kan stilstaan en voor onvergetelijke ogenblikken zorgt. Die worden dan kairotisch genoemd. Chronos daarentegen is de universele en voor iedereen gelijke tijd, de chronometer waarmee we de wereld en ons leven ordenen. Deze verschilt van de dynamische en subjectieve tijd van Kairos waar het opdelen en tellen niet aan de orde is en waar heden, verleden en toekomst samensmelten tot een visionair ogenblik van verdriet of geluk of van beide.

We hebben met beide vormen van tijd te maken. De vraag is of we er in gelijke mate mee omgaan.

 

 

Piet Winkelaar

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*