Ik moet even waarschuwen: het wordt een beetje pikant.
In het voorjaar is mijn ‘bosje’ het schattigste stukje van mijn tuin. Er staan 3 grote eiken, een heel grote berk en diverse struiken. In het voorjaar is dat alles nog kaal en is er genoeg licht voor kleine voorjaarsbloemetjes. Op dit moment zie je een hele grote waaier van stralend witte Bosanemonen. De gele Speenkruidsterretjes piepen er tussendoor en de blauwe Maagdenpalm. Hier en daar een pluk Narsissen. Wat later komen het Daslook en de Blue Bells. (zo’n bosje noemen ze in Friesland een Stinze)
Dit stond er allemaal al toen we hier in 1973 kwamen wonen. Het Daslook is zo leuk: helder witte sterretjes. Ze zijn ook wild te vinden in Limburg, maar toen zag ik ze voor het eerst. Elk jaar keken we vol verwachting of ze weer opkwamen. Dat deden ze, maar schaars. Ik kwam er later achter dat ze vocht nodig hebben, en dat bosje is tamelijk droog vanwege steile kanten aan weerszijden van dat strookje bos en het vocht dat de bomen gebruiken. Enfin, ik plantte ze op een andere plek in de tuin en toen hebben ze die kant ongeveer gekoloniseerd! Mijn dochter werkt als vrijwilliger bij een kwekerij (van Krijn Spaan, die veel bijzondere planten heeft) en zij heeft eens een hele berg bolletjes voor hem meegenomen, drie in een potje, dat ging prima. Andere naam voor Daslook is: wilde knoflook. Het ‘look’ in de naam geeft al aan dat het om een uiensoort gaat. In het eten vond ik het geen succes.
Maar nu de Blue Bells. Het zijn eveneens wilde planten. Een sprieterige dunne blauwe Hyacint. Maar als je daar een hele bosvallei mee vol ziet staan, een blauw sprookje! En Engeland kun je dat zien. Ze zijn natuurlijk beschermd. En juist dat tere en dunne van de bloemstengel maakt hem zo roerend.
Maar er is iets geks mee. Onze kat (en waarschijnlijk katten uit de buurt) gaan er op liggen en maken ze plat! Vinden ze de geur lekker? Ik wou dat ze dat niet deden.
Joos en ik waren eens in Engeland, en onderweg in de trein tussen Brighton en Londen stapten we uit in het dorpje Hassox. Door een mooi bos kon je naar een meer lopen. Bij het meer waren de bossen blauw van de Bue Bells. Enfin, onze liefde was nog jong en mooi – is ie trouwens gebleven – en toen deden we in dat bos… Nou ja, ik ga het niet uitspellen. Het blijft een memorabele herinnering…
Liebje Hoekendijk