Treingezelschap

De slanke peroxideblonde vijftiger rende de trap op naar het perron van de NS in Lelystad. Ze checkte paniekerig de borden met de vertrektijden en keek vervolgens naar de verlichte aankondiging boven het perron. Ze relaxte zienderogen, keek om zich heen, beende gedecideerd naar de bank waarop ik zat te wachten en zei in een onmiskenbaar Amsterdamse tongval:

” Wacht jij ook op de volgende trein naar Centraal?”

Ik beaamde dat dat het geval was en dat ik daar moest overstappen naar Zandvoort. Ze plofte opgelucht naast mij neer en vervolgde:

” Pfff, toch nog mooi op tijd. Ik heb me rot gehaast. Ik moet namelijk naar het Rokin om kaartjes halen voor de bus naar Frankrijk. We gaan eindelijk weer eens op vakantie! We zou’en eigenlijk met de trein, maar ik schrok me wezenloos van de prijs voor een retourtje. Alsof het geld me op me rug groeit! Nou, dan is het internet wel lekker hoor. Binnen de kortste keren had ik de informatie dat het per bus stukken goedkoper was. 49 Euro heen en weer!

Dan maar met de bus dus, dat scheelt een dwarsstraat. Het moet uit de lengte of de breedte niet waar?  En breed hebben we het niet sinds mijn man is wegbezuinigd. 35 jaar hard werken aan het onderhoud van het spoor en dan plotsklaps van de één op de andere dag op straat. En waar vind je dan nog een baan op je 59e?

Dus zit-ie nu thuis en verveelt zich al een jaar lang een slag in de rondte.  En weet je wat het ergste is?”

Haar woordenstroom werd even onderbroken en ze keek me met haar wenkbrauwen in hoge vraagstand onderzoekend aan. Ik moest bekennen dat ik niet wist wat er nog erger zou kunnen zijn dan verveling.

” Nou dat zal ik je vertellen. Die sukkel heeft vanaf zijn ontslag helemaal geen zin meer in sex! Ken je dat? Al een jaar geen sex? Nou, ik kan je vertellen: ík word er horendol van!! En het helpt niks of ik een beetje aan ‘m zit, leuke slipjes draag, lekker kook: het helpt allemaal geen moer. Niente Noppes Nada.

Tussen haakjes…..da’s ook een fabeltje hoor: de liefde van de man gaat door de maag. Laat me niet lachen! Hij nasjt alles met een rotgang op en valt dan verzadigd in slaap! Maar misschien kan ik hem gedurende deze vakantie weer een beetje actief krijgen op dat gebied.”

Intussen was de trein aangekomen en maakten we ons op om in te stappen.  Terwijl we wachtten op het openen van de deuren zei ze:   “Vind je het goed als ik naast je kom zitten? We zitten zo gezellig te praten.”

Ik deed  mijn krant en het boek, dat ik van plan was te gaan lezen in mijn tas en bereidde mij geestelijk voor op een gezellige voortzetting van het gesprek. Zodra we ons hadden geïnstalleerd ging ze moeiteloos verder,  alsof er geen onderbreking was geweest….

” En dan heb ik ook nog mijn dochter met d’r vriend bij mij in huis wonen. Dacht ik eindelijk het rijk alleen te hebben, alle kinderen het huis uit, wordt ze werkeloos! Dan krijgt ze ook nog een vriend die ook in de WW zit en dus kunnen ze zich geen huis veroorloven. Tja en wat doe je dan?”

Een duidelijk retorisch bedoelde vraag, want in vrijwel één adem ging ze door….

“Dan verbouw je je zolder en laat haar dáár maar wonen. Alleen, die tante is verdorie net een kleine koningin. Knippen met haar vingers, overal commentaar op en maar klagen. Ik word er gek van! En ik trek het me allemaal nog aan ook, omdat ik  toch stiekem denk dat ik ergens te kort geschoten ben.”

