Als het gaat over wat we in huis hebben, blijkt het overdenken van de huidige situatievan groot belang. Daaruit blijkt namelijk wat onze mogelijkheden en onze onmogelijkheden zijn. Ook onze voorkeuren en capaciteiten spelen een rol en wat wij niet meer zullen toelaten in ons leven. Het is een concentraat van vele, vele jaren.
In praktisch opzicht betekent het voor mij bijvoorbeeld dat ik een bepaald bedrag per maand aan inkomsten heb dat, nu ik gepensioneerd ben, vaststaat. Als ik royaler wil zijn dan mijn inkomsten mij toestaan, kom ik vroeg of laat in de problemen.
Dit is wat ik heb en daar zal ik het mee moeten doen en dit is wat ik in gezamenlijke plannen kan en ook wil bijdragen.
Ik ben een uitgesproken ochtendmens. Mocht ik iemand treffen die juist een avond- of nachtmens is, hoeft dat niet per definitie te betekenen dat de combinatie tot mislukken is gedoemd. Ook ben ik graag met enige regelmaat alleen. En ik vind het vanzelfsprekend dat iemand anders deze behoefte ook kan hebben. Voor mij zijn verjaardagsbezoeken en het traditioneel besteden van de bekende feestdagen geen zaken waar ik me op verheug. Ik doe liever niet mee. Uitzonderingen daargelaten.
Ik ben gezond.
Mijn piano wil ik niet missen.
Ik ben graag rustig thuis, bezig met dingen waarmee ik graag bezig ben. Ik heb daarvoor ruimschoots de tijd, dankzij het feit dat ik te oud ben voor deelname aan de arbeidsmarkt.
Ik ben in de gelegenheid een klein aantal hechte vriendschappen te onderhouden en vind het niet vanzelfsprekend dat mijn partner in deze vriendschappen gaat delen.
En vice versa.
Ik onderneem nog steeds mijn eigen activiteiten en geef die niet op. Dat verwacht ik ook niet van mijn partner. Onze gezamenlijke activiteiten komen daar bij.
Ik wil graag onderhandelen als dat noodzakelijk blijkt. Dit kan heel eenvoudig worden aangeleerd. Ook wil ik in bepaalde situaties overleg plegen.
Gerrit (73) reist graag en veel met zijn camper. Dat wil hij blijven doen. Hij noemt zichzelf volstrekt eerlijk en verwacht dat ook van een nieuwe partner. Een officieel huwelijk is voor hem geen optie meer. Ook hecht hij veel waarde aan alleen wonen. Hij ziet zichzelf als iemand die alles bespreekbaar maakt en verwacht dat ook van een partner.
Tini (66) ziet lichamelijk contact als een gepasseerd station. Een oud lichaam is volgens haar niet iets wat je kunt aanbieden. Ze moet er niet aan denken zich nu nog voor een man uit te kleden. Ze blijft graag alleen slapen. Ze beschouwt zichzelf als honderd procent betrouwbaar.
Will (69) is tevreden met zijn leven van nu. Hij zorgt graag voor iemand en is trouw. Hij is erg verlegen. Voor hem gaat welzijn vóór materiële rijkdom. Hij beschrijft zichzelf als geduldig en zachtaardig.
Thea (65) is een heel hulpvaardig iemand. Zij vindt zichzelf prettig gezelschap met een hoog intellectueel gehalte. Zij is geen aarzelend type en staat achter eenmaal genomen besluiten. In emotioneel opzicht is ze helaas snel van de kaart. Polygaam. Het alleen reizen wil zij blijven doen.
Nico (74) gelooft niet meer in een romance, maar ziet uit naar een vriendschappelijk contact. Hij heeft genoeg van verantwoordelijkheden, vooral op financieel gebied. Hij gelooft in de vrije relatie. Hij wil vrij blijven. Hij ziet zichzelf als een spannende man. Hij zou graag voor meer kleinkinderen een leuke opa zijn.
