Levenskunst en biografisch werken 

‘Levenskunst, dat is de wedergeboorte van het individu, dat eens ten tijde van de grote utopieën, in de apotheose van de maatschappij ten onder dreigde te gaan en dat nu gedwongen is om in het tijdperk van de afwezigheid van grote verwachtingen zijn leven zelf te leiden. De filosofie van de levenskunst bevestigt de betekenis van het individu, maar de nadruk op het individuele, op de zelfstandigheid van het individu, mag niet worden verward met de versterking van een nieuw individualisme, een gefixeerdheid van het individu op zichzelf. Dit laatste wil de levenskunst niet in de hand werken, niet om morele redenen, maar omdat ze inziet dat alle gocentriciteit domme bekrompenheid is, die de betekenis van het feit dat je op anderen bent aangewezen en in de maatschappij bent ingebed voor de realisering van het individuele leven miskent. Naar levenskunst streeft het individu dat zich niet door individuele arrogantie laat leiden maar dat zijn best doet zichzelf te leiden, een doordachte relatie met zichzelf te krijgen, hechte relaties met anderen aan te gaan en mee te werken aan het inrichten van de maatschappij.’

 
Wilhelm Schmid

 

Filosoof Paul van Tongeren, auteur van Leven is een kunst vat in zijn boek een van zijn uitgangspunten heel compact samen: ’De mens is een wezen dat niet alleen gebaard wordt door een ander, begraven wordt door anderen, maar ook daartussen slechts mens wordt door de liefde en de erkenning van anderen’. In een interview zegt hij dat de levenskunst geen verzameling is van foefjes die je handig kunt toepassen zodat je een gelukkiger mens wordt. Er is wel wat meer voor nodig, ethiek bijvoorbeeld. ‘In de ethiek gaat het niet om leven in de zin van overleven, maar om de kunst om zo te leven dat het kwaliteit heeft. De actuele filosofie keert terug op haar schreden en herinnert zich haar vergeten oorsprong weer. Moderne filosofen nemen de levenskunst weer ernstig en dragen haar een warm hart toe, zoals Pierre Hadot en Michel Foucault uit Frankrijk; Wilhelm Schmidt en Peter Sloterdijk uit Duitsland en bij ons Paul van Tongeren en Joep Dohmen. De Canadese filosoof Charles Taylor stelt voor om een reis naar diepgang van morele identiteit te maken als antwoord op de moderne gevoelens van leegte en zinloosheid:

  1. weet je verbonden met wat werkelijk goed voor jou is (hypergood)
  2. blijf je oriënteren, verstar niet, houd koers.
  3. probeer het leven steeds begrijpelijk verhalend te interpreteren d. zoek steeds naar een eigentijds gedeeld referentiekader met daarbinnen je persoonlijke sterke waarderingen.

Taylor zegt hier dat de grote verhalen er wel degelijk toe doen en dat het goed is die met elkaar te delen, maar dan wel in verbinding met onze particuliere waarderingen.

Michel Foucault: grijpt met Le souci de soi ‘de zorg voor zichzelf’ terug naar de Oudgriekse traditie van de levenskunst of bestaansesthetiek. Zelfzorg is voor Foucault een houding waarbij het gaat om het vormgeven van het eigen leven, op zo’n manier dat ook de ander altijd in het blikveld wordt meegenomen. Zelfzorg is ook zorg voor de ander en voor het samenleven met anderen, waardoor het gevaar dat individualisme ontaardt in egoïstische zelfzucht zoveel mogelijk wordt voorkomen.

