Houd rekening met tegenspoed wanneer alles nog gemakkelijk gaat.
Houd je bezig met grote onderwerpen terwijl ze nog klein zijn.
Wijze mensen nemen voorzorgsmaatregelen en spelen gemakkelijk en goed voorbereid op moeilijkheden in.
En zij bereiken grote dingen.
Deze zinnen zijn afkomstig uit De Tao van de wijsheid.[1] Het gaat over de kunst van het ‘geven en ontvangen van wijsheid in een een-op-eenrelatie die geheel is afgestemd en toegespitst op het individu: het aloude proces van mentorschap’ (p. 9). De schrijvers merken verder op: ‘Tao-mentorschap is als het ware een wederzijdse rondedans, die ons in staat stelt om zonder beperkingen en angsten zowel te leren geven als nemen. Deze mentor-dans prijst uitzonderlijk bevredigende bondgenootschappen tussen gelijkgestemde zielen in liefdevolle relaties. De methode van het Tao-mentorschap is dat speciale moment in het leven waarop u precies datgene aanbiedt waar een ander nu en in de toekomst behoefte aan heeft’ (p. 11).
In het kader van dit boek slaat dit naar mijn mening de spijker op z’n kop. Op pagina 167 van De Tao van de wijsheid worden deze zinnen namelijk toegelicht. Ik neem de vrijheid die toelichting op het thema van dit boek te betrekken; wij willen immers in staat zijn een verbintenis – bondgenootschap – tot stand te brengen die voldoening en bevrediging schenkt, liefdevol is en op elkaar raakt afgestemd.
Hoe goed onze bedoelingen ook zijn, hoe volledig onze toewijding en oprecht onze inzet, er gebeuren altijd dingen die we niet hadden kunnen voorzien of hadden verwacht. Dit kan uiteindelijk problemen opleveren. Om te voorkomen dat potentiële moeilijkheden plaatsvinden, is het nodig dat de partners zich realiseren welke dat kunnen zijn en welke maatregelen getroffen kunnen worden.
In De Tao van de wijsheid staat dat het treffen van voorzorgsmaatregelen betekent dat men zich bewust is van ‘problematische ontwikkelingspatronen’ en daar ook op let. Al je geld uitgeven – en vaak meer – is zo’n problematisch ontwikkelingspatroon. Iedereen kan verzinnen dat dit onverstandig is, maar lang niet iedereen let erop. Verder staat er: ‘(…) Als u weet dat er een orkaan is voorspeld, wilt u misschien de ramen dichtspijkeren en de voorraden aanvullen. We moeten bedacht zijn op ongunstige emotionele “weerpatronen” in onze relaties en de juiste maatregelen nemen om hun invloed te verzachten (…).’ En: ‘(…) We moeten leren om voorbereid te zijn, weten wat er wordt verwacht en klaarstaan om te handelen. Zie hoe gemakkelijk het leven wordt wanneer we rekening houden met problemen als ze nog klein zijn en gemakkelijk op te lossen (…)’
In dit boek zijn deze zaken veelal bestempeld als valkuilen en andere moeilijkheden veroorzakende aangelegenheden. Goede voorbereidingen, lees: voorzorgsmaatregelen om een gesteld doel te bereiken en niet bij iedere tegenslag teleurgesteld te zijn en af te haken, kwamen uitgebreid aan de orde, als ook het advies een beroep te doen op onze lange levenservaring en die benutten om er beter van te worden, en wij niet alleen.
Velen van ons hebben hierdoor in ieder geval hun materiële welstand kunnen verwerven.
Velen van ons hebben nog steeds een spaarbeleid, gooien nooit zomaar iets weg en weten van niets nog iets leuks of nuttigs te maken. Dankzij mijn kinderjaren in de oorlog vind ik eenvoudig, zelf gemaakt speelgoed nog altijd heel leuk.
Uit de gesprekken is naar voren gekomen dat de meesten het onderhouden van een goede verhouding het moeilijkst vinden. Het valt vrijwel nooit mee, eerder tegen. (Een interessant punt van aandacht trouwens: hoe zou dat komen?) Hoe beter je je partner leert kennen, hoe meer zijn of haar minder aangename eigenschappen zullen blijken, als ook zijn/haar opgelopen trauma’s, onzekerheden en kwetsbare punten. Er zal nog veel meer blijken, maar nogmaals; het valt zelden mee.
Zeker als je als paar intensief bent gaan samenleven, is dit onontkoombaar een punt van aandacht. Want de beste motivatie om een goede verhouding te onderhouden is beseffen dat die eenvoudig om zeep kan worden geholpen en ook op welke manieren (onverstandig gebruikmaken van ‘ongunstige emotionele weerpatronen’). Het begrip eerlijkheid blijkt vaak een boosdoener. Je denkt bij eenmaal verworven vertrouwen snel dat je kunt zeggen wat je wilt, wanneer en hoe dan ook. ‘Ik gooi het er gewoon uit. Hij/zij houdt toch wel van me.’ Je ‘moet’ kunnen incasseren en je ‘moet’ ook weten dat het ‘niet zo is bedoeld’, of: ‘je snapt de bedoeling niet’. Behalve bij ziekte hoef je de ander niet te ontzien, denken we vaak. Over de consequenties denken we zelden na. Waar de een van verstijft, kan voor de ander immers heel normaal zijn.