Allen zijn al langere tijd actief op zoek naar een geschikte partner. Hiervoor hebben zij de daarvoor bestemde sites op het internet goed bezocht (zie ook de bijlage). Het is volgens hen een goede methode, omdat je in eerste instantie anoniem kunt blijven en later kunt beslissen privé te gaan corresponderen en eventueel een afspraak te maken om elkaar in levende lijve te ontmoeten. Het kan een brug zijn van verlegenheid naar moed. Het e-mailen met eventuele kandidaten vinden zij een leuke en spannende bezigheid omdat je snel vertrouwelijk kunt worden en je hart kunt luchten zonder noemenswaardige consequenties. Het is veilig en vrijblijvend. Het gaat snel en je kunt bovendien gemakkelijker met meerdere mensen tegelijk contact maken en dus met meerdere mensen tegelijk wat verder gaan. Je krijgt en geeft dan meer informatie zodat je misschien een betere keuze kunt maken. Er gloort vaker hoop. Het kost niet veel moeite en het is leuk elke dag weer elektronische post te krijgen. Het spreekt volgens hen van een veranderde tijdsgeest waarvan wij zestigplussers handig gebruik kunnen maken.
Er zijn op deze manier vele connecties tot stand gekomen, meestal van korte duur, omdat ze nogal eens tegenvallen. Geen nood, want daar staat tegenover dat het zoeken via internet langer vol te houden is. Je krijgt op deze manier veel contacten hier en daar. Het lijkt een moderne markt te zijn voor mensen die op zoek zijn naar een partner.
De persoonlijke inventaris
Omdat er in dit boek geschreven wordt over en voor mensen die de zestig reeds gepasseerd zijn, kan het geen kwaad te benadrukken dat zij niet alleen een lang leven achter de rug hebben, maar ook veel bagage meegedragen. Het leven heeft inzichten opgeleverd. Er zijn kwaliteiten ontwikkeld en er zijn capaciteiten gebleken. Er zijn vaardigheden verworven en er zijn gewoonten en gevoeligheden ontstaan. Er zijn overtuigingen die zich in de loop der jaren hebben gevestigd. Er zijn ook ervaringen geweest waaraan niets meer te veranderen valt en die hun sporen hebben nagelaten. Gelukkig of niet gelukkig. We zijn dingen vergeten en er zijn ook dingen die we wíllen vergeten of juist niet willen vergeten. Alles is echter wel in het centrale berglandschap opgeslagen. Het kan niet anders zijn dan zo.
Er blijkt behalve een persoonlijke inventaris ook een persoonlijke ordening van de wereld te bestaan zoals die zich aan ons heeft voorgedaan en zoals wij die zelf tegemoet zijn getreden. Een complex geheel waaruit zich geleidelijk een persoonlijke waarheid heeft gevormd. Dat betekent dat we hebben bepaald van waaruit we willen leven en wat we daarvoor wel en niet waardevol vinden, welke doelen we nastreven, wat we niet zullen toelaten, in welke dingen we geloven en welke dingen we hebben losgelaten. Het betekent ook dat we weten met welke mensen we willen omgaan en welke mensen en situaties we zullen vermijden. Het innerlijk leven van zowel onszelf als van de ander is daarom iets wat met discretie behandeld hoort te worden.
Dit alles vindt onder meer zijn weerslag in de omgang met de vaste gegevens in ons leven en in de manier waarop we omgaan met anderen, bijvoorbeeld onze kinderen en kleinkinderen, ex-partner(s) en vrienden en vriendinnen. En natuurlijk onze (toekomstige) nieuwe partner. Als de voorbereidingen aandachtig zijn uitgevoerd, is deze inventaris en deze ordening ons –voor zover mogelijk – bekend. Ook kennen we de prioriteiten die we zullen stellen in de nieuwe verbintenis.
We gaan naar elkaar kijken, luisteren en nemen de tijd om verder te kijken dan we gewend zijn. Een lang leven is niet in een paar maanden te overzien, laat staan te begrijpen. We gaan in de loop der tijd hierover met elkaar van gedachten wisselen en zullen uitvinden of en hoe een en ander in elkaar gepast kan worden. Zo leren we elkaar langzamerhand kennen en begrijpen.
