“Niet klagen, bezig zijn en drie radijsjes per dag eten”, “Mensen accepteren zoals ze zijn” en “Als je teleurstellingen meemaakt, stop ze in een zakdoek en gooi ze weg.” Met liefde en respect zijn 20 honderdplussers geïnterviewd door Yvonne Witter en geportretteerd door Claudia Kamergorodski. 50pluswereld mag alvast drie verhalen en portretten met u delen. Alle portretten en levenslessen lezen? Bestel het boek 100% leven!
Niet klagen, bezig zijn en drie radijsjes per dag eten
Het geheim van honderd jaar oud worden? Volgens de heer Ton Berlee (100 jaar) is dat niet klagen, bezig zijn en drie radijsjes per dag eten.
Cowboy worden
‘Ik ben nergens bang voor. Ik blijf altijd heel kalm. Ik ben geboren in Nederlands-Indië. Mijn vader werkte bij het KNIL, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Ik wilde vroeger cowboy worden en dokter, maar belandde als militair in Nederlands-Indië. Op mijn veertiende ben ik na een verlof in Nederland gebleven en ben ik op kostschool geweest in Medemblik. Ik heb de ambachtsschool gedaan en daarna ben ik gaan werken in een garage. Maar dat vond ik echt niks. Dus meldde ik me aan voor het KNIL en in 1936 ging ik terug naar Nederlands-Indië. Later werd ik sergeant in Batavia.’
Krijgsgevangene in Birma
‘In 1942 ben ik gevangen genomen en met een schip met 1700 andere krijgsgevangen naar Rangoon (Birma) gebracht. Ik heb mee moeten helpen bij het aanleggen van de Birma-spoorlijn onder zeer zware omstandigheden. Ik maakte daar wrede, onmenselijke gebeurtenissen mee. Op een gegeven moment word je er apathisch van. Dan zie je weer iemand aan een boom hangen – omdat hij zich heeft opgehangen – of van een rots springen. Daarna ben ik in het najaar van 1943 overgebracht naar Saigon waar ik gevangene was tot de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945. We hebben veel honger geleden; we aten sprinkhanen en leguanen.
In een hinderlaag
‘Na de oorlog, terug in Indië, heb ik gewerkt bij de Fotografische Dienst, want fotograferen deed ik graag en goed. Ik heb in de Bersiap-periode ook hele nare dingen moeten meemaken. Ik ben toen twee keer bijna in een hinderlaag gelopen. Maar ben heel kalm gebleven, ook al vlogen de kogels me om de oren. Afleiding zoeken. Bezig zijn. Dat heeft me altijd goed geholpen om het te verwerken. Ik denk er nog steeds veel aan terug. Daar heb ik nu de tijd voor. Dan denk ik: goh, hoe heeft dat allemaal kunnen gebeuren. Ik heb het gered omdat ik voor niks bang ben. Dat heb ik altijd al gehad. Als kind al.’
Koninklijke Landmacht
‘In 1950 ben ik naar Nederland teruggekeerd. Het KNIL werd opgeheven. Ik kon toen naar de Koninklijke Landmacht en kwam eerst in Assen en later in Steenwijk terecht. Daar heb ik met plezier gewerkt in de kazerne; ik was verantwoordelijk voor de inventaris. Ik deed altijd erg veel buiten het werk om en kreeg later de functie van kazerneadjudant.’
Mijn vrouw leren kennen
‘Ik heb mijn vrouw in Indië leren kennen. Mijn zoon is er geboren; mijn dochter is geboren toen we in Nederland waren. En ik heb twee kleinkinderen. Ik ben apetrots op mijn kinderen en hun partners en mijn kleinkinderen. Mijn vrouw is een paar jaar geleden overleden. Ik woon nu met plezier in serviceflat Schouwenhoven in Leiden. Ik maak dagelijks cryptogrammen. Mijn schoonzoon drukt ze groot af zodat ik ze beter kan lezen. Weet je wat een van de mooiste zinnen was in de cryptogrammen? Daar komt ie: wat is een begrafenisondernemer op vakantie? Nou? Uitzonderlijk! Uit-zonder-lijk! Dat is briljant, toch? Zo zijn er nog wel meer. Even denken. Eh, nou, die schieten me zo wel weer te binnen. Uitzonderlijk. Dat is toch een geweldige vondst!’
Niet klagen
‘Ik ben nergens bang voor. Dat is mijn levensmotto en ik kan iedereen dat motto aanraden. Maar ook: niet klagen, bezig zijn en drie radijsjes per dag eten. Moet je maar eens op de computer kijken wat er allemaal in die radijsjes zit. Van alles. Het is erg gezond. Ik ben tevreden en heb na de oorlog een prachtig leven gehad. Ik zou het zo weer doen.’
