3    Een verlangen: concreet

Als we bereid zijn aan te nemen dat wat we willen, gebaseerd is op een verlangen dat in ons leeft, wat kan dat verlangen dan inhouden en hoe kan dit onder woorden worden gebracht?

Dit onderwerp is in de vraaggesprekken aan de orde gesteld. Ik heb de geïnterviewden gevraagd wat dit voor hen inhield zo het al aanwezig was. Dat is het vaak natuurlijk, maar door ook de mogelijkheid aan te stippen dat het wel eens niet zo kan zijn, wordt de aandacht op het wel aanwezig zijn ervan makkelijker te herkennen en erkennen.

In eerste instantie kreeg ik vaak te horen dat wij zestigplussers daar beter niet meer aan kunnen beginnen, want dan staan ons allerlei teleurstellingen te wachten. Ook werd vaak aangevoerd dat verlangen iets is voor jonge mensen, want die zijn nog naïef en hoopvol op dat gebied. Wij zestigers, zeventigers en tachtigers weten wel beter, want wij hebben inmiddels kennisgemaakt met ‘de harde realiteit’.

Naarmate de gesprekken vorderden, werd in veel gevallen duidelijk dat de realiteit juist répt van een verlangen dat wel degelijk altijd aanwezig is en ook signalen uitzendt, dus levend is. Voorbeelden:

* Ik verlang naar een gevoel van voldoening.

* Ik verlang ernaar te worden aangeraakt.

* Ik verlang ernaar bij iemand te horen.

* Ik verlang ernaar voor iemand de belangrijkste persoon te zijn.

* Ik verlang naar gezelligheid in huis.

* Ik verlang naar intiem lichamelijk contact.

* Ik verlang naar samen leuke dingen doen.

* Ik verlang naar een bevredigend erotisch en seksueel leven.

* Ik verlang naar vertrouwdheden.

* Ik verlang naar vertrouwen.

* Ik verlang naar vriendschap.

* Ik verlang ernaar van iemand te houden en dat beantwoord te voelen en te weten.

* Ik verlang ernaar dat naar mijn komst wordt uitgekeken.

* Ik verlang ernaar verzorgd te worden.

* Ik verlang naar een exclusieve verhouding.

* Ik verlang ernaar dat mijn toekomstige partner en ik onze vreugden, gekten, eigenschappen en kwaliteiten, twijfels en onzekerheden aan elkaar kunnen laten zien zonder het gevaar van afwijzing.

* Ik verlang ernaar me geaccepteerd te weten en te voelen.

* Ik verlang ernaar me voor de verhouding in te zetten.

* Ik verlang ernaar naar iemand uit te kijken.

* Ik verlang ernaar te laten zien dat ik een goede partner ben.

* Ik verlang ernaar het iemand naar de zin te maken.

* Ik verlang ernaar het leven aangenaam te maken.

* Ik verlang naar geborgenheid.

* Ik verlang ernaar alles met iemand te kunnen delen.

* Ik verlang naar een verwantschap.

 

Als we bijvoorbeeld naar een exclusieve verhouding verlangen, bedoelen we daarmee dan dat we anderen buitensluiten? Of kan het verlangen om de belangrijkste persoon voor iemand te zijn betekenen dat alle andere personen, zoals familieleden, minstens één plaats opschuiven in de rangorde van belangrijkheid? Of dat een heel speciale band is gewenst die met niemand anders bestaat? Van iemand houden kan voor sommigen betekenen dat je het altijd met elkaar eens moet zijn, of dat het niet is toegestaan bepaalde bezwaren te hebben, laat staan die aan de orde te stellen. Voor weer anderen kan het betekenen dat we heel veel door de vingers moeten zien. Of dat je een vrijbrief hebt voor het betreden van het domein van de ander zonder te kloppen, en dat niet alleen in de letterlijke betekenis. Of dat we bezit mogen nemen van de privacy van de ander.

Willen we, als we verlangen naar vertrouwen, vriendschap, exclusiviteit, intiem lichamelijk contact en alles kunnen delen, ook weten wat de ander denkt, voelt en uitvoert? Vinden we het bijvoorbeeld vanzelfsprekend dat persoonlijke vriendschappen ook gezamenlijke vriendschappen worden? Vinden we het aanvaardbaar dat onze toekomstige partner een vriendschap heeft met iemand van het andere geslacht? En die ook wil blijven onderhouden? Willen we dat een toekomstige partner ons alles over zijn of haar verleden vertelt? Willen we absolute eerlijkheid, en zo ja, wat houdt dat in? Is het realistisch om alles met elkaar te willen delen? Kan vertrouwen worden afgesproken?