Ex-partner(s)
Men vindt dat de ex-partner tot de persoonlijke inventaris hoort. En vooral wanneer met die ex kinderen zijn verwekt en men een compleet gezinsleven heeft geleid dat voor een levenslange band zorgt. Voor de volwassen zoons en dochters blijven de ex-partners hun ouders, en die hebben als zodanig eveneens een levenslange band met elkaar.
Er blijven zaken die alleen tussen deze partijen actueel zijn en die contact veronderstellen, zoals de geboorte en het wel en wee van kleinkinderen, de zorgen om een zoon of dochter, de contacten met schoonkinderen, de verjaardagen en de familiebijeenkomsten. Er zijn de financiële kwesties en er gebeuren dingen met kennissen uit het vroegere gezinsleven.
De nieuwe partner behoort dit als een vast gegeven te beschouwen en zich in principe op de achtergrond te houden. Bij zorgelijke kwesties betreffende een zoon of dochter is het in de eerste plaats de ouder of zijn het de ouders die erbij betrokken moeten zijn.
Ook bij een meningsverschil behoren de ex-partners dit samen op te lossen, of de betreffende zoon of dochter bespreekt dit met een of beide ouders. De nieuwe partner heeft hier niets mee te maken tenzij hem of haar nadrukkelijk en bij herhaling om een bijdrage wordt gevraagd. Als de nieuwe partners samen over bepaalde familiekwesties van gedachten willen wisselen, is dat uiteraard aan hen. Dat behoort tot hún privégebied.
Als een nieuwe partner zijn of haar intrede doet, lijkt het een vanzelfsprekende zaak dat de ex daarvan op de hoogte wordt gesteld. Hij of zij zal immers de nieuwe partner aan de telefoon kunnen krijgen of ontmoeten tijdens een gelegenheid waarvoor iedereen is uitgenodigd. Het is ook goed denkbaar dat de ex het prima met de nieuwe partner zal kunnen vinden en een goede verstandhouding opbouwt met hem of haar. Daar ken ik voorbeelden genoeg van. Vanzelfsprekend is het echter niet:
De ex-vrouw van Barend (68) is er veel aan gelegen om op de hoogte te blijven van zijn financiële handel en wandel. Hoewel de nieuwe vriendin van Barend niets met zijn financiën te maken heeft – ze heeft zelf een inkomen en een huis – is dit een terugkerend gespreksonderwerp. Op verjaardagsbijeenkomsten drukt hij zijn snor door duidelijk afwezige aanwezigheid. De ex negeert zijn nieuwe vriendin maar iedereen is toch altijd present om redenen van fatsoen. Dat veroorzaakt spanningen, meningsverschillen en ruzies als ze eenmaal weer thuis zijn en daarna, aan de telefoon.
De ex-vrouw van Alex (60) heeft nog steeds een sleutel van het huis dat zij heeft verlaten. Soms gaat zij bij hem langs en gebruikt dan die sleutel. De nieuwe partner van Alex komt hierdoor in een lastige positie: als zij er wat van zegt, wordt dit genegeerd en als ze het gewoon door laat gaan en niets zegt, wordt het opgevat als instemming. Als zij het bij Alex toch eens aan de orde stelt, weet hij zich machteloos in het gedrag van zijn ex. Dat levert spanning op.
De ex-vrouw van Jim (62) hoopt nog altijd dat hij eens bij haar terugkomt. Ze heeft de scheiding niet gewild, laat staan verwerkt. Dat betekent voor hem een voortdurende tactvolle opstelling (zo denkt hij) omdat hij geen zin heeft in gezeur en moet oppassen met uitingen die getuigen van hartelijkheid tegenover haar. De nieuwe partner van Jim wordt volledig genegeerd, en als de twee dames elkaar aan de telefoon krijgen, wordt de verbinding door een van de twee direct verbroken. Ook akelig
Wat willen deze voorbeelden zeggen over de houding van de betrokkenen? Op welke wijze kunnen we het best met deze dingen omgaan?
