In de SM-literatuur wordt het thema van kijken en voelen gepresenteerd als de koninklijke weg naar onderwerping en verscherping van de zintuigen door de gecreëerde afhankelijkheid en hulpeloosheid.
Hij zegt niets tegen me.
Hij kijkt naar me, staart me aan. Kijkt en kijkt naar me.
Zijn grijze ogen. Ik weet dat niets Hem tegen kan houden. En wil ook vooral niet dat iets Hem tegenhoudt.[1]
Opnieuw zijn grijze blik.
Hij steekt zijn hand uit naar mijn nek.
Ik denk dat Hij me in zijn armen gaat nemen. Maar nee.[2]
Kijken heeft in deze citaten duidelijk de overhand. Voelen wordt opzettelijk uitgesteld en maar mondjesmaat in de interactie ingebracht.
Zijn wijsvinger raakt mijn huid aan, gaat verder langs mijn keel, raakt lichtjes mijn borst door de zijde heen die hem bedekt, volgt de welving van mijn heup om daarna af te dalen tot mijn benen. Eindeloos traag tilt hij de stof op en onthult het zwart van mijn kousen en de blankheid van mijn dijen.
Mijn hart klopt als een razende. Ik voel me beklemd en haal diep adem. Ik sla mijn ogen neer.
Ik luister naar de stilte.
Een zware stilte, overweldigend, doordringend als de stilte van een door alle levende soorten veronachtzaamde woestijn. Ik ben niet menselijk meer. Ik ben een lijf van vlees overgeleverd aan een krankzinnige demon die me weg zal voeren op zijn rode paard.[3]
Het voelen heeft vooral de functie om de controle van het kijken en het overgeleverd zijn aan de blik te versterken.
Hij heeft de voorkant van mijn jurk tot mijn heupen opgeschort.
Hij laat de stof los en doet een stap naar achteren; ik voel zijn blik die zich als een mes tussen mijn benen boort.
Ik geniet van de brandende blik in Zijn ogen die dwars door me heen gaat.
Ik begeer Hem. Ik ben voor Hem. Ik ben alleen nog maar voor Hem.
Ik verlang ernaar dat Hij me kust maar Hij kust me niet.
Geluidloos schreeuwt mijn lichaam de hunkering uit naar Zijn handen maar Hij raakt me niet aan.[4]
Middels kijken wordt binnengedrongen in de innerlijke belevingswereld van de ander. De ontvankelijkheid van de innerlijke leefwereld voor de uiterlijke blik van de ander geeft een gevoel van naaktheid, het gevoel niets voor de ander te kunnen verbergen. Als de verteller in Denken is een lust van Willem Jan Otten in een pornozaak iets wil kopen is hij zich zeer bewust van de blik van de verkoper.
Het moment zou volmaakt zijn als ik alleen was in de zaak. Maar Hij is er altijd – de eigenaar, de zwijger, de opper-eunuch van Al Pornobab. En hoe discreet hij zijn rolletjes guldens ook in de kassa uitkeert, op het moment dat een bepaalde pagina mij mijn keuze doet maken, kijkt hij dwars door mij heen. Ofschoon mijn erectie onzichtbaar is, en aan mijn rug weinig méér valt af te lezen dan dat het een rug is, ben ik naakter dan ooit, en hulpelozer.
Zelfs al weet ik dat het niet waar is (de eigenaar heeft wel wat beters te doen dan door mij heen te kijken), dan nog promoveer ik zijn niet geworpen blik tot een almachtig oog, en schrompel ik ineen bij de gedachte aan de kenbaarheid van mijn lust. Want ik heb, met mijn keuze, erkend dat de vrouw op de motorkap van de Buick mij opwindt. Erger nog: ik verbind mij met de afbeelding, met een aplomb als ging het om een huwelijksbelofte.[5]
Het overbruggen middels kijken van de ruimtelijke afstand tussen mensen is in het bijzonder een aangewezen middel tot communicatie wanneer liefde verborgen moet blijven, wanneer hieraan niet openlijk uiting kan worden gegeven. Dit zien we gebeuren bij de twee vrouwen uit het volgende citaat die de echtgenoot van één van hen willen ontzien.
