Als je de nieuwsmedia moet geloven is informatie belangrijk. We leven in een informatiemaatschappij met onze ipads, teevees, internet, kranten en tijdschriften. Maar informatie is chaos. Als je alle informatie die op je afkomt opneemt, word je gek. Je moet selecteren, veel weggooien en vergeten. Pas dan is er sprake van kennis als datgene wat je overhoudt.
De natuurkundige Rolf Landauer schrijft dat het weggooien van informatie meer energie kost dan het opnemen ervan, maar dat het kwijtraken van informatie veel belangrijker is dan het opnemen. Iets te weten komen is soms een fluitje van een cent, maar het opzij zetten, het schrappen ervan kost meer energie. Veel informatie leidt tot wanorde, tot chaos. Wanneer je alle informatie die je op een dag ontvangt in gelijke mate zou bewaren, is dat zoveel dat je eigenlijk ook een dag nodig zou hebben om al die informatie precies en tot op de seconde te reproduceren. Maar dat kan niet. Je moet het nodige weglaten, anders word je gek. Bovendien sta je dan niet meer open voor nieuwe informatie van een nieuwe dag. Het blijkt dat als mensen zo bezig met de informatie van gisteren, dat ze dan niet kunnen openstaan voor de informatie van vandaag. Het verwijderen van de vele informatie die ons dagelijks bereikt is een overlevingstrategie en ook een levenskunst.
Informatie is geen kennis
Informatie is niet hetzelfde als kennis. Dat is een wijd verbreid misverstand. Kennis verkrijg je door informatie te selecteren, door veel te schrappen en samen te vatten. De wiskundige Kurt Gödel zei eens dat de meest volmaakte wereldkaart de wereld zelf was. We brengen de wereld juist in kaart door hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden, door overbodige informatie weg te laten. We hebben niks aan die volmaakte wereldkaart van de wereld zelf. We moeten veel informatie weggooien, samenvatten, zodat we een klein overzichtelijk geheel overhouden. Microtoestanden leiden tot veel informatie die we weggooien en samenvatten in een macrotoestand, dat veel minder informatie bevat. Misschien is in die zin theoretische kennis van meer waarde dan praktijkkennis waar veel informatie uit de dagelijkse praktijk wordt verzameld, maar vaak onvoldoende wordt weggegooid.
Met informatie bedoelen we meestal de mededelingen die we bewust ontvangen, de geformaliseerde gegevens die ons van buitenaf bereiken. Informatie is volgens de moderne natuurkunde echter al datgene wat bewust of onbewust via onze waarnemingsorganen bij ons binnenkomt. Deze benaderingswijze leert ons dat er elke seconde miljoenen bits informatie (data) onze zintuigen binnenstromen. Onder een bit verstaan we de kleinste eenheid voor informatie die ons vermogen weergeeft om onderscheid te maken in verschillen. Die ontzettende hoeveelheid bits aan informatie kunnen we niet aan. Ons talig bewustzijn kan hooguit veertig bits per seconde verwerken.
Onze ogen ontvangen per seconde 10 miljoen bits informatie. Het aantal bits dat we dagelijks ontvangen is om te duizelen. Onze huid stuurt elke seconde een miljoen bits informatie naar de hersenen. Het oor 100.000 bits per seconde, ons reukvermogen ook 100.000 bits per seconde. Er is onderzoek gedaan hoeveel taalkundige bits we kunnen verwerken door te luisteren of te lezen. Dat blijkt hoogstens vijfendertig tot veertig bits per seconde. Dat is weinig vergeleken met de enorme hoeveelheden die op ons af komen. Er ligt een gigantisch verschil tussen wat de zintuigen ontvangen en doorsturen naar de hersenen en wat wij bewust ervaren. In de neurologie heet dit dat de bandbreedte of capaciteit van ons bewustzijn veel en veel smaller is dan de bandbreedte van de zintuigen. Van alle informatie die binnenvloeit, komt maar een zeer klein gedeelte in ons bewustzijn terecht, minder dan een miljoenste deel.
Bewustzijn schept orde
Ons bewustzijn bestaat niet uit een vat vol informatie, hoewel we dat wel als zodanig ervaren. Het bewustzijn is volgens sommige neurologen te vergelijken met een lamp die in het donker sommige dingen zichtbaar maakt. Bewustzijn produceert orde, terwijl informatie juist wanorde en chaos levert. Er is informatie nodig voordat er bewustzijn ontstaat, net zoals er voedsel nodig is om ons lichaam te laten functioneren. Maar ons bewustzijn bestaat niet uit informatie. Misschien moet zelfs worden gesteld dat het bewustzijn niet veel te weten komt over wat er feitelijk gebeurt. Informatie is immers alles wat ons lichaam opneemt en zo bij ons binnenkomt, maar waarvan we ons maar voor een zeer gering deel bewust zijn. Wat het lichaam precies met al die informatie doet, weten we niet precies. Misschien wordt de informatie op een bepaalde manier verwerkt en vervolgens weggelegd of vernietigd.
We identificeren ons vaak met ons bewustzijn, denken te weten wie we zijn en hebben we de overtuiging te zijn wat we zeggen te zijn. Maar de bandbreedte van de taal en van ons talig bewustzijn is veel lager dan dat van de onbewuste waarneming. Zelfs van veel dingen die we doen zijn we ons niet bewust. Dat is een schokkende constatering. Volgens menig neuroloog zijn we niet primair bewuste wezens. We kunnen dagen lang ademen zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Het aanleren van bepaalde vaardigheden kan plaatsvinden onder controle van het bewustzijn, maar het gebruik van die vaardigheden gebeurt dan meestal onbewust, doen we automatisch. Als we bewust hard de trap willen aflopen struikelen we. Tijdens het autorijden kunnen we volledig opgaan in een gesprek of in onze gedachten om dan later te ontdekken dat we kilometers hebben gereden zonder dat we ons daarvan bewust zijn en zonder dat we het ons herinneren. Als we iets leren, gaan we al proberend te werk, maar als we het kunnen, doen we het meestal zonder te denken aan wat we doen. Veel vaardigheden verrichten we onbewust, zonder woorden en zonder gedachten.
Feitelijk weet ons lichaam meer dan we zelf weten en is het belangrijker naar het lichaam te luisteren dan naar ons talige bewustzijn. Woorden en gedachten hebben zo hun beperkingen. Misschien moeten we informatie niet teveel uit woorden laten bestaan.
Piet Winkelaar
november 2012