Kinderen en kleinkinderen
Het kan erg leuk zijn om allebei een aantal kinderen en kleinkinderen te hebben. Ze zijn meestal blij voor ons dat we iemand gevonden hebben. In de meeste gevallen wordt een nieuwe partner van vader of moeder zonder enig probleem in de familiekring opgenomen. Zo gaat het echter niet altijd, het kan immers gevoelig liggen en er kunnen pijnlijke situaties ontstaan. Het is niet zo gemakkelijk daarmee om te gaan.
Behalve belangrijke geldkwesties en juridische zaken speelt in het verhaal van Maarten en Astrid (zie hoofdstuk 5) ook een ingewikkelde emotionele kwestie een rol. Het betreft de loyaliteit ten opzichte van de moeder én de loyaliteit tegenover de overleden vader. Het kan in dit loyaliteitsconflict heel moeilijk zijn om een andere man aan de zijde van moeder te zien verschijnen. Het kan zijn dat tegenover de overleden vader gevoelens van ‘in de steek laten’ de kop opsteken.
Ook kun je je in deze situatie afvragen of de dochter van Astrid de dood van haar vader wel heeft verwerkt. Het kan zijn dat ze bang is haar moeder nu ook kwijt te raken; het hangt af van de aard van de omgang tussen moeder en dochter. Zijn zij elkaar misschien tot grote steun geweest? Het was immers een onverwachte dood van man en vader waarmee zij werden geconfronteerd. Dat dringt allemaal pas later door. Het kan zo maar weer gebeuren. Je weet het maar nooit. Ook de wijze waarop het paar in aanwezigheid van de dochter met elkaar omgaat, is van belang. Gedraagt hij zich als een enthousiaste minnaar of stelt hij zich met een zekere terughoudendheid op? In dit geval lijkt het erop dat beiden tijdens familiebezoeken zonder gêne hun gevoelens voor elkaar tonen.
Natuurlijk gunt Astrids dochter haar moeder geen levenslang verdriet. Zij drong aan op therapie omdat ze het verdriet van haar moeder moeilijk kon aanzien en haar wilde helpen. Zoals bekend ging het daarna bijzonder goed met moeder… te goed eigenlijk, wat ook tot haar broers is doorgedrongen. Er verscheen ineens een andere werkelijkheid, die van de pijn om een andere man in plaats van vader naast moeder te zien. Ik denk dat het goed is dat het paar dit onder ogen ziet, het begrijpt en daar samen over praat. Daarna zal het de dochter – en ook de anderen – goed doen te horen dat de moeder op haar beurt deze verwarrende gevoelens begrijpt en graag met ieder van hen apart over deze kwestie van gedachten wil wisselen.
Maarten speelt voorlopig een rol vanaf de zijlijn, namelijk zijn vriendin hierin steunen. Hij is niet bij de gesprekken aanwezig. Zover is het nog niet wat haar dochter en zoons betreft, dat hebben zij duidelijk aangegeven. Langzamerhand zullen zij, mede door dit optreden, de vriend van hun moeder misschien in hun leven gaan toelaten. Voor het paar betekent dit geduld hebben, begrip tonen, tact inzetten en ondertussen samen doorgaan. Het is zelfs het overwegen waard in overleg met hen de huwelijksdatum opnieuw vast te stellen. Dat riekt misschien naar het laten verstoren van de plannen, maar dat is zeker niet het geval. Eerder is het zo dat als de situatie niet wordt opgevat en beschouwd als belangrijk voor iedereen, de verhoudingen beschadigd raken, waarmee de situatie van iedereen wordt verstoord. Nee, er is alles voor te zeggen om hier de juiste aandacht in te investeren, want getrouwd wordt er, althans in dit geval, hoe dan ook.
Ook bij gescheiden ouders kan er bij de kinderen sprake zijn van een loyaliteitskwestie.
Vaak is dat nog moeilijker, als kinderen menen te moeten manoeuvreren tussen een alleenstaande ouder en de nieuwe partner, dus het nieuwe paar. Ook deze situatie vergt geduld, begrip en aandacht. Het is altijd verstandig hierover met elkaar te praten. Omdat iedere betrokkene dit op een verschillende manier kan beleven, is het een goede overweging met iedereen apart hierover van gedachten te wisselen.