Met een stok ben je een heer
De heer Baas uit Schalkwijk (101 jaar) is nog steeds actief. Vlees braden gaat niet meer zo goed, maar hij woont nog steeds zelfstandig naast het huis van zijn zoon.
‘Mijn vader was schoenmaker – net als zijn vader – en had een knecht nodig toen ik dertien jaar oud was. Zo ben ik schoenmaker geworden. Op mijn 18de kreeg ik belangstelling voor vrouwen dus ben ik daarnaast post gaan bezorgen. Als ambtenaar verdiende je namelijk meer en had je meer aanzien. Ik heb mijn vrouw leren kennen via de verkennerij.
‘We gingen een tocht maken in de kano van de verkennerij en daar kregen we verkering. Mijn schoonvader was kassier bij de Boerenleenbank. Ik kon hem opvolgen daar. Eerst voor drie ochtenden per week. Ik kon deze baan blijven combineren met de post. Al gauw groeide de bank. Ik heb vele medewerkers aangenomen. Twee zijn er nog op mijn honderdste verjaardag geweest! Uiteindelijk ben ik volledig bij de bank gaan werken, als directeur. Dat heb ik tot aan mijn pensionering gedaan.’
Minder zicht
‘Ik ben lang leider geweest bij de verkennerij en ik was 33 jaar actief bij deze club. Ik heb hier in het dorp de voetbalvereniging mede opgericht en gezorgd dat er een zwembad kwam. Dat soort dingen doe je gewoon. Dat deden mijn ouders ook. Ik ben tot mijn 84ste jaar actief gebleven. Toen mijn gezichtsvermogen minder werd, ben ik gesproken boeken gaan gebruiken. Voor lezen had ik eerder nooit tijd. En dat is toch een ontdekking geweest voor mij! Ik ben door dat lezen gaan nadenken over dingen. Ik heb gelezen over het universum, over Darwin, over de evolutie.’
Het leven staat vast
‘Ik ben ervan overtuigd dat ons leven vanaf het begin al “bekend” is. Je kunt het alleen niet pakken. Je moet het gewoon doen. Ik voer als het ware mijn programma uit dat al vaststond. Zo kijk ik ertegenaan. Het leven is een onbegrijpelijk geheel. Het doel van het leven is om goed te zorgen voor elkaar. Laten we ervoor zorgen dat we vrede hebben. Natuurlijk bots je wel eens met iemand, maar los het op. Heb mededogen. Accepteer mensen zoals ze zijn. Je kunt ze toch niet veranderen. Dat inzicht zou ik de jongeren graag willen meegeven.’
Minder oorlog
‘De grootste vooruitgang die ik de afgelopen eeuw gezien heb, is dat er minder oorlog is. We accepteren elkaar meer. Maar er valt nog een hoop te leren. Ik zelf heb veel van mijn vader, die overigens 91 is geworden, geleerd. Hij zei altijd: “De hemel? Daar is nog nooit iemand van teruggekomen.” En hij zei ook altijd: “Het vlees is beter dan het been.” Dat ruime denken heb ik van hem overgenomen. Op zondag ga ik naar de Werkhofgemeenschap in Werkhoven. Dat is een oecumenische geloofsgemeenschap. We komen met zo’n zestig personen bij elkaar. Ik voel me daar thuis omdat de gemeenschap daar ook ruim en vrij denkt.’
Seksuele voorlichting
‘Wat ik vroeger gemist heb, is seksuele voorlichting. Mijn vrouw was een paar maanden na onze bruiloft ineens zwanger en we wisten van niets. De zwangerschap overkwam ons. Na vijf kinderen vonden we het wel genoeg, maar we mochten van de kerk natuurlijk geen pil gebruiken. We hebben van alles geprobeerd, zoals periodieke onthouding. Maar er kwamen toch nog twee kinderen. Ik heb drie dochters en vier zoons. Zij hebben allemaal een goede baan en zijn maatschappelijk betrokken. Ik heb een goede band met al mijn kinderen. Ieder jaar vieren we “bazendag”.’
Nieuwsgierigheid is de beste drijfveer
Mevrouw Elisabeth Fisher (103 jaar) is een Amsterdamse die nieuwsgierigheid ziet als haar belangrijkste drijfveer in het leven. En haar leven is op z’n minst bijzonder te noemen. Heel bijzonder!
‘Onderwerp je nooit, nooit, nooit aan enige autoriteit’, is het eerste dat mijn moeder, een echte Friezin, me leerde. Mijn moeder was tijdens de Eerste Wereldoorlogde eerste hongerstaakster in Nederland. Tijdens een demonstratie tegen de oorlog schold ze een politieagent uit en werd toen onmiddellijk gearresteerd. Ze was een “rooie”.’