 

Een belangrijke basis van de levenskunst is de scholing doormiddel van zelfkennis. Dat denken we al gauw in de hand te hebben, want we willen allemaal graag authentiek en onafhankelijk zijn, maar zonder dat we er erg in hebben laten we ons meeslepen door de “markt van welzijn en geluk”. Voor zelfkennis is vooral aandacht en tijd nodig, bijvoorbeeld door echt contact met anderen, dierbaren en vrienden die ons durven spiegelen, mensen die echt luisteren naar ons verhaal. Soms is het nodig dat dat een professionele gesprekspartner is of een coach. Ik bedoel niet een coach die op elke hoek van de straat staat en ons alleen wil trainen in succes en het vermijden van frustraties, maar een gesprekspartner die zich kan richten op wat wezenlijk, essentieel is in het leven. Na de zelfkennis komt het maken van keuzes, het oefenen en het leven naar je echte wensen.

Biografisch werken

Een van de mogelijkheden om de levenskunst concreet in praktijk te brengen is het biografisch werken, een methode waarin de levensloop en het levensverhaal alle aandacht krijgen. Door het werken met deze thema’s worden de kansen versterkt om de eigen individuele mogelijkheden te onderzoeken, maar vooral te ontwikkelen. Het is zeker te danken aan de specifieke werkwijze van het biografisch werken, dat in de laatste decennia in allerlei varianten voor even zovele doelstellingen is ingeburgerd. We komen deze werkwijze tegen onder diverse namen zoals biografische consultatie, biografiecounseling, biografiek, levensloopkunde. De werkgebieden waarbinnen deze methodiek steeds meer wordt toegepast zijn de agogische – en therapeutische beroepen, het onderwijs en het vormingswerk. Binnen het domein personeel en organisatie zijn de thema’s levensloop en loopbaan, in het kader van loopbaanbegeleiding, carrièreplanning, maar ook bij outplacement en re-integratie, belangrijke onderwerpen. Door middel van leeftijdsbewust personeelsbeleid verdiepen werkers in deze sector zich in kennis en vaardigheden rond levensloopthema’s. De geestelijke verzorging kent al een lange tradities in het omgaan met het levensverhaal en de persoonlijke interpretatie daarvan, vooral bij lief en leed. Voor pastores en geestelijk verzorgers heeft het levensverhaal als thema een hoge prioriteit.

 

Niet alleen voor ouderen onder ons, die wellicht in hun levensopvattingen verschillende denkbeelden en manieren van leven hebben zien voorbijgaan, maar ook voor jongeren die daar mee worstelen is het een kunst om gedurende de uitwerking van de eigen keuzebiografie (het werken áán en geregeld reflecteren óver de eigen levensgeschiedenis) verbinding te leggen met niet alleen het aloude thema ‘wie ben ik?’ maar ook het waar ben ik? niet te vergeten. In welke situatie bevind ik mij en met wie heb ik te maken? Dat betekent verbinding leggen met datgene wat wezenlijk voor mij is, existentieel. “De omhelzing van de grond van het bestaan”, zoals ik dat graag noem. Daarbij kun je bedenken wat de geestelijke erfenis was die je meekreeg van je ouders, je opvoeding en scholing en hoe je die – wellicht met diverse en soms radicale metamorfosen – allereerst zou kunnen benoemen en doorgeven aan anderen, aan mensen voor wie je wilt zorgen en je hulp aanbiedt. Dat is je eigen persoonlijke levenskunst, je geestelijk legaat. Om met kunst en vliegwerk, alle dag praktisch aan de slag te kunnen gaan: om duurzaamheid in de eigen situatie te vertalen en om het eigen leven beter te kunnen sturen, – ondanks geregelde turbulentie of soms weinig thermiek – daarvoor is heel wat wijsheid nodig, waarbij discipline – jezelf aan het werk kunnen zetten – onontbeerlijk is.

Over de auteur

Gabriël Prinsenberg zet zich sinds de jaren tachtig intensief in het biografisch leren en werken als een methode voor onderwijs, vormingswerk en hulpverlening te introduceren. Hij deed dat lange tijd in het hoger beroepsonderwijs en heeft in Nederland, België en Duitsland seminars en meerjarige opleidingen gegeven.

 

Literatuur: Biografisch leren en werken  www.swpbook.com/

In de middag van het leven. Over het belang van het levensverhaal voor de derde leeftijd  www.swpbook.com/1714

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*