Jeanine geeft ook om Ralph: ze wil hem geen pijn doen. Ze draagt haar liefde voor mij met zich mee als een geheime schat, opgevouwen en ingepakt, dicht bij haar hart. Haar verlangen zendt vlammen omhoog door haar lichaam, laat haar ogen glanzen. Soms raak ik onverwachts gevangen in die ogen, zoals toen ik me vooroverboog om voor Ralph koffie in te schenken, en ik opkeek naar waar zij zat op de vensterbank, met de krant voor haar gezicht. Ze las niet; haar ogen volgden mijn bewegingen met een aandacht zo geconcentreerd dat ik ervan schrok. Ze keek in mij, en zonder me een centimeter te verplaatsen, voelde ik hoe ik in haar richting viel en samen met haar omlaag werd getrokken, omlaag, tot diep in de plek die we samen bezoeken, de plek waar het stil is, die ons omvat.[6]
Het contact tussen beide vrouwen uit deze beschrijving is zo intens dat de aanwezigheid in een ruimte van de één door de ander ook direct gevoeld wordt.
Dan komt Jeanine binnen. Ik voel dat ze binnenkomt. Het is een gevoel als een koele hand die langs mijn rug glijdt, een teken om wakker te worden. Als ik mijn ogen open zie ik hoe ze net door de deur naar binnen glipt, haar gêne omdat ze zo laat binnenkomt zichtbaar door de stijve manier waarop ze haar schouders houdt. Ze draagt een purperen, wijdvallend topje en jeans; haar kleine voeten zijn bloot. Een dun gouden kettinkje omgeeft een zongebruinde enkel.
Weet ze dat ik hier ben? Mijn hart bonst. Het kost me al mijn kracht om haar niet te roepen, niet mijn hand op te steken. Dan realiseer ik me dat ze is gaan zitten op een kussen aan mijn rechterkant, met haar gezicht naar mij toe. Haar aandacht valt om me heen als een mantel. Ik voel me slap van opwinding en weet dat ze die plek heeft gekozen om naar mij te kunnen kijken.[7]
Het binnendringen middels kijken in de binnenwereld van de ander is in de pornografie vaak een symbolische voorbode van de daadwerkelijke penetratie in het geslachtsverkeer. Het schandaleuze van kijken en voelen wordt pas goed duidelijk wanneer we ons realiseren dat kijken en voelen een metafoor zijn voor daadwerkelijke seks. De doordringende blik staat dan voor de penetratie met de penis, die ieder moment plaats kan vinden. Door in te gaan op het kijken en bekeken worden maakt de vrouw zich klaar voor geslachtsgemeenschap.
Holly huiverde een beetje onder die blik, een kalme, doordringende blik. Hij keek naar haar grote borsten onder haar zomerjurk die daar een beetje strak zat. Ze was dat gewend, omdat ze al jong grote borsten had. Maar deze vent overdreef wel een beetje. Haar terechte verontwaardiging maakte echter plaats voor een tintelend gevoel vanwege de oprechte bewondering in zijn blik. Ze voelde haar tepels hard worden onder haar paarse jurk, vreselijk, ook dat nog. Zijn ogen registreerden dat verheugd en Holly voelde hoe de tintelingen zich ook naar beneden uitstrekten, de zenuweinden tussen haar benen werden nu ook wakker.[8]
Eerder hebben we in dit verhaal al een voorproefje kunnen lezen van de zich ontluikende intimiteit.
Holly glimlachte en stak haar lange hand uit. Hij pakte hem plechtig in de zijne, niet zonder ironie. Haar hand verdween bijna helemaal in die grote bruine warme hand van hem die zich stevig om de hare sloot.[9]
In deze beschrijving zien we een metaforische omkering van de sekserollen. Niet de man wordt ontvangen binnen de vrouw, maar de vrouw binnen de man. De handen van de man kunnen als een substituut worden gezien van de vagina van de vrouw.
In het kijken kan men zich bewust worden van andere zaken dan waar men gewoonlijk naar kijkt èn van de (seksuele) redenen waarom men dit doet.