In hoofdstuk 10 besprak ik de kenmerken van een goede verhouding: dat doodlopende wegen op tijd gezien en erkend worden (een bewust zijn van problematische ontwikkelingspatronen) en worden afgebogen naar een ander punt (de juiste maatregelen treffen om moeilijkheden te voorkomen).
Het verhaal van Anna en Gerard is hier een concreet en succesvol voorbeeld van. Jan en Eva bevonden zich ook op een weg die makkelijk kon doodlopen: zij begrepen elkaar nog niet en de een wilde te snel resultaten zien. Ook zij hebben hier iets aan gedaan. En ook Anton en Toos werden geconfronteerd met het niet zien van een doodlopende weg. Die werd later alsnog door Anton erkend, wat misschien toch nog geleid kan hebben naar ‘een ander punt’ waardoor een samenleven weer mogelijk wordt, zij het met andere perspectieven en een speciale samenwerking. In zekere zin zijn Maarten en Astrid eveneens onvermoed geconfronteerd met een ‘problematisch ontwikkelingspatroon’: te hard van stapel lopen en verliefdheid beschouwen als een periode waarin belangrijke beslissingen kunnen worden genomen. Ook zij hebben de moeilijkheden die gegarandeerd zouden optreden gezien en erkend, tenminste waar het de verstandhouding met de kinderen betrof.
Maar voor hen ligt nog een potentieel gevaar op de loer. Wat gebeurt er als de verhouding bij nader inzien toch niet slaagt? Hebben zij de moed om dit, in theorie, onder ogen te zien? Ook hierin behoort ‘rekening te worden gehouden met tegenspoed’ en ook hierin is het verstandig ‘voorzorgsmaatregelen te nemen’ om ‘goed voorbereid en gemakkelijk op moeilijkheden te kunnen inspelen’.
Een verbintenis met een duurzame bedoeling heeft natuurlijk ook zakelijke aspecten. Het is geen blijk van ‘gebrek aan vertrouwen’ of ‘hebzucht’ als dit door een van de twee aan de orde wordt gesteld, wat bij ongelijkwaardige financiële situaties gemakkelijk zo wordt gezien.
Voorkom deze problematische ontwikkelingspatronen! Dat is niet alleen verstandig, maar zorgt ook voor duidelijkheid en je laat ermee zien dat je veel waarde hecht het welslagen van jullie verbintenis.
In hoofdstuk 9 hebben we bij benadering bepaald wat onontbeerlijk is in elk gewenst partnerschap: het op je gemak voelen bij de ander en in zijn of haar leefomgeving, de overeenkomsten in de omgang met geld en de afstemming op elkaars intieme en seksuele behoeften.
Zijn deze ingrediënten aanwezig, dan zijn bovengenoemde doodlopende wegen om te buigen. Heel belangrijk is om te weten wat de gevaarlijke punten zijn in de combinatie van beiden. Het is mogelijk om op een goede manier ruzie te maken; het is eenvoudig om te leren onderhandelen en het is mogelijk openhartig te zijn en je ongelijk toe te geven. Het is helemaal niet erg om een paar stappen terug te doen. Dit heeft niets met opofferen of inleveren te maken; het is zoals gezegd eerder een manier om beter te kunnen springen (voorzorgsmaatregelen).
Met een beetje meer besef van het eigen kunnen en iets meer inzet kan veel tot stand worden gebracht. Ook kan een gewenste verandering alléén tot stand worden gebracht als het gedrag wordt beëindigd dat het ongewenste en gevaarlijke patroon weeft en de verbintenis uiteindelijk problematisch maakt. Het is wel noodzakelijk dat dit patroon eerst wordt herkend als structureel aanwezig en niet wordt beschouwd als een incident. Hiervoor hebben we de ander niet altijd nodig, dat kunnen we ook alleen.
Wél hebben we bij problematische aangelegenheden iemand nodig die ons kan helpen de complexiteit daarvan in te zien en overzicht te krijgen. En er alsnog voor te zorgen ‘goed voorbereid te zijn’ en ‘rekening te kunnen gaan houden met tegenspoed’. Iemand in het professionele circuit raadplegen betekent ‘voorzorgsmaatregelen nemen’ om niet in een doolhof terecht te komen. Het is aan te bevelen dit voorlopig eerst zelf uit te zoeken, omdat het herhaaldelijk aan de orde brengen van zaken die gevoelig liggen onbedoelde en ongewenste resultaten kan hebben. Dit kan tevens leiden tot het inzicht dat het steeds weer aan de kaak stellen van netelige kwesties tot niets leidt of de situatie alleen verergert.