Het kan gebeuren dat de nieuwe partner de sympathie van de kinderen van de ander niet weet te winnen. Dat hoeft niet per definitie aan een van de betrokkenen te liggen. Sympathie kan niet worden afgedwongen en niet worden geëist. De ouder die de nieuwe partner inbrengt, kan hier niets aan doen en kan dus niet worden aangewezen als de veroorzaker van deze situatie. Ook de kinderen kan niets kwalijk worden genomen, want zoals gezegd: het kan gebeuren. Het is een overweging dit voor waar aan te nemen en als feit te beschouwen. Vooral als de nieuwe partner dit doet en zich verder niet opdringt of laat opdringen.
De situatie kan zich uiteindelijk ten gunste ontwikkelen. Het kan ook zijn dat die onveranderd blijft. De ouder legt dan de bezoeken – althans voorlopig – alleen af en ontvangt ook alleen.
Zoons en dochters hebben een persoonlijke verhouding met elk van hun ouders, die ze misschien in stand willen houden en waar de nieuwe partner niet direct tussen behoort te komen. De verhouding die de partners samen hebben, bestaat immers ook alleen tussen hen tweeën?
Het hebben van kinderen vindt men – in het licht van dit boek – niet per se leuker als het niet hebben van kinderen. Sommige ouderen beschouwen het ontbreken van nageslacht als een gemis, maar zij die wél nageslacht hebben kunnen dit ook als een gemis beschouwen.
Er kan in deze zienswijze dan ook niet worden veronderstelt dat als een van beide partners kinderen en kleinkinderen aanbrengt, de ander daar per definitie blij mee is. We kunnen er niet als vanzelfsprekend van uitgaan dat iemand die geen kinderen heeft gekregen staat te popelen om leuke en gezellige grootouderlijke bijdragen te leveren. Er zijn paren die geen kinderen hebben en daar geen gemis van ondervinden.
Ouders van onze leeftijd hebben hun opvoedingskansen gehad, en die zijn wel of niet benut. Wat dat betreft zitten mensen mét kinderen momenteel in dezelfde positie als mensen zonder kinderen. Je zou kunnen zeggen dat als er sprake is van een nieuwe verbintenis na het zestigste levensjaar, mensen mét kinderen even vrij zijn als mensen zonder kinderen.
Vrienden en vriendinnen
Ook de opgebouwde vriendschappen maken deel uit van de persoonlijke inventaris. Die variëren enorm. Sommige van onze vriendschappen stammen nog uit onze jeugdjaren of uit de tijd dat we kleine kinderen hadden. Op het werk hebben we vaak vrienden gemaakt en de vriendschap kan gebaseerd zijn op een gezamenlijk interessegebied.
Er kan ook vriendschap zijn ontstaan tussen ex-partners.
Er zijn vriendschappen ontstaan in de tijd dat we alleen leefden na de scheiding of na het overlijden van onze partner.
Hierbij horen ook vriendschappen met het andere geslacht, die weer een heel eigen karakter hebben. Deze zijn niet te vergelijken met vriendschappen die mannen met elkaar hebben of die vrouwen met elkaar onderhouden.
Er zijn vrienden en vriendinnen met wie we in de loop der jaren een typerende manier van praten en omgaan hebben ontwikkeld. Dat willen we vaak zo houden.
Sommige vrienden komen als vanzelf in het gezamenlijke leven terecht, maar sommige ook niet. Ik doel hier op contacten die persoonlijk zijn en waarvan we willen dat die persoonlijk blijven. Het is – zo denkt men – niet vanzelfsprekend dat de persoonlijke vriendschappen ook gezamenlijk worden. Men gaat daar echter – zo blijkt uit wat ik hier en daar vernam – wel vaak van uit. Dit kan hinderlijke misverstanden opleveren. Daarom is het van belang dat hierover van gedachten wordt gewisseld, zodat bekend is met welke instelling dit gepaard gaat en welke afspraken hieromtrent gelden. Velen willen zich vrij voelen in het aangaan en onderhouden van welk persoonlijk contact dan ook en niet verplicht verslag hoeven doen van ontmoetingen.
Sophie de Wijn