Haar tepels werden weer hard toen ze haar blik liet rusten op zijn gespierde nek en schouders. Hij had nog steeds sterke armen en stevige handen. Ze begon er plezier in te krijgen om naar hem te kijken alsof ze hem voor het eerst zag, niet de man waarmee ze was getrouwd, niet de man wiens rommel ze achter hem opruimde, niet de man die zich zorgen maakte over financiën, investeringen en bedrijfsstrategieën en beugels voor de kinderen. Nee, deze morgen was Mac gewoon een man met zandkleurig haar en een levendig, breed gezicht dat er op de een of andere manier in slaagde knap te zijn, ook al was zijn neus te dik doordat die diverse malen gebroken was geweest. En hij had nog steeds een soort ruige mannelijkheid over zich, zelfs achter dat keurige overhemd met die stropdas. En ze voelde zich op en top vrouw. Machtig. Verleidelijk. Gewaagd. En bereid om alles naar buiten te laten komen.[10]
De vrouw uit dit citaat heeft besloten om de huwelijkse sleur te doorbreken en haar echtgenoot weer actief te verleiden. Haar man die haar al jaren niet meer ècht seksueel opmerkt is totaal verrast door de verleidelijke poses die zijn echtgenote aan het ontbijt voor hem inneemt door haar ochtendjas open te laten vallen, openlijk met haar borsten te gaan spelen en vervolgens af te dalen naar haar benen.
Amy bracht haar twee natte vingers omlaag tussen haar wijd geopende benen. Het linkerbeen op de tafel gaf haar de kans om haar hele lichaam te ondersteunen en tegelijk haar heupen voldoende te kantelen om hem goed te laten zien wat ze aan het doen was.
Ze opende de plooien van haar schaamlippen en liet haar rechtervingers zachtjes in de natheid tussen de inwendige plooien van haar poesje glijden. Oh God, dat voelde geweldig aan. Nat en warm. Ze spreidde de plooien, zodat Mac de prachtige roodheid ervan kon zien, helemaal gezwollen door passie.
Om niet te snel terug te vallen in oude patronen verbiedt de vrouw de man haar aan te raken.
Ze wilde niet dat hij haar aan zou raken. Nog niet. Hij mocht alleen maar kijken. Ze voelde zich zo mooi. Zo sensueel. Zo gelukkig en vrij. Als een levend kunstwerk.
Door dit verbod om zijn vrouw aan te raken resteert de man niets anders dan ‘de hand aan zichzelf te slaan’. Dit blijkt de opwinding van de vrouw nieuwe voeding te geven en tot een hoogtepunt te brengen.
Ze opende haar ogen en zag toen hoe Mac langzaam zijn penis masseerde, op en neer. Kleine straaltjes melkachtig vocht maakten de eikel vochtig.
Haar hart sloeg een slag over. Ze voelde zich zo kwetsbaar en zo ongelofelijk erotisch, terwijl ze toekeek hoe hij masturbeerde bij het kijken naar haar. Zijn gezicht was vervuld van verwondering, fascinatie, liefde, seks en haar. Ze vond het heerlijk om zijn passie op deze manier te zien. Zijn mannelijkheid. In de twaalf jaar van hun huwelijk had ze nooit eerder de hitte van zijn verlangen zo duidelijk gezien..
En hij hield van haar. Dat was duidelijk. Hij hield van haar.
‘Oh… Mac…’ riep ze terwijl haar benen onder haar het begonnen te begeven. ‘Oh, Mac, ik kom klaar.’[11]
[1] Marthe Blau, In Zijn handen, 2003, p. 10.
[2] Marthe Blau, In Zijn handen, 2003, p. 11.
[3] Marthe Blau, In Zijn handen, 2003, p. 11.
[4] Marthe Blau, In Zijn handen, 2003, p. 12.
[5] Wilem Jan Otten, Denken is een lust, 1985, p. 20.
[6] Sandy Boucher, Zoemen, in Lonnie Barbach, 1998, p.234.
[7] Sandy Boucher, Zoemen, in Lonnie Barbach, 1998, p.238.
[8] Suki Cunningham, Onvervalste passie, 2002, p. 7-8.
[9] Suki Cunningham, Onvervalste passie, 2002, p. 6.
[10] Udana Power, Het eigen leven van mevrouw Herman, in Lonnie Barbach, 1998, p. 39.
[11] Udana Power, Het eigen leven van mevrouw Herman, in Lonnie Barbach, 1998, p. 42.
Pierre Courage