Een doodlopende weg kan worden gezien en erkend en worden omgebogen: een nieuwe en succesvollere benadering door nieuwe en bredere gezichtspunten. Iedereen heeft hier baat bij. En zij bereiken grote dingen.
Hier zijn tegenwoordig tal van mogelijkheden voor. Zo zijn er mensen die zich hebben toegelegd op de filosofische kant van de hulpverlening (mentorschap) vanuit een filosofische stroming die zich bezighoudt met een mooi en goed leven oftewel levenskunst.[2] De oorsprong hiervan ligt in de tijd van de oude Grieken, toen filosofie nog heel praktisch was. De laatste tien jaar is hier weer op teruggegrepen, nadat de hedendaagse filosofie lange tijd alleen nog voor ingewijden te begrijpen was.
Nadat de overheden en kerken zich hadden teruggetrokken, moest ieder voor zichzelf de vraag stellen: hoe wil ik leven en wat zijn de mogelijkheden? Hierbij sloot de filosofie van de levenskunst aan. Er bestaat een beroepsvereniging genaamd Beroepsgemeenschap van psychosociale hulpverleners werkend vanuit de antroposofie, die is te vinden op de site www.psychohulp.nl. Een van de leden van deze beroepsvereniging realiseerde zich dat hij al jaren bezig was met het centraal stellen van de filosofie van de levenskunst en besloot zijn praktijk overeenkomstig te noemen. Nadere informatie hierover vindt u op www.levenskunst.info.
Voor veel meer mogelijkheden op dit gebied tikt u bij een zoekmachine op internet de trefwoorden ‘counseling’ of ‘praktijk voor levenskunst’ in. Via de sites die dit oplevert komt u weer andere mogelijkheden tegen.
Filosofische praktijken waar je belangrijke zaken als die in dit boek kunt bespreken zijn helaas nog zeldzaam, maar daar zal snel verandering in komen. De filosoof beschikt onder andere over een scala van denkgereedschappen waarvan iedereen gebruik kan maken. Een filosofische praktijk is te beschouwen als een doe-het-zelfwinkel waar je gereedschap en gebruiksinstructies kunt krijgen. Tik via een zoekmachine op internet ‘filosofische hulpverlening in en u krijgt meer informatie.
Eerder schreef ik dat therapie ‘geneeskunst’, ‘geneeswijze’ betekent. Het zal duidelijk zijn dat hier geen sprake is van therapie in deze klassieke – medische – betekenis van het woord. Naar mijn idee wordt het woord ‘therapie’ te pas en te onpas gebruikt. Zoals gezegd is therapie in dezen niet nodig, omdat mensen die de moed hebben om in een laat uur een nieuwe verbintenis aan te gaan en daarbij op moeilijkheden stuiten beslist niet ziek zijn. Integendeel, het getuigt van gezondheid zoiets te durven en willen realiseren. Van een goed bewaard, begrepen en terecht verlangen. Wie dit verlangen serieuze aandacht geeft, toont moed.
Het geeft veel voldoening om op deze manier bezig te zijn. Voldoening is de sleutel tot geluk.
Het is een slimme manier van liefhebben. Het is een manier om, met dank aan het lange leven dat we hebben mogen leven, eindelijk met ons volle verstand het geluk naar ons toe te halen. Het geluk, dat daarop geduldig heeft gewacht.
[1] Chungliang Al Luhang en Jerry Lynch, De Tao van de wijsheid: de kunst van het geven en ontvangen. BZZTôH, Tweede druk 1997, p. 166.
Tao betekent eenvoudig en onvolledig gezegd ‘weg’, een manier om in de praktijk op een specifiek gebied vaardigheden op te doen en een kunst te leren beheersen.
[2] Joep Dohmen (red.), Over levenskunst: de grote filosofen over het goede leven. Ambo, 2002.
In deze bloemlezing worden de klassieke teksten uit de geschiedenis van de filosofische levenskunst bijeengebracht.
Sophie de Wijn
We hebben het allemaal niet met onze geboorte mee gekregen. Een relatie onderhouden en ons zelf ontmoeten. Relaties zijn belangrijk. Je bent immers nooit te oud om te leren. Investeer in je vaardigheden om jezelf te ontmoeten en je gevoel te delen met je partner. Leer te communiceren op een manier die verbondenheid brengt in plaats van afstand. Investeer in jezelf, in je partner en bovenal in je relatie. Dat gaat niet vanzelf, daar is moed voor nodig. Neem de stap en volg een weekend bij ‘een weg voor samen’. Geef je relatie nu eens een echt kado en ontdek de verdieping en verbondenheid die je nog niet eerder hebt ervaren. U bent van harte welkom. Tot het volgende weekend.