Ze moest naar de gevangenis op de Weteringschans in Amsterdam. Haar les om je niet te onderwerpen aan een autoriteit heb ik goed in mijn oren geknoopt. Dus ben ik in mijn leven van de ene rotzooi in de andere gerold, haha. Maar ik heb wel een avontuurlijk leven gehad. Ik heb in verschillende landen gewoond en heel veel mensen ontmoet. Mijn nieuwsgierigheid is mijn kracht. Die nieuwsgierigheid heb ik altijd gehad. Ik ben naar Rusland gegaan, want ik wilde Andrej Sacharo, atoomgeleeerde en vooraanstaand dissiden wel eens ontmoeten. Ik heb zes talen geleerd – ik spreek Nederlands, Frans, Duits, Engels, Italiaans en wat Russisch. Ook kan ik vloeken in het Hindi.’
Het leven is een cadeau
‘Wanneer mensen de tijd nemen en de nieuwsgierigheid hebben om rond te kijken en te zien hoe rijk Nederland is met hun nieuwe burgers, dan zou dat voor iedereen aangenamer zijn. Je moet mensen in hun waarde laten. En als je iets van een andere cultuur niet begrijpt of vreemd vindt, dan vraag je ernaar. Dan leggen de mensen het je uit en dat is geweldig. Dat is echt ge-wel-dig. Dóórvragen, belangstelling tonen, dan pas kom je achter waarheden. Je ziet dan overeenkomsten en verschillen. Want eigenlijk zijn we allemaal hetzelfde. We beseffen te weinig dat het een wonder is dat we op de wereld zijn. We zijn begonnen met niets. Als je geboren wordt dan weet je niets. Het leven is het enige dat we cadeau krijgen en daar moet je zelf wat van zien te frutselen.’
Lezen is belangrijk
‘Lezen is belangrijk. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met leren lezen. Ik ben zo’n mens dat geen opleiding heeft afgerond. Maar lezen is de redding van de gewone mens. Mijn moeder legde alles uit. Alle woorden die ik niet kende. Ook heeft ze me geleerd dat arm zijn niet erg is zolang je manieren hebt. Weet je, een magere jeugd is een geschenk voor het leven. Ik heb namelijk geleerd dat je zonder veel bezit kunt leven. Ik ben daardoor nooit afhankelijk geweest van spullen.’
Activiste
‘Ik was politiek actief en ik was een activiste Zo was ik in 1948 in Berlijn tijdens de blokkade. Ik heb veel contact gehad met Willy Brandt, sociaal-democratisch politicus en Bondskanselier van West-Duitsland) want die kende ik nog uit de jeugdbeweging. Ik heb in Brussel gewoond, Parijs, Frankfurt, Praag, Amerika. De wereld is zo klein! Ik heb overal wel werk gehad. Het scheelde enorm dat ik zoveel talen sprak. Na de oorlog heb ik bij Het Parool gewerkt. Ik vroeg aan Frans Goedhart of hij geen werk voor me had. Hij heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog de illegale verzetskrant Het Parool opgericht. En ja hoor, ik mocht stukjes schrijven en dat deed ik graag. Ik heb ook jaren met Karel van het Reve samengewerkt, onder meer in de Alexander Herzen Stichting, een in 1969 opgerichte stichting die als doel had dissidente sovjetliteratuur in het Westen uit te (laten) geven.’
Nieuwsgierigheid is belangrijk
‘We leven in een wereld waar het draait om succes. Daardoor maken we alles mooier dan het in werkelijkheid is. We moeten veel meer kijken en dan bedoel ik echt zien. Ik vertel mijn hele leven verhalen. Ik hou er vooral van om verhalen aan kinderen te vertellen. Ik had zelf twee kinderen. Mijn zoon is toen hij eind vijftig was overleden aan kanker en mijn dochter stierf door de drank. Ze was niet te redden. Dat is natuurlijk heel, heel erg zwaar geweest. Elke morgen zeg ik nog: dag Pop, dag jongen. Ik heb ook mijn echtgenoten verloren. Men leert in het leven te relativeren. Maar ik heb zoveel vrienden en hulp om me heen. En ik ontmoet altijd nog nieuwe mensen. Nieuwsgierigheid is de beste drijfveer die je kunt hebben.’
100% leven
Door Yvonne Witter
Fotografie door Claudia Kamergorodski
ISBN 9789088508578
Hardcover & full colour
Uitgeverij SWP, www.swpbook.com/2111