Slecht of kort slapen hangt samen met een hoger lichaamsvetpercentage. Maar in tegenstelling tot wat je zou verwachten is het verband niet specifiek te herleiden tot het schadelijke buikvet. Dat schrijven onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in het wetenschappelijke tijdschrift Obesity.
De onderzoekers zagen in eerste instantie wel een verband tussen slaapkwaliteit en buikvet, maar dat verband verdween geheel nadat ze de resultaten corrigeerden voor het totale lichaamsvet. “Zowel een korte slaapduur als een slechte slaapkwaliteit gingen samen met meer lichaamsvet. Het lijkt er dus op dat overgewicht in het algemeen en niet buikvet in het bijzonder samenhangt met slecht slapen”, legt onderzoeker Raymond Noordam van de afdeling Interne Geneeskunde uit.
Het was niet helemaal het resultaat dat de onderzoekers verwachtten. “We weten dat zowel slecht slapen als te veel buikvet gepaard gaan met een verhoogd risico op aandoeningen zoals diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Ons vermoeden was dat buikvet de link was tussen slecht slapen en gezondheidsproblemen. Maar dat lijkt dus niet het geval”, aldus NEO-coördinator en onderzoeker Renée de Mutsert van de afdeling Klinische Epidemiologie.
De wetenschappers trekken hun conclusies na het bestuderen van de gegevens van ruim 5000 deelnemers aan de zogenoemde Nederlandse Epidemiologie van Obesitas (NEO)-studie. De deelnemers vulden vragenlijsten in over hun slaapgedrag en ondergingen een MRI-scan om het viscerale vet, het vet in de buik rondom de organen, te meten. Aan dit specifieke vet worden allerlei schadelijke effecten toegeschreven, zoals diabetes type 2 en hart- en vaatproblemen.
Een belangrijke vraag blijft na dit grote cohortonderzoek onbeantwoord, benadrukken de onderzoekers. “Overgewicht in het algemeen en slaap hangen dus wel degelijk samen, maar we weten niet of en hoe het één het ander veroorzaakt”, zegt Noordam. Het kan volgens hem twee kanten op: slecht slapen kan leiden tot overgewicht of overgewicht kan leiden tot slecht slapen. Noordam: “Voor beide theorieën is wel wat te zeggen, dus toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen hoe het precies in elkaar zit.”
Bron: LUMC