Als ik in de media zie hoe we ons tegenwoordig opstellen ten aanzien van het gedrag van onze medemensen – het misdadige gedrag van rokers, onacceptabele zwervers, de me-too beweging, seksueel misbruik, vooral van vrome mensen – , dan denk ik nog wel eens aan het boek dat Graham Greene schreef in 1940 over de whiskypriester. Deze missionaris loopt rond met een koffertje met daarin een altaarsteen, een beker, wat brood en wijn om daarmee de mis op te dragen als mensen dat vragen. Hij is verslaafd aan drank, voortdurend dronken, steelt en doet alles wat verwerpelijk is. Sic transit gloria mundi. Hij duikt in bed met een vrouw, verwekt een kind, maar laat vrouw en kind verder aan hun lot over. Hij zwerft rond in een land waarin alle priesters en zendelingen als landverraders ter dood worden gebracht. Hij weet dat hij ook eerdaags de dood onder ogen zal moeten zien. Voor de kerk die hij vertegenwoordigt leeft hij in doodzonde en de hel is zijn enig perspectief. Er is niemand bij wie hij kan biechten want zijn collega’s verachten hem en beschouwen hem niet meer als iemand van hun kerk. Hij is een mislukkeling, een zondaar van het ergste soort en hij weet dat. Hij weet dat ie er een potje van maakt en zich vreselijk misdraagt. Hij kan niet anders. Maar als arme en verstoten mensen vragen of ie wil komen bij een stervende of om te biechten en de mis op te dragen, dan komt ie en dan is ie aanwezig. Dan leest hij voor mensen op een houten kist de mis en preekt dat ze de hemel om zich heen hebben, dat pijn en ellende een kenmerk van de hemel zijn en dat ze het lijden moeten omarmen omdat dit hun glorie vormt. Hij eindigt de misviering altijd met het begin van het Johannes evangelie waarvan de laatste zin luidt: ‘En wij hebben zijn glorie en heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeboren zoon van de Vader. ‘ Dan weet hij zich voor even de grote mislukte zoon en breekt er een kracht door die hem op de been houdt.
The Power and the Glory, zo heet dat boek van Graham Greene. Het zijn de mislukkingen en de fouten waarin mensen elkaar raken en met elkaar verbonden worden. Ondanks het schandelijke gedrag van de pater te midden van verraders en naïevelingen is er zijn aanwezigheid waarin hij zich één weet met alles dat zwak, zondig en onnozel is. Dàt is de Power en de Glory, de lichtheid van het bestaan. De titel van de Nederlandse vertaling uit de jaren vijftig doet erg moralistisch aan: ‘Het geschonden geweten’. Daarin hoor ik de stem van menig bisschop of dominee, de stem van ons calvinistische Nederlanders die voorhouden hoe verkeerd dit alles is, dat het gedrag van de whiskypater veroordeeld moet worden, dat de man geen goed geweten heeft, een geschonden geweten, dat afschuw oproept. Maar als we in ons leven maar lang genoeg wachten en goed kijken naar wat er gebeurt, dan hebben we allemaal een geschonden geweten. Maar daar gaat het niet alleen om. Het gaat niet om een bestraffende vinger, om het blootleggen van een grote schuld die mensen met zich mee dragen. Het heeft weinig zin als pastoors en dominees – en nu ook de gewone gelovigen en ongelovigen – razen en tieren en hun medemensen de verdoemenis voorhouden. Ze hebben er dan weinig van begrepen. Want het gaat niet over schuld en boete en over een geschonden geweten. Het gaat volgens Graham Greene over Power en Glory, over de zwakheid, de onnozelheid, de zondigheid, de kleinheid en de kwetsbaarheid van mensen, zaken die niet zozeer moeten worden veroordeeld of worden ontkend, maar die moeten worden aanvaard op een manier die verbinding maakt met alle zwakheid en tijdelijkheid van de wereld, van alles dat leeft en sterft en die power en lichtheid teweegbrengt. Dat vormt de grandeur van mensen, dat ze hun nietigheid en onbeholpenheid doorzien maar daar niet aan onderdoor gaan, zich er niet door laten vernietigen. Vanuit een verbondenheid met wat zwak, zondig, weerloos en kwetsbaar is kan er een power en glorie opflakkeren die het bestaan draaglijk maakt, die er voor zorgt dat we er geen eind aan maken maar het ondanks alles volhouden en die ons op sommige ogenblikken zelfs optilt uit het krakkemikkig bestaan tot meer dan we zijn.
oktober 2018
Piet Winkelaar