 

Er is nog iets…

Verlangen, willen, zin hebben in iets, iets heel graag willen, je inzetten, erover nadenken, kritisch zijn, je best doen, er werk van maken… Het is allemaal goed en wel, maar is het niet vaak zo dat we geen zin meer hebben om weet ik niet wat allemaal in te zetten, dus om ons rot te werken om uiteindelijk toch weer teleurstellingen te moeten incasseren?

Laten ons toch niet horen dat we wéér van alles moeten doen en waarschijnlijk ook nog voor ons eigen bestwil. Is het niet juist zo dat we eindelijk zover zijn gekomen dat niemand ons meer hoeft te zeggen wat we moeten doen? We zijn er misschien doodmoe van geworden. Menige vrouw is juist blij dat ze niet meer als vanzelfsprekend de verzorgende taken heeft en dat er geen voortdurende beschikbaarheid meer van haar verwacht, laat staan geëist wordt, en dat zij niet meer om geld hoeft te vragen.

Menige man vindt het fijn om geen bemoeizuchtige, aandacht vragende en bemoederende vrouw meer om zich heen te hebben en rustig zijn eigen gang te kunnen gaan. Hij wil geen gezeur meer aan zijn hoofd over onbenullige zaken en in geen geval gecontroleerd worden.

Menigeen heeft geen zin meer geprest te worden om elke dag te douchen, charmant of netjes gekleed te zijn, goede gesprekken te voeren, altijd leuke dingen te doen, open te staan voor de ander en weer van alles, vooral gevoelens, te moeten delen, in ieder geval te moeten begrijpen.

 

We moeten er geen van allen aan denken geen privacy meer te hebben en overal en altijd uitleg te moeten geven en/of verslag te doen van hetgeen we hebben gedaan of van plan zijn te gaan doen.

Is deze late poging tot een duurzaam geluk – voor zover dat mogelijk is – niet eigenlijk een subtiel en zeurend verzet tegen het feit dat zoiets nu eenmaal niet bestaat? Is dit niet gewoon ontevredenheid? Aanstellerij? Misschien zijn we wel te moe om aan van alles te moeten voldoen.

Een verlangen, het zal allemaal best, maar is het niet simpeler en beter om tevreden te zijn met wat we hebben? Meer willen mag niet. Meer willen hoort niet, en kan niet, en niet zeuren. Dat hebben we toch juist geleerd? Is een aardig contact zo nu en dan, voor zolang het duurt, niet het beste wat we nog kunnen verwachten? En dan nog met veel moeite? Er zijn al problemen genoeg.

Die zijn er inderdaad. Grote vraag blijft hoe het komt dat, elke zaterdag weer, de advertentiepagina in de diverse kranten ook door zestigplussers wordt uitgeplozen en ouderen tegenwoordig ook in toenemende mate gebruikmaken van het internet om een partner te vinden.

Tweede grote vraag is hoe je kunt verklaren dat er sinds 1994 een bemiddelingsbureau bestaat dat bemiddelt in aanvullende relaties en zich mag verheugen in toenemende belangstelling en nieuwsgierigheid.

 

Misschien is het een overweging waard een ontevredenheid voor waar aan te nemen. Misschien is het een overweging waard te twijfelen aan deze term.

Niet tevreden zijn met bepaalde zaken klinkt bijvoorbeeld al heel anders.

Ontevredenheid is een moralistisch begrip, een calvinistisch principe, dat meestal een corrigerende boodschap heeft en terechtwijst.

Daarentegen is niet tevreden zijn tamelijk normaal omdat het tot nader onderzoek en verbetering aanzet en zelfs een ambitie veronderstelt.

 

Zoals eerder gezegd hebben wij – in een situatie waarin dit niet anders kon – geleerd in materieel opzicht met weinig tot niets genoegen te nemen. Bovendien waren er zorgen en was er angst.

Er was kou en honger. Inleveren. Aanpassen. Uitgestelde hoop.

Kan het zijn dat deze instelling zich heeft uitgebreid naar andere gebieden in ons leven?

Kan het zijn dat wij als gevolg daarvan niet alleen onze eigen behoeften aan affectie en liefde met een absoluut minimum tevreden denken te kunnen stellen, maar ook en juist die van onze geliefde waardoor we in de problemen kunnen komen? Uitgestelde hoop krenkt.

Anders gezegd: kan het zijn dat we eenvoudigweg te zuinig zijn afgesteld? En daardoor –natuurlijk, hoe kan het ook anders – zogenaamd ontevreden of, beter gezegd, nog niet tevreden zijn?

Wat is erop tegen om dit in een late poging, met alle ervaring en kennis die we tijdens ons leven hebben vergaard, serieus aan de orde te stellen? En de wens om tevreden te zijn serieus te nemen en alsnog moeite te doen om die te vervullen?

Wat is erop tegen om juist dankzij deze ervaring en kennis te weten hoe het mogelijk gemaakt kan worden? En te ontdekken hoe eenvoudig het kan zijn?

 

 

Sophie de Wijn

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*