45 jaar roken: alweer een hobby in rook opgegaan..

Het heeft 9 lustrums gevergd, maar na 45 jaar roken heb ik dan toch maar een paar weken terug de stekker uit die gewoonte getrokken.  Maar waarom was dat ook alweer? Want ondanks alle anti-reclame en propaganda, heeft het roken bij mij nooit een negatieve associatie opgeroepen. Integendeel zelfs: in die afgelopen rookdecennia heb ik het eigenlijk alleen maar fantastisch gevonden, met veel gelukzalige momenten: de sigaret na je eerste koffie, rond de maaltijden, bij een glaasje wijn, onder vrienden: allemaal geweldige tijden.

Roken was toen ik  destijds als tiener begon zo’n natuurlijk iets: thuis stonden de sigaretten op tafel en als er avondvisite bij mijn ouders was, waren daar mooie sigarettenhouders voor heren en dames. Overal kon je uiteraard roken: in de trein, in het vliegtuig, in restaurants;  ik kwam nog een foto tegen van een hogeschoolklas: de docent en ook wij als studenten staken er in de klas nog eentje op. Ongelofelijk dat in zo’n kort tijdsbestek het roken van heerlijk-lekker-aangenaam is omgedraaid naar vies-asociaal-gevaarlijk. En ook zo snel in de samenlevings-mindset is opgenomen. Er is nu een soort van collectief inzicht dat de sigaret qua waardering in de buurt komt van de maatschappelijke waardering voor pedofielen.

Het valt dan ook steeds zwaarder de lol er nog van in te zien. Naar New York vliegen voor een reisje is als roker niet meer te doen. Het kan nergens, niet op straat, niet in het park, waarmee de roker als de nieuwe paria wordt weggezet. Burgers worden ook opgeroepen om andere burgers bij de politie aan te geven als die een sigaret opsteken. And so it goes.

In Nederland is de publieke opinie ook behoorlijk bijgeschaafd, maar ondanks alle publieke campagnes en verboden om in café’s te roken, in de buurt van scholen en het aanpakken van de vormgeving van de verpakking door wanstaltige afbeeldingen van zwarte longen te communiceren, is het nog niet zover gekomen als daar in the Green Apple. Het is natuurlijk een kwestie van tijd.  Roken is uit. Roken kan niet meer.

Ook dat kon mij eigenlijk niet echt boeien, maar wel vervelend was het dat je altijd naar buiten ‘moet’ voor dat sigarettenmomentje. De relatie met genieten of het ‘prettige moment’ van de sigaret verdwijnt daarmee naar het overeind houden van de verslaving. En als het alleen maar verslaving is, en niet langer ‘gezellig’, tja, dan wordt het leven ook niet leuker.

Toegegeven: de steeds vaker opkomende ochtendhoest was ook niet bepaald een bijdrage aan levensgeluk. Op enig moment informeerde de buurvrouw of er iets aan de hand was: de badkamers grenzen aan elkaar en de muur was niet bestand tegen de hoestdecibels. Of het piepen, ook zoiets: dat als je in bed ligt je normale ademhaling wordt gecombineerd met een piepend geluid. Dat bevordert de nachtrust en het gemoed niet.

Kortom, dan is toch een keer het moment aangebroken om de gewoonte stil te leggen. De voorlichting van de anti-rook-beweging belooft je gouden bergen: je proeft zoveel meer, je reukvermogen is als een vos, je grauwe (?) huid knapt op naar een blozend-wangen-gezicht, het lopen van de marathon komt nu in het vizier, de tanden zijn als van een filmster.  Helaas is dat weer niet zo en het is misschien beter als de voorlichting zich een beetje terughoudend opstelt op dit terrein. Wat wel opknapt is het hoesten, dat is toch flink minder. En het piepen is weg. Mooi! Dat is toch een voordeel. En als je dit gedrag van niet roken maar lang genoeg volhoudt, zou het zomaar kunnen zijn dat de kans op longkanker iets terugloopt. Mooi!  Voor de zekerheid heb ik röntgenfoto’s laten maken van mijn longen en de arts naar mijn longen laten luisteren. Beide uitslagen waren OK, dus dat geeft de burger meer moed om het niet-roken voort te zetten.

Door het niet-meer-roken lever ik dan wel weer een extra bijdrage aan de verhoging van de toekomstige maatschappelijke kosten. In de eerste plaats genereer ik nu vast meer zorgkosten: als roker zou ik eerder dood zijn, wat de samenleving (of de ziektekostenverzekering) een besparing oplevert van vele, vele duizenden euro’s. Ten tweede maak ik als ex-roker met meer levensverwachting ook langer gebruik van een AOW-uitkering.

De sigaret is weg en komt ook niet meer terug. Ik rekende voor het gemak uit dat ik daarmee 360 euro per maand bespaar (na aftrek van de kosten van nicotine-kauwgom: die heb ik wel nodig gehad om de aandrang te verminderen) Maar toch: Wow – 360 euro per maand is dik 4300 euro per jaar. Ik zou dat eigenlijk op een spaarrekening moeten zetten, ware het niet dat dat weinig effect heeft voor de kapitaalsverbetering.

Maar het stoppen blijft toch een beetje hangen in de sfeer van weemoed: niet genoeg weemoed om weer te gaan roken, maar wel genoeg weemoed om het te scharen onder het idee dat op een zekere leeftijd de algehele kwaliteit van leven afneemt: beter wordt het niet. And so it goes.

Ik zal maar eens uitzoeken wat je moet doen om aan de Marathon in New York mee te kunnen doen. Ik vrees toch dat het als toeschouwer zal zijn.

 

Gerard Vroechop

 

2 gedachten over “45 jaar roken: alweer een hobby in rook opgegaan..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*