Pijn dient niet bestreden te worden maar behandeld, en dat is wat anders. Pijn is namelijk niet de vijand die kost wat kost vernietigd moet worden, maar de vriendelijke metgezel die ons waarschuwt en waar men naar moet kunnen luisteren. In menig ziekenhuis is de naam pijnbestrijding vervangen door pijnbehandeling. Het gaat niet alleen maar om een ander woord maar om een andere benadering. Helaas blijven care4homecare en verschillende internisten en psychologen nog hardnekkig de oude naam en de oude benadering hanteren (de laatste uitgave van magazine Leef staat er vol van). Men voert oorlog tegen de pijn die met wortel en al dient te worden uitgeroeid. Dat is een misverstand, een verkeerde benadering. Daarom een korte toelichting.
Pijn, lijden en verdriet horen bij het leven, vormen het medium waardoor mensen zich bewust worden van het bestaan, schreef Oscar Wilde ruim honderd jaar geleden. Nog in de achttiende eeuw voedde men kinderen op tot het verdragen van pijn. Men bedacht zelfs kwellingen om hen te leren ermee om te gaan. Ze moesten de nodige ontberingen meemaken om te weten wat leven is, om het leven aan te kunnen. Dat staat haaks op de benadering van pijnbestrijding waar men zegt pijn juist te haten en waar men alle pijn en verdriet zoveel mogelijk uit hun leven wil verbannen. We hoeven niet terug naar vroeger, maar velen slaan nu wel door naar het andere uiterste.
Rond 1970 werd in dit land bij extreem angstige psychiatrische patiënten een deel van de hersenen weggehaald waarna ze niet meer bang en angstig waren en hun lijden aanzienlijk was verminderd. Maar tegelijk konden deze mensen ook niet meer enthousiast worden en straalden geen geluk meer uit. Ze leidden een extreem vlak bestaan. Deze handelswijze geeft aan dat wanneer pijn en angst zo radicaal worden uitgesloten, ook de mogelijkheid tot geluk verdwijnt. ‘Waarom ging de kaars uit’, schreef Rabindranath Tagore. ‘De kaars ging uit omdat ik die met mijn mantel wilde beschermen tegen de wind. Daarom ging de kaars uit.’
Daarmee wilde hij aangeven dat juist door zijn goede bedoelingen de zuurstof wordt weggenomen die noodzakelijk is voor vuur en warmte.
In de medische en sociale sector wil men mensen zoveel mogelijk geruststellen, hen behoeden voor pijn en verdriet door hen pillen en kalmeringsmiddelen te geven, maar men realiseert zich niet dat dit een vervlakking van het bestaan kan betekenen. Wanneer je alle pijn en verdriet wilt bestrijden en wegsnijden, dan snij je ook alle liefde en geluk weg. Het is maar goed dat dit meestal nooit helemaal lukt. Een leven zonder pijn blijkt een nachtmerrie, schrijft Amanda Kluveld in haar boek, terwijl sommige internisten en pijnpsychologen dit als een ideaal beschouwen. ‘Het vermogen pijn te voelen, staat gelijk aan het vermogen om je in een ander in te leven. Pijn kunnen voelen betekent dat je lief kunt hebben, betekent dat je een moraal hebt, dat je menselijk bent. Ongevoeligheid voor pijn staat voor onmenselijkheid, in alle betekenissen van het woord. Dat je geen echt mens bent, dat je wreed en onverschillig voor het leed van anderen bent. Zonder pijn loop je niet alleen gevaar, maar ben je ook een gevaar voor eenieder die wel pijn voelt.’ In haar boek over pijn vertelt Kluvelt over een Amerikaans meisje dat geen pijn kan voelen en daardoor zichzelf ernstig beschadigt. Haar onvermogen pijn te lijden heeft desastreuze gevolgen.
Er zijn tegenwoordig vele mogelijkheden om onnodige pijn te voorkomen, om pijn te behandelen en dat is geweldig. Maar dat is nog iets anders dan pijn en verdriet alleen maar te bestrijden, te haten en te vervloeken. Behandelen betekent bekijken wat er aan te doen is, het lijden en het verdriet onderkennen en je bewust worden van de situatie waarin je terecht bent gekomen. Maar vaak wil men geen behandeling, maar bestrijding, ongedaan maken. Dat brengt ons verder van huis.
Wanneer mensen pijn hebben, kunnen ze ten einde raad zijn, weerloos en kwetsbaar. Soms kunnen ze dan ook een andere kant in zichzelf ontdekken. Ze staan niet langer niet op een voetstuk, hoeven niet in de verdediging, maar weten zich verbonden met al het andere dat zwak en broos is. Alles van waarde is weerloos, schreef Lucebert. Soms krijg je de indruk dat we in onze maatschappij dat weerloze en kwetsbare zo snel mogelijk ongedaan willen maken. Men wil geen pijn en verdriet maar eeuwige gezondheid, altijd blijven leven. Medici en wetenschappers doen soms al het mogelijke om daaraan tegemoet te komen. Ze gaan voorbij aan de weerloosheid en kwetsbaarheid van het bestaan. Het mooie en kostbare wat mensen bezitten, wordt hen op deze manier afgepakt. Men krijgt geen kans de eigen zwakheid en broosheid te ontdekken en er de waarde van in te zien.
Jaren geleden schreef Magda Maris een gedicht over pijn waarvan ik klein deel graag weergeef in de hoop dat het lezen ervan de haat voor pijn meer doet vervangen door liefde.
‘Ik ben de pijn, ik ben de gewonde liefde.
Ik kom als het donker is
en als het nog licht is maak ik het donker.
Ik ben de pijn die niet wordt aanvaard,
ik ben al afgewezen voor ik mij aandien.
Ik ben een miskend signaal, een ontkende realiteit.
Ik verberg me in allerlei uitingen,
soms onder woede, soms onder spot,
soms onder haat, soms onder onverschilligheid,
soms onder verveling, allemaal pantsers
om het hart waar ik verblijf. (….)
Ik ben de pijn, wanneer je me toelaat
dan kom ik en ga ik
als het water van de zee in golven.
Ik ben de pijn, ik ben jouw pijn,
je waar en hoe dan ook aangedaan.
Ik ben je gewonde liefde die op genezing wacht.
Ik ben de enge poort waardoor je tot leven komt
en dat betekent: tot je liefde.
Piet Winkelaar maart 2016
Verder lezen/meer informatie:
Pijn – Patrick Wall
De vlucht uit het paradijs – Amanda Kluveldt (download een artikel)