De dood wordt overschat

Hij (de patiënt) zal op het laatst veel slapen en prettig dromen, meen ik te kunnen beloven, en als hij op het aller laatst toevallig niet zou slapen, dan zal jij toch kort daarna en ongemerkt uitstappen, dat zal hem tamelijk gelijkmatig gaan, daar kunt u van op aan. Zo gaat dat overigens op de keeper beschouwd altijd. Ik ken de dood, ik ben een oude gediende op dat gebied en gelooft u mij, de dood wordt overschat. Ik kan u zeggen dat hij zo goed als niets voorstelt. Want wat er onder bepaalde omstandigheden aan beulswerk aan voorafgaat kun je immers niet goed tot de dood rekenen, dat is een springlevende aangelegenheid en kan even goed tot leven en genezing leiden. Maar van de dood zou niemand, ook al zou hij ervan terugkomen, u iets zinnigs kunnen vertellen want je bent hem niet bewust. We komen uit de duisternis en keren terug in de duisternis, daartussenin liggen wederwaardigheden maar begin en einde, geboorte en dood, daar zijn we zelf niet bij. Ze hebben geen subjectief karakter, die liggen als gebeurlijkheden geheel en al op het gebied van het objectieve. Zo is dat.

[bron]Thomas Mann, in: De Toverberg

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*