Ik maakte sympathieke tut-tut-geluiden, maar die waren eigenlijk niet nodig, want zonder haperen veranderde ze 180 graden van richting en ging ze over op een ander onderwerp.

” En dan ga ik ook nog twee keer in de week naar me moeder in Amsterdam. Die is 93, slecht ter been en zit in een verzorgingstehuis op de rand van de Jordaan. Ze mag dan oud en krakkemikkig zijn, maar ze is nog zo kien als een marktkoopman. Die heeft nog niets van haar scherpte verloren en ze is overal in geïnteresseerd. Ze weet meer van Ajax dan mijn man en slaat geen discussieprogramma op de TV over. Twee keer per week haal ik haar even uit het tehuis en gaan we de straat op. Een klein stukkie hoor, meer kan ze niet. Maar dan is ze even, volgens eigen zeggen ‘bij die ouwe wijven weg’. Een paar straten verder is de kroeg van Schele Jopie waar we dan even wat gaan drinken en bijkletsen. Jopie en ik zaten in dezelfde klas op de lagere school. Hij is niet scheel, maar hij was destijds beroemd, omdat hij het beste van iedereen scheel kon kijken en het het langste volhield. Zo heb je natuurlijk meteen een naam en die is altijd aan hem blijven plakken.

Jopie weet precies wanneer we komen en het citroentje met suiker voor mijn moeder en een bakkie  troost  voor mij staan al klaar als we binnen komen schuifelen. We zijn altijd de eerste en meestal ook de enige klanten. Ik verdenk Jopie ervan dat hij alleen voor ons vroeg opengaat. Hoewel het eigenlijk niet meer mag zet die schele ook altijd een asbak bij ons neer en draaien we heel tevreden een sjekkie bij onze consumptie!”

Ze zag de uitdrukking op mijn gezicht en zei

” Jij rookt zeker niet, hè?”

Ik vertelde haar, dat ik dat wel gedaan had, maar dat het daarmee stoppen één van de beste beslissingen in mijn leven is geweest. Ze keek me droevig aan en vervolgde met een verdwaalde traan in haar ogen

“Tja, ik zou ook wel willen stoppen, maar met al de dingen die ik elke dag met mijn man, mijn dochter en m’n moeder meemaak, kán ik het gewoon niet. Zo’n sjekkie troost mij. En bovendien ben ik door al die zorgen, hoe noemen ze dat ook weer……maandelijks depressief. Dan zit ik zo te piekeren over al die problemen dat ik er bijna niet meer uitkom. Tja dan neem ik maar weer een sjekkie.”

Nu ze even stil was, kon ik mij niet meer inhouden en vertelde haar, dat het hoog tijd was om eens even aan zichzelf te denken en niet aan anderen. Depressief worden van het piekeren over de zorgen van een ander is geen goed plan. Ik was zowaar een paar minuten aan het woord, zonder dat zij er tussenkwam. Ze keek me nadenkend aan en begon een zwaar sjekkie te rollen. De trein reed het CS binnen en we stapten uit. Gezamenlijk liepen we in de richting van de uitgang en ter hoogte van de trap naar het perron waar mijn aansluitende trein vertrok, nam ik afscheid van haar.  Opeens omhelsde zij me en bedankte mij met tranen in haar ogen. Bedanken? Waarvoor?

” O, ik heb zo lekker met je gepraat en je hebt me zo fijn geholpen……ik heb hier echt veel aan gehad” en ze gaf me drie klinkende zoenen op mijn wangen.

Ze draaide zich om, rechtte haar schouders stak de brand in haar pas gerolde sigaret en vertrok gedecideerd in de richting Frankrijk via het Stationsplein, het reisbureau op het Rokin en uiteindelijk de internationale bus. En ik? Ik stapte nadenkend in mijn trein voor een ongetwijfeld stille saaie lange etappe naar Zandvoort.

 

Henny Roeland

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*